ECLI:NL:RBZWB:2022:6691
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Versnelde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 9 november 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft op 2 april 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een bestuursorgaan binnen zes maanden beslissen, met de mogelijkheid tot een eenmalige verlenging van zes maanden. De Belastingdienst heeft de termijn verlengd, maar heeft uiteindelijk niet binnen de vereiste termijn van 2 april 2022 beslist. Eiseres heeft de Belastingdienst op 11 april 2022 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is. De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst binnen twaalf weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-. Tevens moet de Belastingdienst het griffierecht van € 50,- en de proceskosten van € 379,50 aan eiseres vergoeden. De rechtbank benadrukt dat de termijn voor het nemen van een besluit niet verlengd kan worden door vertraging door toedoen van eiseres, omdat dit onduidelijkheid zou scheppen.