ECLI:NL:RBZWB:2022:6800
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Haerkens-Wouters
- Rechtspraak.nl
Beschikking inzake voorlopige voorziening partneralimentatie met internationale privaatrechtelijke aspecten
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 november 2022 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende voorlopige voorzieningen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A. Scanlan, verzoekt om vaststelling van een door de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.A. Blaas, te betalen onderhoudsbijdrage van € 1.200 per maand. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 25 oktober 2022, waarbij beide partijen aanwezig waren, evenals een tolk voor de vrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw behoefte heeft aan een onderhoudsbijdrage, waarbij zij de hoogte van de Participatiewet-uitkering als uitgangspunt neemt. De man heeft verweer gevoerd en betwist dat de vrouw haar behoefte heeft onderbouwd, en stelt dat zij in staat is om zelf in haar levensonderhoud te voorzien.
De rechtbank heeft de internationale privaatrechtelijke aspecten van de zaak beoordeeld, gezien de Marokkaanse nationaliteit van de vrouw. De rechtbank concludeert dat zij rechtsmacht heeft en naar Nederlands recht moet beslissen. De rechtbank komt tot de conclusie dat de vrouw een redelijke behoefte heeft van € 1.101,82 netto per maand. De man heeft een bruto jaarinkomen van € 43.643, en na beoordeling van zijn financiële situatie, inclusief zijn lasten, komt de rechtbank tot de conclusie dat hij in staat is om een bijdrage van € 134 netto per maand te betalen. De rechtbank heeft de verplichting tot betaling van deze bijdrage vastgesteld met ingang van de datum van de beschikking en heeft het meer of anders verzochte afgewezen.