ECLI:NL:RBZWB:2022:6755
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 14 november 2022, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van zijn situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag op 31 mei 2021. De Belastingdienst/Toeslagen, als verweerder, had niet tijdig beslist op deze aanvraag. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een bestuursorgaan binnen zes maanden beslissen, met de mogelijkheid om deze termijn eenmalig met zes maanden te verlengen. De rechtbank oordeelt dat de termijn voor verweerder om te beslissen op de aanvraag van eiser inmiddels was verstreken, aangezien de beslissing uiterlijk op 31 mei 2022 genomen had moeten worden.
Eiser heeft verweerder op 3 juni 2022 in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen besluit genomen. De rechtbank heeft besloten dat verweerder alsnog binnen elf weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op terugbetaling van het betaalde griffierecht van € 50,-. De rechtbank heeft geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten vastgesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.