ECLI:NL:RBZWB:2022:6486

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 juli 2022
Publicatiedatum
4 november 2022
Zaaknummer
9815819_E13072022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Tilman-Knoester
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande koopprijs met verweer over geleverde goederen en communicatie

In deze civiele zaak heeft de kantonrechter op 13 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Arrow Global Investments Holdings B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Arrow vorderde een bedrag van € 940,56 van de gedaagde, vermeerderd met wettelijke rente, wegens onbetaalde koopprijs van geleverde goederen. De gedaagde voerde verweer, stellende dat zij slechts twee in plaats van drie kasten had besteld en dat zij geen post had ontvangen op haar nieuwe adres. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende had aangetoond dat zij het bedrag had betaald, ondanks het overleggen van een betaalbewijs. De rechter concludeerde dat de vordering van Arrow toewijsbaar was, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig doorgeven van adreswijzigingen en de noodzaak voor de gedaagde om haar verweer voldoende te onderbouwen.

Uitspraak

Cluster I Civiele kantonzaken
Locatie Tilburg
zaak/rolnr.: 9815819 CV EXPL 22-1422
vonnis d.d. 13 juli 2022
inzake
Arrow Global Investments Holdings B.V., rechtsopvolger onder bijzondere titel van Wehkamp Finance B.V.,
gevestigd te Hilversum,
eiseres,
gemachtigde: gerechtsdeurwaarders L.V. Snijders en H.J. Boswinkel,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
procederend in persoon.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 1 april 2022, met producties;
b. de conclusie van antwoord, met producties;
c. de conclusie van repliek.
1.2
Gedaagde heeft, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, geen conclusie van dupliek genomen.
1.3
Daarna is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1
Eiseres (verder te noemen: Arrow) vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde (verder te noemen: [gedaagde] ) te veroordelen tot betaling van € 940,56, vermeerderd met de wettelijke rente over € 859,26 vanaf 29 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2
[gedaagde] voert verweer.
2.3
De inhoud van het tussen partijen gevoerde debat zal, indien en voor zover relevant, in het navolgende aan de orde komen.

3.De beoordeling

3.1
Tussen partijen staat het volgende vast.
Wehkamp B.V. (hierna te noemen: Wehkamp) heeft aan [gedaagde] zaken verkocht en
geleverd in november en december 2019. Deze goederen staan in het overzicht dat is
overgelegd als productie 1 bij dagvaarding. De koopprijs van deze goederen is in totaal
€ 859,26. Wehkamp heeft deze vordering, indien en voor zover daarvan sprake is, verkocht
aan Arrow.
3.2
Arrow stelt dat [gedaagde] de koopprijs van € 859,26 onbetaald heeft gelaten.
3.3
[gedaagde] heeft het volgende verweer gevoerd.
Zij heeft maar twee kasten besteld en geleverd gekregen in plaats van drie. De derde kast
wordt ten onrechte bij de rekening opgeteld.
[gedaagde] is begin 2020 verhuisd en heeft sindsdien geen post ontvangen van Wehkamp op
haar nieuwe adres. Dit terwijl haar nieuwe adres wel bekend is bij Wehkamp. Via de mail
heeft [gedaagde] evenmin berichten ontvangen over deze zaak, terwijl Wehkamp ook bekend is
met haar mailadres.
Zij heeft op 25 januari een bedrag van € 831,- betaald aan Afterpay. Dit zou overeenkomen
met het openstaande bedrag. Mocht er een bedrag openstaan dan realiseert zij zich dit te
moeten betalen. [gedaagde] heeft een betaalbewijs overgelegd van de betaling waarnaar zij
verwijst.
[gedaagde] maakt bezwaar tegen bijkomende kosten, aangezien zij twee jaar lang niet is
geïnformeerd over deze vordering.
3.4
Arrow heeft in reactie op het verweer van [gedaagde] over het aantal kasten erkend dat het in kwestie om slechts twee kasten gaat. Er zijn bij [gedaagde] slechts twee kasten in rekening gebracht en Arrow vordert nu betaling van maar twee kasten (naast andere goederen). [gedaagde] heeft daarop niet meer gereageerd. Het verweer van [gedaagde] op dit punt is met de reactie van Arrow voldoende weerlegd. Het wordt daarom gepasseerd.
3.5
De kantonrechter is verder van oordeel dat [gedaagde] niet voldoende gemotiveerd heeft
gesteld dat zij het bedrag van € 859,26 of een deel daarvan heeft betaald, gelet op het
volgende.
De betaling dateert blijkens het betaalbewijs van 25 januari 2021, dus van meer dan een jaar
na aanschaf van de producten. Dit terwijl [gedaagde] heeft aangevoerd vanaf begin 2020 geen
berichten van Wehkamp meer te hebben ontvangen. Dit roept de vraag op naar aanleiding
waarvan [gedaagde] dan meer dan een jaar na dato zou hebben betaald. [gedaagde] zegt daar niets over. Het op het betaalbewijs vermelde rekeningnummer en de daarop vermelde omschrijving vallen zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet te linken aan deze vordering. Anders dan [gedaagde] stelt, komt het bedrag van € 831,- niet overeen met de hoofdsom van € 859,26. Bovendien is [gedaagde] er kennelijk niet zeker van dat zij heeft betaald voor de geleverde zaken, omdat zij rekening houdt met de mogelijkheid dat er nog een bedrag betaald moet worden.
Het verweer van [gedaagde] op dit punt slaagt daarom niet.
3.6
Dat betekent dat het bedrag in hoofdsom, van € 859,26, toewijsbaar is. De rente, die
berekend tot 29 september 2022 € 42,42 bedraagt, is ook toewijsbaar.
3.7
[gedaagde] heeft verweer gevoerd tegen de extra kosten. Zij zou twee jaar lang niet
geïnformeerd zijn over de openstaande vordering.
Arrow heeft in reactie op dat verweer aangevoerd dat zij haar correspondentie ten aanzien van de openstaande vordering destijds per post heeft gestuurd naar het adres [adres 1] , zoals dat bij haar bekend was. Volgens het BRP woonde [gedaagde] daar tot 20 december 2020; pas per die datum is zij ingeschreven op het nieuwe adres, [adres 2] . Het is dan aan [gedaagde] om aan te tonen dat zij haar nieuwe adres (tijdig) heeft doorgegeven aan Wehkamp/Arrow (en Wehkamp/Arrow de post desondanks naar het oude adres heeft gestuurd). Dat heeft zij nagelaten, zodat dat niet is komen vast te staan. Het niet doorgeven van een adreswijziging dient voor rekening van [gedaagde] te komen. De stelling dat [gedaagde] geen post zou hebben ontvangen, leidt dan ook niet tot afwijzing van buitengerechtelijke kosten of proceskosten.
3.8
Arrow maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Arrow heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW, namelijk de als productie 9 overgelegde brief van 30 januari 2020. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 128,88 komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en is toewijsbaar.
3.9
Op het toe te wijzen bedrag strekt in mindering een gedane betaling van € 90,-. In totaal zal dan ook worden toegewezen een bedrag van (€ 859,26 plus € 42,42 plus € 128,88 minus € 90,- maakt) € 940,56, te vermeerderen met nog te verschijnen wettelijke rente.
Een in mindering betaald bedrag strekt op grond van artikel 44 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek eerst in mindering op de verschenen rente en kosten, zodat de nog te verschijnen rente toewijsbaar is over het gehele bedrag aan hoofdsom.
3.1
[gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure.

4.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Arrow te betalen een bedrag van € 940,56, vermeerderd met de wettelijke rente over € 859,26 vanaf 29 maart 2022 tot aan de dag van voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, aan de zijde van Arrow tot op heden begroot op € 129,74 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht en € 248,- als bijdrage in het salaris van de gemachtigde van Arrow;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tilman-Knoester, en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2022.