ECLI:NL:RBZWB:2022:6709

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 november 2022
Publicatiedatum
11 november 2022
Zaaknummer
AWB- 22_2014 EN 22_2015
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake griffierechten in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden, betreffende de verleende ontheffing van de arbeidsplicht en de plicht tot het verrichten van een tegenprestatie op grond van de Participatiewet. De rechtbank heeft op 10 november 2022 uitspraak gedaan in de enkelvoudige kamer, waarbij de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn verklaard. Dit gebeurde zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 50,- hebben betaald. De griffier had eisers in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de brieven te betalen. Eisers hebben op 19 april 2022 verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht, maar hebben niet gereageerd op verzoeken om aanvullende informatie over hun inkomen en vermogen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de beroepen op betalingsonmacht afgewezen en eisers opnieuw de kans gegeven om het griffierecht te voldoen. Aangezien eisers in gebreke zijn gebleven en geen verontschuldigingen hebben aangedragen voor hun verzuimen, heeft de rechtbank geoordeeld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om een verzetschrift in te dienen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummers: BRE 22/2014 en BRE 22/2015

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 november 2022 in de zaken tussen

[naam eiser 1] en [naam eiser 2] , uit [plaatsnaam] , eisers

(gemachtigde: mr. N. Talhaoui),
en
Het dagelijks bestuur van gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden, verweerder.

Procesverloop

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van
24 februari 2022 (het bestreden besluit) inzake de verleende ontheffing van de arbeidsplicht en de plicht tot het verrichten van een tegenprestatie voor de duur van één jaar op grond van de Participatiewet.

Overwegingen

Omdat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In zaken als dezen is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft eisers bij gewone brieven in de gelegenheid gesteld de griffierechten te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brieven.
Eisers hebben op 19 april 2022 om vrijstelling van de griffierechten in verband met betalingsonmacht verzocht. De rechtbank heeft bij aangetekende brieven van 28 april 2022 eisers verzocht om gegevens over hun inkomen en vermogen in te dienen. Eisers hebben hier niet op gereageerd. De rechtbank heeft vervolgens bij brieven van 18 juli 2022 de beroepen op betalingsonmacht afgewezen.
Vervolgens zijn eisers eerst bij gewone brieven en daarna bij aangetekend verzonden brieven van 17 augustus 2022 in de gelegenheid gesteld de griffierechten te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brieven als de (aangetekende) brieven.
Eisers hebben de griffierechten niet (op tijd) betaald.
Eisers hebben geen redenen gegeven voor deze verzuimen. Er is dus geen verontschuldiging voor deze verzuimen gebleken.
De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van B.C. van Sprundel-Thelosen, griffier, op 10 november 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.