Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 11.819,17, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 110,00, voor vergoeding kosten getuige;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- het vonnis van de politierechter d.d. 25 augustus 2021 waarbij verzoeker is vrijgesproken en
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
€ 110,00is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank niet onbillijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 9.745,85redelijk en billijk is.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 10.535,85zal worden overgemaakt op rekeningnummer [rekeningnummer] , t.n.v. Stichting beheer derdengelden Den Hollander Advocaten o.v.v. [verzoeker] /