ECLI:NL:RBZWB:2022:6765
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Dijkman
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming huurwoning door wanbetaling en niet-nakoming huurovereenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 november 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de stichting WonenBreburg en twee gedaagden, [gedaagde sub1] en [gedaagde sub2]. WonenBreburg vorderde ontbinding van de huurovereenkomst met [gedaagde sub1] en ontruiming van de huurwoning, gelegen aan [woonadres] te Tilburg, vanwege een aanzienlijke huurachterstand en het feit dat [gedaagde sub1] niet op het adres van de huurwoning ingeschreven stond. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde sub1] in gebreke was gebleven in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, wat de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigde. De gedaagde [gedaagde sub1] was niet verschenen op de zitting, waardoor verstek werd verleend.
[gedaagde sub2] voerde verweer en stelde dat hij als medehuurder moest worden aangemerkt, maar de rechtbank oordeelde dat hij geen huurder was en dat de vordering tot ontruiming ook jegens hem kon worden toegewezen. De rechtbank wees de vorderingen van WonenBreburg tot ontruiming en betaling van huurachterstand toe, maar wees de vordering tot betaling op basis van onverschuldigde betaling af, omdat [gedaagde sub2] met toestemming van WonenBreburg als inwoner in de huurwoning verbleef. De rechtbank veroordeelde beide gedaagden tot ontruiming van de huurwoning en tot betaling van de proceskosten.