ECLI:NL:RBZWB:2022:6709
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake griffierechten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden, betreffende de verleende ontheffing van de arbeidsplicht en de plicht tot het verrichten van een tegenprestatie op grond van de Participatiewet. De rechtbank heeft op 10 november 2022 uitspraak gedaan in de enkelvoudige kamer, waarbij de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn verklaard. Dit gebeurde zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 50,- hebben betaald. De griffier had eisers in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de brieven te betalen. Eisers hebben op 19 april 2022 verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht, maar hebben niet gereageerd op verzoeken om aanvullende informatie over hun inkomen en vermogen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de beroepen op betalingsonmacht afgewezen en eisers opnieuw de kans gegeven om het griffierecht te voldoen. Aangezien eisers in gebreke zijn gebleven en geen verontschuldigingen hebben aangedragen voor hun verzuimen, heeft de rechtbank geoordeeld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om een verzetschrift in te dienen.