ECLI:NL:RBZWB:2022:6779
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. Toekoen
- A. Pellikaan
- J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot machtiging uithuisplaatsing van minderjarige afgewezen na onvoldoende onderbouwing door gecertificeerde instelling
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de plaatsing van een minderjarige in een gezinshuis. De gecertificeerde instelling (GI) had een verzoek ingediend tot verlening van een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige in een accommodatie voor jeugdhulpaanbieders. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat de GI onvoldoende voortgang had geboekt in het onderzoek naar het 'goed genoeg ouderschap' van de moeder van de minderjarige. De rechtbank weegt de nadelen van een langdurige onzekere uithuisplaatsing bij onbekenden zwaarder dan de zorgen die over de moeder zijn geuit. De moeder zorgt voor de twee kinderen van haar partner en er is geen acute onveiligheid in haar thuissituatie vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de GI niet tijdig en niet conform de eerder gegeven machtiging heeft gehandeld, en dat er onvoldoende onderbouwing is voor de zorgen die door de GI over de moeder zijn geuit. De rechtbank heeft de GI opgedragen om meer inzicht te geven in de opvoedsituatie van de moeder en heeft het verzoek van de GI afgewezen. De ondertoezichtstelling van de minderjarige loopt tot 9 augustus 2023, en de rechtbank heeft de moeder aangespoord om mee te werken aan de hulpverlening.