ECLI:NL:RBZWB:2022:6787

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
16 november 2022
Zaaknummer
9776217_E16112022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindbeschikking over ontslag op staande voet en verwijtbaarheid in verband met psychische aandoeningen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 november 2022, is een eindbeschikking gegeven in twee procedures met betrekking tot ontslag op staande voet van de heer [verzoeker] door Tesla Motors Netherlands B.V. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is, omdat niet is komen vast te staan dat de verwijtbaarheid van [verzoeker] in belangrijke mate ontbreekt door een psychische aandoening. De zaak draait om de vraag of de psychische gesteldheid van [verzoeker] op het moment van het incident op 25 april 2022, waarbij hij zich dreigend heeft geuit naar zijn werkgever, een rol heeft gespeeld in de rechtvaardiging van het ontslag.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoeker] op basis van een behandelplan van zijn psycholoog, waarin hij melding maakt van psychotische verschijnselen door cannabisgebruik, niet kan aantonen dat zijn gedrag op 25 april 2022 het gevolg was van een psychische aandoening. De rechter heeft geconcludeerd dat de ernst van de verwijtbaarheid van [verzoeker] niet in belangrijke mate ontbreekt, en dat het ontslag op staande voet derhalve stand houdt. De verzoeken van [verzoeker] tot vernietiging van het ontslag en doorbetaling van loon zijn afgewezen. Ook de subsidiaire vordering tot toekenning van de transitievergoeding is afgewezen, omdat er geen aanwijzingen zijn dat het niet toekennen van deze vergoeding onaanvaardbaar zou zijn.

In de tweede procedure, waarin Tesla een onvoorwaardelijk tegenverzoek tot gefixeerde schadevergoeding heeft ingediend, heeft de kantonrechter geoordeeld dat Tesla niet voldoende heeft onderbouwd dat [verzoeker] opzet of schuld heeft gehad in het veroorzaken van de dringende reden voor ontslag. De vordering van Tesla is afgewezen. De proceskosten zijn in beide zaken gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 9776217 AZ VERZ 22-25 en 9937625 AZ VERZ 22-47
beschikking van 16 november 2022
inzake
de heer [verzoeker] ,
wonende te [adres] , hierna te noemen: “ [verzoeker] ”,
verzoeker in de zaak met nummer 9937625 AZ VERZ 22-47
verweerder in de zaak met nummer 9776217 AZ VERZ 22-25,
gemachtigde: mr. drs. G. de Hoog-Geurts, verbonden aan DAS Rechtsbijstand,
tegen
de besloten vennootschap Tesla Motors Netherlands B.V.,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: “Tesla”,
verweerster in de zaak met nummer 9937625 AZ VERZ 22-47
verzoekster in de zaak met nummer 9776217 AZ VERZ 22-25,
gemachtigde: mr. A.T.M. Adams, advocaat te Amsterdam,

1.Het verloop van beide procedures

1.1.
Het verloop van de procedures blijkt uit:
  • de tussenbeschikking van 26 september 2022 en de daarin genoemde processtukken;
  • de brief met bijlage van 6 oktober 2022 van [verzoeker] ;
  • de reactie daarop van Tesla van 25 oktober 2022.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak bepaald op vandaag.

2.De verdere beoordeling

In de zaak met nummer 9937625 AZ VERZ 22-47
2.1.
De kantonrechter heeft bij beschikking van 26 september 2022 geoordeeld dat de door [verzoeker] op 25 april 2022 geuite dreigementen dermate ernstig zijn, dat deze in beginsel een ontslag op staande voet rechtvaardigen, maar dat de door [verzoeker] gestelde psychische gesteldheid de dringendheid aan de redenen zou kunnen ontnemen. De kantonrechter heeft [verzoeker] op grond van artikel 22 Rv bevolen een oordeel van zijn behandelend [psycholoog] in het geding te brengen, waaruit een diagnose en het eventuele verband tussen deze diagnose en het incident op 25 april 2022 zouden blijken.
2.2.
[verzoeker] heeft daar opvolging aan gegeven door het in het geding brengen van het door [psycholoog] opgestelde behandelplan. Dit behandelplan vermeldt voor zover voor de verdere beoordeling van belang:
Mijn hulpvraag:
Client wil hulp bij zijn cannabisgebruik en agressie problemen.
De beschrijving van de diagnose (wat er aan de hand is):
Betreft een 34-jarige man van Marokkaanse afkomst die in vrijwillig kader is aangemeld wegens agressieregulatieproblemen (verbaal). (…) Client geeft aan altijd een kort lontje te hebben gehad waardoor hij in het verleden in aanraking is geweest met politie en justitie voor vechtpartijen en bedreiging. (…) Client denkt zelf dat er sprake is van ADHD, maar hier is nooit onderzoek naar gedaan.
Cliënt heeft daarna een lange periode goed gefunctioneerd, waarin hij verschillende opleidingen heeft afgerond en er volgens hem geen noemenswaardige problemen zijn geweest. Sinds 2019 is zijn draagkracht echter in toenemende mate onder druk komen te staan o.a. vanwege conflicten op het werk. (…) Cliënt ervaart sindsdien in toenemende mate last van stressgerelateerde klachten en somberheid, zoals piekeren, gevoelens van onzekerheid, prikkelbaarheid, en het hebben van een (nog) korter lontje met verbale agressie tot gevolg. Client blowt sinds 15 jaar maar is sindsdien meer gaan blowen (…)
De spanning is in april 2022 uiteindelijk zo hoog bij hem opgelopen dat hij onder invloed van cannabis, en hiermee gepaarde psychotische verschijnselen (cliënt hoorde naar eigen zeggen eenmalig stemmen die hem aanspoorde werk te stoppen en zag wazig), zich dreigend zou hebben geuit naar zijn werkgever (april 2022), waarna deze hem op staande voet heeft ontslagen. (…)
Psychiatrisch diagnostisch lijkt er sprake te zijn van een depressieve stoornis en differentiaal diagnostisch zijn er aanwijzingen voor traumagerelateerde problematiek (agv werkconflicten) en onderliggend ontwikkelingsproblematiek (ADHD en/of ASS).
De behandelaar classificeert dit als volgt:
  • Depressieve stoornis: recidiverende episode – matig Somberheid, anhedonie en prikkelbaarheid met agressieve impulsdoorbraken.
  • Stoornis in cannabisgebruik: matig, ernstig 15 jaar lang blowen
  • Ongespecificeerde neurobiologische ontwikkelingsstoornis aanwijzingen voor ADHD (en/of ASS; screenend meenemen in psychologisch onderzoek)
  • Ander probleem verband houdend met werk of werkeloosheid werkconflict (…)”
2.3.
In de begeleidende brief van 6 oktober 2022 vermeldt de gemachtigde van [verzoeker] dat aan de behandelaar is verzocht om in te gaan op het verband tussen de diagnose en het incident op 25 april 2022, maar
‘helaas is hierop mondeling aangegeven dat dit nu niet mogelijk was.’
2.4.
Tesla voert in haar reactie samengevat aan dat het behandelplan geen enkele onderbouwing biedt voor het standpunt van [verzoeker] dat zijn gedrag van 25 april 2022 werd veroorzaakt door een psychotische aanval. Het behandelplan bestaat voornamelijk uit een anamnese, een weergave van hetgeen [verzoeker] zelf aan de behandelaar heeft verteld. Uit het feit dat de behandelaar van [verzoeker] niet is ingegaan op het verband tussen de diagnose en het incident van 25 april 2022, hoewel [verzoeker] daar specifiek naar heeft gevraagd, leidt Tesla af dat [psycholoog] het gestelde causale verband niet onderschrijft.
2.5.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Op basis van de beschikbare informatie kan op dit moment niet worden vastgesteld dat [verzoeker] lijdt aan een psychische aandoening die zijn gedrag van 25 april 2022 moet hebben veroorzaakt. Uit het behandelplan blijkt dat [verzoeker] melding heeft gemaakt van psychotische verschijnselen als gevolg van cannabisgebruik, maar de behandelaar komt niet tot een classificatie waarin psychoses vermeld worden. Uit de classificatie blijkt dat [verzoeker] kampt met (psychische) problemen, maar niet blijkt dat dit in een mate is dat dit af kan doen aan de dringendheid van de redenen die Tesla hebben gebracht tot het verlenen van ontslag op staande voet. Het behandelplan maakt bijvoorbeeld geen melding van een verwijzing naar een psychiater of het voorschrijven van medicatie, terwijl dit naar eigen zeggen van [verzoeker] wel is aangekaart door de behandelaar. Deze stellingen van [verzoeker] wijzen op een ernstige(re) psychische problematiek, die niet uit het behandelplan blijkt. De kantonrechter leest in de weigering van de behandelaar om in te gaan op het causaal verband tussen de diagnose en het incident van 25 april 2022 niet per definitie een erkenning dat dit verband ontbreekt; door de toevoeging van het woord ‘nu’ bestaat ook de mogelijkheid dat het trekken van dergelijke conclusies nader onderzoek vergt. Het had echter op de weg van [verzoeker] gelegen om daarover nadere duidelijkheid te verschaffen, hetgeen hij heeft nagelaten. De eisen van een goede procesorde verzetten zich ertegen dat [verzoeker] nogmaals in de gelegenheid wordt gesteld om zich uit te laten, omdat dit het wijzen van een eindbeschikking onredelijk zou vertragen.
2.6.
Het voorgaande leidt ertoe dat het gegeven ontslag op staande voet naar het oordeel van de kantonrechter rechtsgeldig is gegeven en derhalve stand houdt. De primair verzochte vernietiging van het ontslag op staande voet en doorbetaling van loon worden afgewezen.
De subsidiaire vordering van [verzoeker] gaat uit van de situatie waarin [verzoeker] heeft berust in het ontslag op staande voet, welke situatie zich niet voordoet. De meer subsidiaire vordering tot toekenning van de transitievergoeding wordt afgewezen op grond van artikel 7:673 lid 7 aanhef en onder c BW. Het gedrag van [verzoeker] zoals hij dat op 25 april 2022 heeft laten zien is naar het oordeel van de kantonrechter ernstig verwijtbaar. Uit hetgeen in rechtsoverweging 2.5 is overwogen, volgt dat er op dit moment geen aanwijzingen zijn dat verwijtbaarheid aan de kant van [verzoeker] in belangrijke mate ontbreekt. Niet gesteld of gebleken is dat het niet toekennen van de transitievergoeding aan [verzoeker] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, zodat de kantonrechter niet toekomt aan toepassing van artikel 7:673 lid 8 BW.
In de zaak met nummer 9776217 AZ VERZ 22-25
2.7.
Nu de voorwaarde waaronder Tesla het ontbindingsverzoek heeft ingesteld niet wordt vervuld, ligt dit verzoek niet ter beoordeling aan de kantonrechter voor.
2.8.
Het verzoekschrift van Tesla bevat tevens een onvoorwaardelijk tegenverzoek tot toekenning van de zogenoemde gefixeerde schadevergoeding. Op grond van artikel 7:677 lid 2 BW is de partij die door opzet of schuld aan de wederpartij een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen, aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd, indien de wederpartij van die bevoegdheid gebruik heeft gemaakt. Tesla stelt dat de dringende reden door opzet c.q. schuld van [verzoeker] is veroorzaakt, zonder deze stelling nader feitelijk te onderbouwen. Voor de verschuldigdheid van de vergoeding door degene die de dringende reden heeft veroorzaakt, is anders dan bij ontslag op staande voet steeds verwijtbaarheid vereist. Dat ligt besloten in de vereiste opzet of schuld. De plicht om te stellen en, in geval van een betwisting, te onderbouwen dat er sprake is van opzet of schuld, rust in het kader van artikel 7:677 lid 2 BW op Tesla. De kantonrechter leest in het verweer van [verzoeker] , erop neerkomend dat hij zich niet kan herinneren wat hij gezegd heeft bij de bedrijfsarts, een betwisting van de gestelde opzet of schuld. Tesla heeft gelet op deze betwisting onvoldoende gemotiveerd gesteld dat [verzoeker] opzet of schuld treft. Het debat dat in de andere zaak gevoerd is op het punt van de verwijtbaarheid van [verzoeker] doet daar niet aan af. De uitkomst daarvan is zoals overwogen dat op dit moment niet kan worden vastgesteld dat de verwijtbaarheid van [verzoeker] als gevolg van een psychische aandoening in belangrijke mate ontbreekt, zodat het dringende karakter niet wordt ontnomen aan de door Tesla aangevoerde redenen voor ontslag. Ook is de uitkomst dat wel kan worden vastgesteld dat [verzoeker] kampt met psychische problemen. In dit concrete debat ligt niet per definitie besloten dat [verzoeker] door opzet of schuld een dringende reden voor ontslag heeft gegeven. Nu Tesla heeft nagelaten haar stelling dat sprake is van opzet of schuld nader feitelijk te onderbouwen, zoals in dit concrete geval wel van haar verlangd had mogen worden, wordt de vordering afgewezen.
Proceskosten in beide zaken
2.9.
Beide partijen worden in beide zaken over en weer in het ongelijk gesteld. De kantonrechter ziet daarin aanleiding om de proceskosten in beide zaken te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
In de zaak met nummer 9937625 AZ VERZ 22-47
In de hoofdzaak
3.1.
wijst de verzoeken af,
3.2.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
In de zaak met nummer 9776217 AZ VERZ 22-25
3.3.
wijst de vordering af,
3.4.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2022.