ECLI:NL:RBZWB:2022:6688
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Versnelde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 9 november 2022, is het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Eiseres had op 3 maart 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een bestuursorgaan binnen zes maanden beslissen, met de mogelijkheid tot een eenmalige verlenging van zes maanden. De rechtbank stelt vast dat de termijn voor de beslissing op de aanvraag van eiseres op 3 september 2022 was verstreken, en dat de ingebrekestelling door eiseres op 2 april 2022 was verzonden. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, omdat de Belastingdienst nog geen besluit heeft genomen.
De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst binnen twaalf weken na verzending van deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op terugbetaling van het door haar betaalde griffierecht van € 50,-. De rechtbank wijst erop dat er geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten zijn. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.