ECLI:NL:RBZWB:2022:6712

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 november 2022
Publicatiedatum
11 november 2022
Zaaknummer
AWB- 22_3737
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

In deze zaak heeft eiser, wonende in [plaatsnaam], beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, gedateerd 10 juni 2022. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 10 november 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft dit gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. Eiser is door de griffier in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, zowel per gewone als per aangetekende post. De aangetekende brief is echter niet afgehaald door eiser, en de griffier heeft de informatie ontvangen dat eiser op het opgegeven adres staat ingeschreven. Ondanks een tweede aanmaning heeft eiser het griffierecht niet betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.

Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft zij het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/3737

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 november 2022 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 10 juni 2022 (het bestreden besluit) beroep ingesteld.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 1 september 2022 eiser in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
De enveloppe waarin deze aangetekende brief is verzonden, is door de griffie terugontvangen met de mededeling “niet afgehaald”. Uit de na de retourontvangst ingewonnen informatie blijkt dat eiser staat ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres zoals vermeld op de brief.
Bij brief van 28 september 2022 is de brief van 1 september 2022 nogmaals gestuurd, nu per gewone post en met een laatste termijn voor voldoening van het griffierecht van twee weken na die dagtekening.
Eiser heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van C.A.F. Kalb, griffier, op 10 november 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.