Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- namens verzoekster, mr. Bronsveld;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 oktober 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure waarin verzoekster een klacht indiende tegen de zorgaanbieder, GGZ WNB, over de toediening van depotmedicatie. Verzoekster stelde dat zij op 19 mei 2022 depotmedicatie had gekregen zonder dat deze verplichte zorg was aangezegd of gemotiveerd, en zonder dat er sprake was van een noodsituatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster geen verzet heeft getoond tegen de toediening van de medicatie en dat de zorgaanbieder terecht heeft aangenomen dat er sprake was van vrijwilligheid. De rechtbank oordeelde dat de klacht van verzoekster ongegrond was en wees het verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank concludeerde dat de toediening van de depotmedicatie binnen de zorgmachtiging viel en dat verzoekster vrijwillig had ingestemd met de zorg. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.