ECLI:NL:RBZWB:2022:6499

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
4 november 2022
Zaaknummer
9689561_E20072022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van incassokosten en proceskosten in civiele zaak

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de Stichting Sociaal Fonds voor Opleiding en Ontwikkeling in het Kappersbedrijf (SFK) op 20 juli 2022 een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betrof een bedrag van € 274,41, bestaande uit een hoofdsom van € 215,64, vervallen wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde had bezwaar gemaakt tegen de gevorderde kosten, met het argument dat de brieven en facturen naar een oud adres waren gestuurd, ondanks een wijziging in het Handelsregister.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde niet tijdig haar adreswijziging had doorgegeven, waardoor zij in haar risicosfeer ligt voor het niet ontvangen van de correspondentie. SFK heeft haar vordering bij conclusie van repliek nader toegelicht en afgezien van een deel van de gevorderde wettelijke rente. De rechtbank oordeelde dat de vordering van SFK, die enkel betrekking had op de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten, toewijsbaar was. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van SFK, die op dat moment waren vastgesteld op € 407,52.

De kantonrechter heeft in het vonnis de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 48,40 aan SFK en de proceskosten vastgesteld op € 407,52. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de overige vorderingen die zijn afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. Dijkman op 20 juli 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 9689561 CV EXPL 22-603
vonnis d.d. 20 juli 2022
inzake
de stichting
Stichting Sociaal Fonds voor Opleiding en Ontwikkeling in het Kappersbedrijf,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht ,
eiseres,
gemachtigde: Vesting Finance Incasso B.V., gevestigd te Amersfoort,
tegen
[gedaagde]handelend onder de naam
[gedaagde],
wonende te [adres gedaagde] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna aangeduid worden als “ SFK ” respectievelijk “ [gedaagde] ”.

1.De procedure

1.1.
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het exploot van dagvaarding van 1 februari 2022 met producties;
b. de akte vermindering van eis van 16 februari 2022;
c. de conclusie van antwoord met producties;
d. de conclusie van repliek, tevens houdende akte vermindering van eis met producties;
e. de aantekeningen van de griffier op het audiëntieblad van 8 juni 2022.
1.2.
De inhoud van deze stukken, met inbegrip van de daarbij overgelegde bescheiden, geldt als hier ingelast.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
SFK heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 274,41 (bestaande uit de hoofdsom: € 215,64, vervallen wettelijke rente tot 26 januari 2022: € 10,37 en buitengerechtelijke incassokosten: € 48,40 inclusief btw), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 215,64 vanaf 26 januari 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening, alsmede [gedaagde] in de kosten van de procedure te veroordelen.
2.2.
SFK heeft bij akte van 16 februari 2022 haar vordering verminderd met een door haar op 14 februari 2022 ontvangen bedrag van € 219,04. Dit bedrag strekt in de eerste plaats in mindering op de gevorderde hoofdsom van € 215,64. Het restant van € 3,40 (€ 219,04 -/-
€ 215,64) strekt in mindering op het bedrag van € 10,37 ter zake vervallen wettelijke rente.
2.3.
[gedaagde] heeft bij conclusie van antwoord bezwaar gemaakt tegen de medegevorderde kosten. [gedaagde] stelt dat zij deze kosten niet verschuldigd is, omdat de brieven/facturen, ondanks de wijziging van het adres in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel naar het oude adres van de salon ( [adres] ) zijn gezonden.
2.4.
SFK heeft haar vordering bij conclusie van repliek nader toegelicht en daarbij het antwoord van [gedaagde] op die vordering gemotiveerd weersproken. SFK heeft uit coulance afgezien van haar vordering tot betaling van het restant van de gevorderde wettelijke rente
(€ 10,37 minus € 3,40). De vordering van SFK ziet derhalve enkel op de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.
2.5.
Van de vervolgens geboden gelegenheid om op de conclusie van repliek te reageren heeft [gedaagde] geen gebruik gemaakt.
2.6.
Daarmee staat als niet weersproken vast dat [gedaagde] wel door SFK op het bij de KvK geregistreerde adres is aangeschreven en dat, voor zover [gedaagde] bepaalde brieven niet heeft ontvangen, dit in haar risicosfeer is gelegen omdat zij haar verhuizing niet tijdig heeft doorgegeven. Verder wordt ervan uitgegaan dat zij sommaties ook per e-mail heeft ontvangen. Nu de in de conclusie van repliek niet weersproken nadere stellingen van SFK het verweer van [gedaagde] voldoende weerleggen en de vordering geheel kunnen dragen zal de vordering worden toegewezen.
2.7.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij tevens worden veroordeeld in de proceskosten van SFK . Die kosten worden tot en met vandaag vastgesteld op € 407,52, bestaande uit € 129,52 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht en € 150,- (2 punten x € 75,- per punt) aan salaris voor de gemachtigde van SFK .

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan SFK te betalen een bedrag van € 48,40;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van SFK tot op heden vastgesteld op € 407,52;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op
20 juli 2022.