Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 november 2022 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
de heffingsambtenaar van de gemeente Oisterwijk (de heffingsambtenaar),
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
Toetsingskader van de rechtbank
Onderbouwing van de WOZ-waarde
Vergelijkbaarheid van de referentiewoningen
De verschillen tussen de referentieobjecten en de woning
Staat van onderhoud
De door belanghebbende voorgestane waarde
Conclusie en gevolgen
Redelijke termijn
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de vastgestelde waarde tot € 265.000;
- vermindert de aanslag onroerendezaakbelastingen dienovereenkomstig;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 250;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 750;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 2.056;
- gelast dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het door hem betaalde griffierecht vergoedt, zijnde € 48.