ECLI:NL:RBZWB:2022:6416

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 november 2022
Publicatiedatum
3 november 2022
Zaaknummer
AWB- 21_1895
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling in proceskosten na intrekking beroep tegen UWV- besluit inzake Ziektewetuitkering

In deze zaak heeft verzoekster beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV van 13 april 2021, waarin de aanvraag voor een Ziektewetuitkering per 30 november 2020 werd geweigerd. Op 20 juli 2022 heeft het UWV echter een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het bezwaar alsnog gegrond werd verklaard en verzoekster de Ziektewetuitkering per de eerder genoemde datum werd toegekend. Hierop heeft verzoekster haar beroep ingetrokken, maar verzocht om veroordeling van het UWV in de proceskosten.

De rechtbank heeft, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), besloten om de behandeling van het verzoek ter zitting achterwege te laten. De rechtbank overweegt dat, volgens artikel 8:75a van de Awb, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de proceskosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener van het beroepschrift. De rechtbank concludeert dat het UWV aan verzoekster is tegemoetgekomen door de gewijzigde beslissing op bezwaar.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV het griffierecht van € 49,00 aan verzoekster dient te vergoeden, maar dat een veroordeling daartoe niet nodig is. De kosten voor de rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 759,00, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft het UWV veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan verzoekster. Deze uitspraak is gedaan door rechter S.A.M.L. van de Sande en is openbaar gemaakt op 1 november 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/1895 ZW
uitspraak van 1 november 2022 van de enkelvoudige kamer op het verzoek om veroordeling in de proceskosten in de zaak tussen

[naam verzoekster] , te [plaatsnaam] , verzoekster,

gemachtigde: mr. S. Cakal,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV; kantoor Eindhoven), verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 13 april 2021 (bestreden besluit) van het UWV inzake de weigering per 30 november 2020 een Ziektewetuitkering te verstrekken.
Op 20 juli 2022 heeft het UWV een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, in die zin dat het bezwaar alsnog gegrond wordt verklaard en aan verzoekster per 30 november 2020 een Ziektewetuitkering wordt verstrekt.
Vervolgens heeft verzoekster het beroep ingetrokken, met het verzoek het UWV te veroordelen in de proceskosten. Het UWV heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid hierop te reageren.
De rechtbank heeft, met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een behandeling van het verzoek ter zitting achterwege gelaten.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank, indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten.
2. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de gewijzigde beslissing op bezwaar dat het UWV aan verzoekster is tegemoetgekomen. Hierin ziet de rechtbank aanleiding het UWV te veroordelen in de door verzoekster gemaakte proceskosten.
Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 759,00 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 759,00 en een wegingsfactor 1).
3. De rechtbank overweegt ten overvloede dat het UWV op grond van artikel 8:41, zevende lid, van de Awb het griffierecht van € 49,00 aan verzoekster dient te vergoeden, zodat een veroordeling daartoe niet nodig is.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt het UWV in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 759,00.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van mr. J.M. van Sambeek, griffier, op 1 november 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank.