ECLI:NL:RBZWB:2022:6715

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 november 2022
Publicatiedatum
11 november 2022
Zaaknummer
AWB- 21_4968
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen UWV

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding. Verzoeker had eerder een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) ingediend, welke door het UWV was afgewezen op basis van een arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%. Na een ongegrond verklaard bezwaar, heeft verzoeker beroep ingesteld. Op 30 september 2022 heeft het UWV echter het bestreden besluit gewijzigd en besloten om verzoeker per 1 november 2020 een IVA-uitkering toe te kennen, omdat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Hierop heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.

De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding. Het UWV heeft aangegeven zich niet te verzetten tegen de veroordeling in de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoeker en heeft het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen.

De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 2.661,70, inclusief de kosten voor rechtsbijstand en de kosten voor een deskundige. Daarnaast heeft de rechtbank opgemerkt dat het UWV verplicht is het door verzoeker betaalde griffierecht van € 49,- te vergoeden. De uitspraak is gedaan door rechter R.J. van Lochem, in aanwezigheid van griffier J.B.C. Hoeksel.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Inloopteam Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/4968

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: [naam gemachtigde] ),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, het UWV,
(gemachtigde: mr. A.P.J. Mijs).

Procesverloop

In het besluit van 15 april 2021 (primair besluit) heeft het UWV de aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) afgewezen, omdat verzoeker minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
In het besluit van 9 november 2021 (bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van verzoeker ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
In het besluit van 30 september 2022 heeft het UWV het bestreden besluit gewijzigd en besloten om het bezwaar van verzoeker gegrond te verklaren, en aan verzoeker per 1 november 2020 een IVA-uitkering [1] op grond van de Wet WIA toe te kennen, omdat verzoeker volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is.
Naar aanleiding hiervan heeft verzoeker het beroep ingetrokken met daarbij het verzoek het UWV te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld te reageren op dat verzoek.
Het UWV heeft de rechtbank meegedeeld dat hij zich niet verzet niet tegen veroordeling in de forfaitaire proceskosten die gemaakt zijn in deze beroepsprocedure.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling.
2. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
3. Gelet op de gedingstukken en het hiervoor weergegeven procesverloop is het UWV tegemoet gekomen aan het beroep van verzoeker.
4. Het verzoek wordt als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank veroordeelt het UWV in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Bpb voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 759,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 759,- met een wegingsfactor 1).
5. Ook komen voor vergoeding in aanmerking de kosten die verzoeker redelijkerwijs heeft moeten maken voor het inschakelen van de deskundige. Verzocht is om vergoeding van de factuur van Neurologisch Expertise en Behandel Centrum. Uit de factuur van 7 juni 2022 volgt een totaalbedrag van € 1.902,70 inclusief btw (€ 1.572,48,- exclusief btw). Het UWV heeft medegedeeld dat hij zich niet verzet tegen vergoeding van de factuur. De rechtbank acht deze kosten redelijk. Deze kosten komen derhalve voor toewijzing in aanmerking.
6. Het totaalbedrag van de te vergoeden kosten bedraagt daarmee € 2.661,70 (€ 759,- + € 1.902,70).
7. De rechtbank wijst erop dat het UWV op grond van artikel 8:41, zevende lid, van de Awb verplicht is het door verzoeker betaalde griffierecht van € 49,- te vergoeden. Verzoeker zal zich hiervoor dan ook tot verweerder moeten wenden.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt het UWV in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 2.661,70.
Deze uitspraak is gedaan op 11 november 2022 door mr. R.J. van Lochem, rechter, in aanwezigheid van mr. J.B.C. Hoeksel, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.IVA = Inkomensvoorziening Volledig arbeidsongeschikten.