ECLI:NL:RBZWB:2022:6500

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 juni 2022
Publicatiedatum
4 november 2022
Zaaknummer
9659450_T15062022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis bewijsopdracht totstandkoming overeenkomst tussen T-Mobile Netherlands B.V. en gedaagde

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert T-Mobile Netherlands B.V. (hierna: T-Mobile) betaling van een openstaand bedrag van € 1.095,08 van de gedaagde, die in deze procedure wordt aangeduid als [gedaagde]. De vordering is gebaseerd op een door T-Mobile gestelde overeenkomst die op 21 december 2020 zou zijn gesloten. T-Mobile heeft de gedaagde gefactureerd voor verschillende bedragen, maar de gedaagde heeft deze facturen niet tijdig voldaan. De gedaagde betwist echter de totstandkoming van de overeenkomst en stelt dat hij deze nooit heeft gesloten.

De procesgang omvat onder andere een dagvaarding van 21 januari 2022, een conclusie van antwoord en verschillende akten van uitlating. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de totstandkoming van de overeenkomst en heeft T-Mobile in de gelegenheid gesteld om nadere toelichting te geven over de wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen en de levering van de mobiele telefoon aan de gedaagde. De gedaagde heeft ook de mogelijkheid om hierop te reageren.

De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de kantonrechter heeft bepaald dat de volgende zitting op 13 juli 2022 zal plaatsvinden. Dit tussenvonnis is gewezen door mr. Ebben en openbaar uitgesproken op 15 juni 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 9659450 CV EXPL 22-338
vonnis d.d. 15 juni 2022
inzake
de besloten vennootschap
T-Mobile Netherlands B.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders te Heerenveen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. T.M. ten Velde, advocaat te Tilburg.
Partijen worden hierna aangeduid als “T-Mobile” respectievelijk “ [gedaagde] ”.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 21 januari 2022 met producties;
b. de conclusie van antwoord;
c. de akte van uitlating zijdens T-Mobile van 16 maart 2022 met producties;
d. de antwoordakte zijdens [gedaagde] van 30 maart 2022.

2.De feiten

2.1.
T-Mobile heeft [gedaagde] gefactureerd door middel van de volgende facturen:
- 23 januari 2021: € 51,50
- 24 februari 2021: € 51,50
- 25 maart 2021: € 51,50
- 24 april 2021: € 51,50
- 27 mei 2021: €
849,08 +
€ 1.055,08
2.2.
De automatische incasso’s van de facturen van 23 januari 2021, 24 februari 2021 en 25 maart 2021 zijn respectievelijk op 8 februari 2021, 5 maart 2021 en 7 april 2021 door [gedaagde] gestorneerd.

3.Het geschil

3.1.
T-Mobile vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
  • [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.095,08, te vermeerderen met de wettelijke rente over de (nog openstaande) hoofdsom vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening;
  • [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure.
subsidiair:
  • de tussen partijen gesloten kredietovereenkomst te ontbinden;
  • [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.095,08, te vermeerderen met de wettelijke rente over de (nog openstaande) hoofdsom vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening;
  • [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
T-Mobile legt aan haar vordering -samengevat- ten grondslag dat zij op 21 december 2020 met [gedaagde] een overeenkomst heeft gesloten en [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen door de aan hem gefactureerde kosten, totaal
€ 1.055,08 niet, althans niet tijdig aan T-Mobile te voldoen.
De buitengerechtelijke incassokosten, zijnde een bedrag van € 40,- worden gevorderd op grond van de algemene voorwaarden en het bepaalde in artikel 6:96 Burgerlijk Wetboek (BW) en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
3.3.
[gedaagde] betwist dat hij de gestelde overeenkomst met T-Mobile heeft gesloten.
3.4.
Op de (overige) stellingen en weren wordt, voor zover van belang, hierna nog nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is in geschil of [gedaagde] de door T-Mobile gestelde overeenkomst heeft gesloten.
4.2.
T-Mobile onderbouwt haar stelling dat er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen door bij dagvaarding een op 21 december 2020 ondertekende overeenkomst voor mobiele telefonie (abonnement) en toestelkredietovereenkomst over te leggen.
4.3.
[gedaagde] stelt dat de gegevens die op de overgelegde overeenkomst vermeld staan juist zijn, behoudens het genoemde e-mailadres ( [e-mailadres] ).
4.4.
De kantonrechter stelt in de eerste plaats vast dat T-Mobile haar stelling dat de betreffende overeenkomst binnen de verkoopruimte is gesloten bij akte heeft gecorrigeerd, in die zin dat zij thans stelt dat de betreffende overeenkomst online tot stand is gekomen, waarna het toestel op het opgegeven woonadres is bezorgd.
4.5.
[gedaagde] betwist dat hij op 20 december 2020 (bedoeld zal zijn 21 december 2021, toevoeging kantonrechter) iemand heeft gesproken die hem een overeenkomst toonde en een mobiele telefoon overhandigde.
4.6.
De kantonrechter zal, alvorens verder te beslissen, T-Mobile in de gelegenheid stellen bij akte de totstandkoming van de overeenkomst en de levering van de mobiele telefoon aan het woonadres van [gedaagde] nader toe te lichten. T-Mobile dient meer in het bijzonder te onderbouwen wanneer en op welke wijze de elektronische aanvraag tot het sluiten van de overeenkomst tot stand is gekomen en uit welke stukken blijkt dat de bezorger de identiteit van de aanvrager heeft geverifieerd. Ook dient T-Mobile te reageren op het bij antwoordakte gevoerde verweer van [gedaagde] omtrent de geplaatste handtekening op de iPad.
T-Mobile dient ten slotte bij akte haar stelling dat op het moment van levering van de mobiele telefoon via iDEAL een betaling van € 0,01 van de bankrekening van [gedaagde] heeft plaatsgevonden te onderbouwen.
4.7.
[gedaagde] kan hierop vervolgens bij antwoordakte reageren.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verwijst de zaak naar de terechtzitting van
woensdag 13 juli 2022 te 09.00 uur, voor het nemen van een akte na tussenvonnis door T-Mobile zoals bedoeld in overweging onder 4.6;
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken
op 15 juni 2022.