ECLI:NL:RBZWB:2022:6498

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
4 november 2022
Zaaknummer
9850141_E28092022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Tilman-Knoester
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een tandartsrekening met wisselende standpunten van de gedaagde

In deze civiele zaak heeft Netpoint Factoring B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die procedeerde bij monde van haar vader, voor de betaling van een tandartsrekening van € 84,93, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde heeft aanvankelijk betwist dat er een nacontrole heeft plaatsgevonden, maar later gesteld dat deze wel heeft plaatsgevonden en dat zij contant heeft betaald. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de gedaagde haar standpunt niet voldoende heeft onderbouwd en dat er geen bewijs is geleverd van de contante betaling. Hierdoor is de gedaagde veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 41,44, dat voortvloeit uit de factuur van de orthodontistenpraktijk, en de gevorderde buitengerechtelijke kosten van € 40,- zijn toegewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden niet zijn ter hand gesteld aan de gedaagde, waardoor de gevorderde rente niet kon worden toegewezen. De wettelijke rente vanaf de dag van verzuim is wel toegewezen. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 309,22. Het vonnis is uitgesproken op 28 september 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Locatie Tilburg
zaak/rolnr.: 9850141 CV EXPL 22-1750
vonnis d.d. 28 september 2022
inzake
Netpoint Factoring B.V.,
gevestigd te Kaatsheuvel ,
eiseres,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [adres gedaagde] ,
gedaagde,
procederend bij monde van haar vader.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 25 april 2022 met producties;
b. de conclusie van antwoord met producties;
c. de conclusie van repliek met producties;
d. de conclusie van dupliek.

2.Het geschil

2.1
Eiseres (verder te noemen: Netpoint ) vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde (verder te noemen: [gedaagde] ) te veroordelen tot betaling van € 84,93, vermeerderd met de overeengekomen rente van 1% per maand over € 41,44 vanaf 25 april 2022 tot aan de dag van voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2
[gedaagde] voert verweer.

3.De beoordeling

3.1
Netpoint legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Orthodontistenpraktijk [naam] heeft ten behoeve van [gedaagde] medische behandelingen verricht. Op 9 december 2020 heeft de nacontrole beugel plaatsgevonden, waarvoor bij [gedaagde] op 2 juli 2021 een factuur ten bedrage van € 41,44 is gestuurd. [gedaagde] heeft deze factuur onbetaald gelaten. De orthodontistenpraktijk heeft haar vordering op [gedaagde] gecedeerd aan Netpoint . Netpoint vordert betaling van de factuur. Daarnaast vordert zij op grond van de betalingsvoorwaarden de overeengekomen rente van 1% per maand. Tevens vordert zij op grond van artikel 6:96 BW de buitengerechtelijke kosten van € 40,-.
3.2
[gedaagde] voert aanvankelijk als verweer dat zij op 9 december 2020 slechts bij de orthodontistenpraktijk is geweest voor een vrijblijvende offerte, om eventueel een verdere behandeling te doen, en dat zij toen geen nacontrole heeft gehad. Thans voert zij als verweer dat inderdaad op 9 december 2020 een nacontrole heeft plaatsgevonden. Zij stelt, zo begrijpt de kantonrechter, dat zij deze nacontrole toen contant heeft betaald, zodat zij niets meer verschuldigd is.
3.3
De kantonrechter overweegt dat het huidige standpunt van [gedaagde] dat de nacontrole wèl heeft plaatsgevonden en dat zij die contant heeft betaald op geen enkele wijze is onderbouwd door [gedaagde] . Bovendien staat dit standpunt haaks op het standpunt dat zij eerder innam, namelijk dat op 9 december 2020 geen behandeling heeft plaatsgevonden waarvoor [gedaagde] diende te betalen; er zou alleen een offerte zijn opgesteld. Bewijslevering van de contante betaling is daarom niet aan de orde. Dat al betaald is voor de behandeling van 9 december 2020 is niet komen vast te staan.
3.4
Dit betekent dat [gedaagde] de behandeling nog zal dienen te betalen. Nu tussen partijen vast staat vast de orthodontistenpraktijk haar vordering op [gedaagde] heeft gecedeerd aan Netpoint zal [gedaagde] , zoals Netpoint vordert, aan Netpoint het bedrag in hoofdsom van € 41,44 dienen te betalen en zal de vordering dienaangaande worden toegewezen.
3.5
Netpoint maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De
kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten
(hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden.
Netpoint stelt de als productie 3 overgelegde aanmaningsbrief te hebben gestuurd aan [gedaagde] . [gedaagde] heeft aangegeven dat deze aanmaningsbrief nooit aan haar is verstuurd, maar dat haar ouders op 24 december 2021 wel een brief kregen van NZID, een andere gemachtigde van Netpoint dan in deze procedure. De kantonrechter constateert dat [gedaagde] niet ondubbelzinnig heeft betwist dat zij
of haar ouders, als haar vertegenwoordigers in deze, de als producties 3 overgelegde aanmaningsbrief hebben
ontvangen. Aangezien de aanmaningsbrief juist is geadresseerd, wordt ervan uitgegaan dat deze is ontvangen. Deze brief voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 40,- komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
3.6
Netpoint heeft zich voor wat betreft de verschuldigde rente gebaseerd op de algemene
voorwaarden. Deze zouden aan [gedaagde] ter hand zijn gesteld. [gedaagde] heeft dat betwist.
Netpoint heeft geen bewijs geleverd noch bewijs aangeboden van de terhandstelling. Dat de
algemene voorwaarden ter hand zijn gesteld is dan ook niet komen vast te staan. Dat
betekent dat de inhoud ervan niet van toepassing is op de behandelovereenkomst. Er is daarom geen grond voor toewijzing van de overeengekomen rente. Toegewezen zal worden de wettelijke rente vanaf de dag van verzuim, te weten 1 augustus 2021, tot de dag van voldoening.
3.7
[gedaagde] zal, als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de
kosten van de procedure.

4.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Netpoint te voldoen het bedrag van € 81,44, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 41,44 vanaf 1 augustus 2021 tot de dag van voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, aan de zijde van Netpoint tot op heden begroot op € 107,22 aan explootkosten, € 128,- aan griffierecht en € 74,- als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met btw belast);
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tilman-Knoester, en in het openbaar uitgesproken op 28 september 2022.