ECLI:NL:RBZWB:2022:6817

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
16 november 2022
Zaaknummer
396668_E16112022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. van der Weide
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst en toewijzing contractuele boete wegens niet-betaling koopsom

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Cosunpark Development BV en een gedaagde partij over de niet-betaling van de koopsom voor een woning. De koopovereenkomst, die op 5 november 2021 tot stand kwam, bevatte bepalingen over de betalingstermijnen en de gevolgen van niet-nakoming, waaronder een contractuele boete. De gedaagde heeft de koopsom van € 379.393,26 niet tijdig voldaan, ondanks herhaalde verzoeken van Cosunpark Development. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat de contractuele boete van € 69.000,00 verschuldigd is. De rechtbank heeft de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding van € 66.491,70, die voortkwam uit de niet-nakoming van de koopovereenkomst, en de beslagkosten van € 2.692,78. De vordering van de gedaagde tot opheffing van de gelegde beslagen werd afgewezen. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van Cosunpark Development toegewezen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/396668 / HA ZA 22-183
Vonnis van 16 november 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
COSUNPARK DEVELOPMENT BV,
gevestigd te Heerhugowaard,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. Ch.G.A. van Rijckevorsel te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [adres gedaagde] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. P.J.M. Boomaars te Breda.
Partijen zullen hierna Cosunpark Development en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 13 juli 2022 en de daarin genoemde processtukken;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte overlegging productie (14 tot en met 18) en vermindering van eis van Cosunpark Development;
  • de akte overlegging productie 19 van Cosunpark Development;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 3 oktober 2022 met de daaraan gehechte spreekaantekeningen van de advocaten van beide partijen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Cosunpark Development is een dochteronderneming en projectvennootschap van de besloten vennootschap Reales Development B.V. (“Reales”). Reales houdt zich bezig met het ontwikkelen van zowel residentieel als commercieel vastgoed.
2.2.
Tussen Cosunpark Development als verkoper en [gedaagde] als koper is op 5 november 2021 een koopovereenkomst tot stand gekomen ter zake een nog te realiseren appartement op de vierde en vijfde etage gelegen aan [adres] , inclusief twee buitenruimten, een berging en een parkeerplaats in de bijbehorende parkeergarage (“het verkochte”). De overeengekomen koopsom bedraagt € 379.393,26 vrij op naam.
2.3.
De koopovereenkomst bevat, voor zover van belang voor de beoordeling, de volgende bepalingen:
19 Ingebrekestelling, verzuim en boete
19.1
Bij niet of niet tijdige nakoming van deze Koopovereenkomst anders dan door niet toerekenbare tekortkoming (overmacht) is de nalatige aansprakelijk voor alle daaruit voor de wederpartijen ontstane schade met kosten en rente, ongeacht het feit of de nalatige in verzuim is in de zin van het volgende lid.
19.2
Indien één van de Partijen, na bij deurwaardersexploot in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht kalenderdagen tekortschiet in de nakoming van één of meer van haar verplichtingen is deze Partij in verzuim en heeft de wederpartij de al dan niet subsidiaire keus tussen:
uitvoering van de Koopovereenkomst te verlangen, in welk geval de Partij die in verzuim is na afloop van voormelde termijn van acht kalenderdagen voor elke sedertdien ingegane dag tot aan de dag van nakoming een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd is van drie pro mille van de Koopsom; of
de Koopovereenkomst door een schriftelijke verklaring voor ontbonden te verklaren en betaling van een onmiddellijk opeisbare boete te vorderen van tien procent van de Koopsom.
19.3
Betaalde of verschuldigde boete strekt in mindering op eventueel verschuldigde schadevergoeding met rente en kosten.
(…)

26.Groninger akte

26.1
Koper en verkoper zijn overeen gekomen dat de koopsom uiterlijk 15 januari 2022 wordt voldaan.
26.2
In verband met hetgeen in artikel 26.1 is vermeld, zijn Partijen overeengekomen het Verkochte middels een zogenaamde Groninger akte wordt geleverd aan Koper, die uiterlijk op 31 december 2021 ten kantore van de Notaris wordt gepasseerd.
26.3
In de Groninger akte wordt bepaald dat de levering van het Verkochte plaatsvindt onder de ontbindende voorwaarde dat de Koopsom uiterlijk op 15 januari 2022 door Koper is voldaan.
26.4
In afwijking van artikel 19.2 van de Koopovereenkomst, verbeurt Koper een onmiddellijk opeisbare gefixeerde boete van EUR 69.000,- aan Verkoper, indien de Koopsom niet uiterlijk op 15 januari 2022 door Koper is voldaan door creditering van de kwaliteitsrekening van de Notaris en daarmee de ontbindende voorwaarde voor betaling van de Koopsom wordt vervuld. (…)”
2.4.
Op 28 december 2021 is de zogenaamde Groninger akte (een notariële akte van levering van een onroerende zaak onder de ontbindende voorwaarde van niet betaling van de overeenkomen koopsom op een latere datum) gepasseerd bij de notaris.
2.5.
In de periode voorafgaand aan de uiterlijke betaaldatum van 15 januari 2022 heeft Cosunpark Development van de notaris vernomen dat [gedaagde] de koopsom ondanks herhaald verzoek nog niet had gestort. Cosunpark Development heeft contact opgenomen met [gedaagde] , waaruit duidelijk werd dat [gedaagde] niet tijdig kon betalen. Cosunpark Development heeft [gedaagde] tot 28 januari 2022 de tijd gegeven de koopsom te voldoen, onder de voorwaarde dat [gedaagde] uiterlijk op 15 januari 2022 een bevestiging van de bank zou overleggen waaruit zou blijken dat de financiering op die datum rond zou kunnen zijn. Deze bevestiging en de betaling zijn uitgebleven.
2.6.
Op 2 februari 2022 heeft Cosunpark Development [gedaagde] per e-mail bericht dat de koopovereenkomst zou worden ontbonden en de contractuele boete zou worden opgeëist indien [gedaagde] niet uiterlijk voor zondag 6 februari 2022 schriftelijk zou aantonen dat de koopsom uiterlijk 16 februari 2022 voldaan zou worden.
2.7.
In reactie op deze e-mail laat [gedaagde] op 6 februari 2022 weten dat hij nog steeds voornemens is de koopsom voor 16 februari 2022 te gaan voldoen, maar dat hij nog steeds geen besluit van de Rabobank had gekregen over de aangevraagde hypotheek. [gedaagde] geeft aan ook alternatieven voor de financiering te onderzoeken.
2.8.
Cosunpark Development heeft [gedaagde] per deurwaardersexploot van 7 februari 2022 in gebreke gesteld. [gedaagde] wordt gesommeerd de koopsom uiterlijk binnen acht dagen na betekening van het exploot te voldoen, bij gebreke waarvan de koopovereenkomst zou worden ontbonden en de contractuele boete zou worden opgeëist.
2.9.
[gedaagde] heeft uitstel gevraagd tot woensdag 23 februari 2022 12:00 uur, en voorgesteld met elkaar om tafel te gaan om een oplossing te bespreken. Er heeft telefonisch overleg plaatsgevonden tussen partijen op 23 februari 2022. Op 24 februari 2022 heeft de advocaat van [gedaagde] contact opgenomen met Cosunpark Development. De contacten hebben niet geleid tot een minnelijke regeling.
2.10.
Cosunpark Development heeft op 23 maart 2022 na daartoe bij beschikking van 16 maart 2022 verkregen verlof van de voorzieningenrechter conservatoir beslag doen leggen onder de Rabobank, ING en ABN AMRO. Ook is conservatoir beslag gelegd op de aandelen die [gedaagde] houdt in de besloten vennootschap [bedrijf] , de onroerende zaak van [gedaagde] in [adres gedaagde] en drie motorrijtuigen op naam van [gedaagde] (een BMW 118i, een Audi A3 en een Maserati Ghibli). In het beslagrekest heeft Cosunpark Development haar vordering gebaseerd op nakoming van de koopovereenkomst en begroot op € 524.880,23.
2.11.
Cosunpark Development heeft de koopovereenkomst met [gedaagde] op 5 april 2022 ontbonden. De ontbindingsverklaring is bij deurwaardersexploot aan [gedaagde] betekend.
2.12.
Bij e-mail van 7 april 2022 heeft de advocaat van Cosunpark Development de advocaat van [gedaagde] bericht dat bereidheid bestond de gelegde beslagen op te heffen, mits [gedaagde] voldoende zekerheid zou stellen voor de vordering van Cosunpark Development, of aan zou tonen welke van de beslagen objecten voldoende verhaal biedt.
2.13.
Cosunpark Development heeft het verkochte bij akte van levering van 22 april 2022 geleverd aan een andere koper. Uit de akte van levering blijkt dat de koopovereenkomst tussen Cosunpark Development en de nieuwe koper op 17 maart 2022 tot stand is gekomen, en dat daarin een koopsom van € 378.970,26 inclusief omzetbelasting overeen is gekomen.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Na vermindering van eis vordert Cosunpark Development samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [gedaagde] veroordeelt:
I. tot vergoeding van de door Cosunpark Development tot de dag van dagvaarding geleden schade ad € 79.502,06 en de contractuele boete van € 69.000,00, die in mindering wordt gebracht op de verschuldigde schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 15 januari 2022 tot de dag van volledige betaling;
II. tot vergoeding van de door Cosunpark Development vanaf de dag van dagvaarding tot aan voldoening van de gehele vordering geleden schade, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke handelsrente indien tijdige voldoening uitblijft;
III. in de beslagkosten, te voldoen binnen 14 dagen nadat de totale kosten bekend zijn, vermeerderd met de wettelijke rente indien tijdige voldoening uitblijft;
IV. veroordeelt in de kosten van de procedure, inclusief nakosten en rente.
3.2.
Cosunpark Development baseert haar vorderingen op de inhoud van artikel 19 en 26.4 van de koopovereenkomst.
3.3.
[gedaagde] voert verweer tegen de gestelde schadeposten en doet ten aanzien van de contractuele boete een beroep op matiging ex artikel 6:94 BW tot nihil.
in reconventie
3.4.
[gedaagde] vordert samengevat - veroordeling van Cosunpark Development tot opheffing van de gelegde beslagen onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per dag(deel) en tot betaling van de kosten van de procedure, een en ander bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis.
3.5.
[gedaagde] voert ter onderbouwing van zijn vorderingen aan dat de gelegde onrechtmatig zijn.
3.6.
Cosunpark Development concludeert tot afwijzing van de reconventionele vorderingen, en wijst er in dat kader op dat slechts een fractie van de gelegde beslagen doel hebben getroffen en dat aan [gedaagde] de mogelijkheid is geboden om vervangende zekerheid te stellen dan wel inzicht te verschaffen in de waarde van de beslagen objecten.
3.7.
De rechtbank betrekt in de navolgende beoordeling de door partijen in conventie en reconventie ingenomen stellingen, voor zover van belang.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank behandelt de vorderingen in conventie en reconventie gezamenlijk.
4.2.
Vast staat dat [gedaagde] de koopsom voor het verkochte niet heeft betaald, en daarmee tekort is geschoten in de nakoming van de met Cosunpark Development gesloten koopovereenkomst. Dat staat niet ter discussie. Het geschil gaat over de gevolgen van deze tekortkoming: is [gedaagde] daardoor de gevorderde boete en (aanvullende) schadevergoeding verschuldigd? De rechtbank oordeelt als volgt.
Schadevergoeding
4.3.
De gevorderde schadevergoeding en boete zijn communicerende vaten door het bepaalde in artikel 19.3 van de koopovereenkomst. De boete wordt in mindering gebracht op de verschuldigde schadevergoeding. De rechtbank gaat eerst in op de gestelde schadeposten. Het betreft vier schadeposten, samen goed voor een bedrag van € 79.502,06.
BTW- schade
4.4.
De grootste schadepost bestaat uit gestelde BTW- schade. Niet in geschil is dat de levering van het verkochte aan [gedaagde] belast was met 8% overdrachtsbelasting, en de levering aan de nieuwe koper met 21% BTW. Het verschil komt voort uit het feit dat de werkzaamheden aan het terrein ten tijde van de levering aan de nieuwe koper waren begonnen, hetgeen leidt tot toepassing van een ander fiscaal regime. Cosunpark Development stelt dat de BTW- schade € 65.771,70 bedraagt, zijnde 21% van de met de nieuwe koper overeengekomen koopsom. Ter zitting heeft Cosunpark Development toegelicht dat de netto opbrengst bij een levering belast met BTW lager is dan bij een levering belast met overdrachtsbelasting, en dat ook de al afgedragen overdrachtsbelasting niet van de fiscus kan worden teruggevorderd. [gedaagde] betwist dat Cosunpark Development BTW- schade heeft geleden, nu Cosunpark Development het verkochte inclusief de omzetbelasting heeft verkocht. De nieuwe koper heeft het bedrag van de BTW betaald, Cosunpark Development heeft enkel gezorgd voor de afdracht daarvan aan de fiscus.
4.5.
De hoogte van de schade die Cosunpark Development heeft geleden wordt bepaald door de situatie waarin zij zou verkeren in geval van verkoop aan [gedaagde] te vergelijken met de situatie van verkoop aan de nieuwe koper. Verkoop aan [gedaagde] zou een netto opbrengst van € 351.290,06 hebben opgeleverd (koopsom van € 379.393,26 gedeeld door 1,08). De netto opbrengst na verkoop aan de nieuwe koper bedraagt € 313.198,56 (koopsom van € 378.970,26 gedeeld door 1,21). Het verschil bedraagt € 38.091,50: dit bedrag loopt Cosunpark Development mis door de tekortkoming van [gedaagde] en levert derhalve een schadepost op. Niet betwist is dat de afgedragen overdrachtsbelasting, verschuldigd geworden na de levering van het verkochte aan [gedaagde] middels de Groninger akte, niet door Cosunpark Development teruggevorderd kan worden. Ook dit levert een schadepost op. De afgedragen overdrachtsbelasting bedraagt € 28.103,20. De totale schade komt daarmee uit op een bedrag van € 66.194,70. Nu Cosunpark Development echter in het kader van deze schadepost heeft gesteld schade ter hoogte van € 65.771,70 te hebben geleden en de rechtbank niet meer kan toewijzen dan gevorderd is, wordt de vordering van BTW- schade beperkt tot het gevorderde bedrag.
Notariële en kadasterkosten
4.6.
Cosunpark Development vordert een bedrag van € 720,00 aan schade wegens de dubbele notariële- en kadasterkosten die zij als gevolg van de tekortkoming van [gedaagde] heeft moeten maken. [gedaagde] betwist dat er sprake is van schade, nu de koopovereenkomst bepaalt dat alle kosten voor rekening van Cosunpark Development zouden zijn. Cosunpark Development heeft deze kostenpost dus vrijwillig op zich genomen, aldus [gedaagde] .
4.7.
[gedaagde] gaat er in zijn verweer aan voorbij dat zijn tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst ertoe heeft geleid dat Cosunpark Development de notaris en het kadaster een tweede maal heeft moeten betalen. Deze kosten zouden niet dubbelop voor haar rekening zijn gekomen indien [gedaagde] de koopovereenkomst correct was nagekomen. [gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de hoogte van de gestelde schadepost, zodat deze tot het gevorderde bedrag van € 720,00 toewijsbaar is.
Beslagkosten/deurwaarderskosten
4.8.
Cosunpark Development vordert een bedrag van circa € 3.000,00 wegens kosten van de deurwaarder, gemaakt in het kader van de beslagleggingen. [gedaagde] voert aan dat Cosunpark Development op valse gronden en voor een veel te hoog bedrag beslag heeft gelegd. Ten tijde van de beslagleggingen wist Cosunpark Development al dat zij geen vordering tot nakoming jegens [gedaagde] zou instellen, nu zij op dat moment al een koopovereenkomst met de nieuwe koper had gesloten. De vordering die Cosunpark Development in deze procedure instelt is vele malen lager dan het bedrag waarvoor zij beslag heeft gelegd.
4.9.
Artikel 706 Rv bepaalt dat de kosten van het beslag van de beslagene kunnen worden teruggevorderd, tenzij het beslag nietig, onnodig of onrechtmatig was. [gedaagde] beroept zich op deze laatste grond, naar het oordeel van de rechtbank echter ten onrechte. Ten tijde van het indienen van het verlofrekest op 15 maart 2022 stond zowel de route van het vorderen van nakoming als van ontbinding van de koopovereenkomst met [gedaagde] open. Het stond Cosunpark Development vrij haar verlofrekest te baseren op de route van nakoming. [gedaagde] heeft niet betwist dat de met de nieuwe koper gesloten koopovereenkomst ten tijde van het leggen van de beslagen nog niet onherroepelijk was. Ook op dat moment kon de situatie dus nog twee kanten opgaan; als de nieuwe koper alsnog af zou haken, had Cosunpark Development ten opzichte van [gedaagde] nog steeds de keuze tussen het vorderen van nakoming of van ontbinding. De beslagen zijn dan ook niet gelegd op een valse grondslag, zoals [gedaagde] aanvoert. Uit de e-mail van 7 april 2022, aangehaald in rechtsoverweging 2.12, blijkt dat Cosunpark Development [gedaagde] na het uitbrengen van de ontbindingsverklaring heeft uitgenodigd om zekerheid te stellen of inzicht te geven in de waarde van de beslagen objecten, zodat de gelegde beslagen deels opgeheven zouden kunnen worden. De stelling van Cosunpark Development dat [gedaagde] hier niet op heeft gereageerd is niet weersproken door [gedaagde] . Daarmee staat vast dat [gedaagde] de mogelijkheid om tot gedeeltelijke opheffing van de gelegde beslagen te komen onbenut heeft gelaten. Dat Cosunpark Development voor een hoger bedrag beslag heeft gelegd dan het bedrag dat zij in deze procedure van [gedaagde] vordert, leidt daarom niet tot onrechtmatigheid. Daarbij weegt ook mee dat de gelegde beslagen volgens Cosunpark Development slechts gedeeltelijk doel hebben getroffen, hetgeen ook blijkt uit de ingebrachte producties en overigens ook niet weersproken is door [gedaagde] .
4.10.
De beslagkosten zijn dan ook toewijsbaar, maar niet als schadevergoeding. Cosunpark Development vordert de beslagkosten ook afzonderlijk onder punt III van het petitum, en daarmee dus dubbelop. Op grond van artikel 240 Rv neemt de rechtbank de kosten mee in de proceskostenveroordeling. In rechtsoverweging 4.21 volgt de beslissing over de hoogte van de vordering die voor toewijzing in aanmerking komt.
4.11.
Het voorgaande geeft ook de motivering voor afwijzing van de in reconventie gevorderde opheffing van de beslagen. [gedaagde] baseert zijn vordering tot opheffing immers op een gebrek aan grondslag voor de gelegde beslagen terwijl uit het voorgaande blijkt dat die grondslag er naar het oordeel van de rechtbank wel is. De rechtbank zal daarom de gevorderde opheffing afwijzen.
Advocaatkosten
4.12.
Cosunpark Development vordert vergoeding van een bedrag van € 10.007,06 aan advocaatkosten, zijnde de kosten gemaakt tot aan het moment van dagvaarden. In het kader van het onder II van het petitum gevorderde, heeft Cosunpark Development een aanvullende factuur in het geding gebracht, waaruit blijkt dat de advocaatkosten over de periode van de dag van dagvaarding tot en met 23 september 2022 € 17.038,86 bedragen. Cosunpark Development voert artikel 19.1 aan als grondslag voor haar vordering. [gedaagde] betwist de redelijkheid van de gemaakte kosten, voert aan dat advocaatkosten worden meegenomen op basis van forfaitaire tarieven in de proceskostenveroordeling, en wijst op de Wet incassokosten en het Besluit BIK, die hem als consument dwingendrechtelijk beschermen tegen de vordering van Cosunpark Development tot vergoeding van reële advocaatkosten.
4.13.
De enkele vermelding in de koopovereenkomst dat de nalatige partij de schade met ‘kosten’ -niet nader geduid- dient te vergoeden, kan er niet aan afdoen dat de vordering de dubbele redelijkheidstoets moet kunnen doorstaan; het maken van de kosten dient redelijk te zijn en de hoogte eveneens. Dat is hier niet het geval. Cosunpark Development vordert in totaal een bedrag van € 27.045,92 aan advocaatkosten voor een zaak die feitelijk kwalificeert als een incasso. De gevorderde advocaatkosten staan in geen verhouding tot de inhoud van de zaak en het gevorderde bedrag. De rechtbank wijst de gevorderde schadevergoeding bestaande uit advocaatkosten, zowel voor als na de dagvaarding gemaakt, af en betrekt de kosten in de proceskostenveroordeling, die met toepassing van de gebruikelijke forfaitaire tarieven zal worden uitgesproken.
4.14.
De slotsom ten aanzien van de gevorderde schadevergoeding luidt dat een bedrag van € 66.491,70 toewijsbaar is, zijnde het totaal van de hiervoor in het slot onder 4.6 en 4.7 genoemde bedragen.
Boete
4.15.
Partijen hebben in artikel 26.4 van de koopovereenkomst afgesproken dat [gedaagde] een boete van € 69.000,00 verschuldigd wordt indien hij nalaat uiterlijk op 15 januari 2022 het bedrag van de koopsom over te maken naar de derdengeldenrekening van de notaris. Nu vast staat dat [gedaagde] de koopsom niet heeft betaald, staat de verschuldigdheid van de boete in beginsel vast. Dit wordt alleen anders indien het beroep van [gedaagde] op matiging van de boete slaagt.
4.16.
Volgens [gedaagde] dient de boete gematigd te worden tot nihil. In dat kader wijst [gedaagde] op zijn betwisting van de gestelde schade, op het feit dat de bepaling in de koopovereenkomst een standaardbepaling is waarover partijen niet hebben gesproken of onderhandeld en de ongelijkheid tussen partijen (Cosunpark Development als professionele partij tegenover hemzelf als consument). Volgens [gedaagde] wilde hij een financieringsvoorbehoud afspreken. Volgens Cosunpark Development bestaat er geen aanleiding voor matiging. De hoogte van de boete is gebaseerd op de BTW- schade die Cosunpark Development zou lijden indien [gedaagde] niet zou betalen, en staat derhalve in verhouding tot de geleden schade. Het betreft geen standaardbepaling, maar een bepaling die is toegespitst op de concrete rechtsverhouding tussen partijen. Cosunpark Development heeft [gedaagde] bovendien meerdere malen in de gelegenheid gesteld alsnog de koopsom te voldoen; pas toen duidelijk werd dat [gedaagde] daarin niet zou slagen, is de boete opgeëist. Op grond van artikel 6:94 lid 1 BW kan de boete in ieder geval niet verder gematigd worden dan het bedrag van de schadevergoeding waar Cosunpark Development op grond van de wet aanspraak op kan maken, aldus Cosunpark Development.
4.17.
De bevoegdheid tot matiging dient terughoudend te worden gehanteerd door de rechtbank. Uit de zinsnede ‘indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist’ in artikel 6:94 lid 1 BW volgt dat matiging alleen aan de orde is als toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarmee onaanvaardbaar resultaat leidt. Daar is in deze kwestie geen sprake van. Uit de vaststelling van de schade zoals hiervoor vastgesteld volgt dat er geen sprake is van een wanverhouding tussen de hoogte van de boete en de geleden schade. Daarbij geldt dat de contractuele boete niet alleen de functie van dekking van schade heeft, maar ook een prikkel is voor in dit geval [gedaagde] om de overeenkomst correct na te komen. Cosunpark Development heeft [gedaagde] ruimschoots de gelegenheid gegeven om de koopsom alsnog te betalen. Dat de boete, als dat vervolgens niet gebeurt, impact heeft op een particulier is evident, maar gelet op de terughoudende maatstaf die gehanteerd moet worden is dat op zichzelf geen grond om tot matiging over te gaan. De boeteclausule is bovendien een standaard bepaling in een koopovereenkomst zoals hier aan de orde. Dat [gedaagde] een financieringsvoorbehoud wenste te maken, waar Cosunpark Development niet akkoord mee ging, kan eveneens geen gewicht in de schaal leggen, nu vast staat dat partijen uiteindelijk zijn overeengekomen dat er geen voorbehoud voor financiering zou gelden. Dat de financiering uiteindelijk toch problemen heeft gegeven, komt voor rekening en risico van [gedaagde] . Het geheel overziend brengt de rechtbank tot de conclusie dat er geen aanleiding is om tot matiging van de boete over te gaan.
4.18.
Nu het bedrag van de verschuldigde boete het bedrag van de verschuldigde schadevergoeding overstijgt wijst de rechtbank een bedrag van € 69.000,00 ten titel van boete toe.
4.19.
De over dit bedrag gevorderde wettelijke handelsrente wordt afgewezen, nu artikel 6:119a BW toepassing mist vanwege het feit dat de koopovereenkomst geen handelsovereenkomst betreft. De wettelijke rente ex artikel 6:119 BW is wel toewijsbaar, maar niet al vanaf 15 januari 2022. Op dat moment was [gedaagde] in verzuim met betaling van de koopsom, maar niet met betaling van de gevorderde schadevergoeding en boete. Die vordering ontstond pas na het inroepen van de ontbinding op 5 april 2022. Wat betreft de ingangsdatum van de wettelijke rente houdt de rechtbank de dag van dagvaarding (6 april 2022) aan.
Proceskosten en beslagkosten
4.20.
[gedaagde] geldt zowel in conventie als in reconventie als de in het ongelijk gestelde partij, en wordt daarom veroordeeld in de proceskosten van Cosunpark Development. Deze worden in conventie begroot op:
- dagvaarding € 103,33
- betaald griffierecht 5.737,00
- salaris advocaat
3.342,00(3 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 9.182,33
De proceskosten van Cosunpark Development in reconventie worden begroot op € 563,00 (2 punten x factor 0,5 x tarief € 563,00). De gevorderde wettelijke rente en nakosten zijn toewijsbaar zoals in het dictum bepaald.
4.21.
Cosunpark Development vordert vergoeding van beslagkosten, die zoals in rechtsoverweging 4.9 en 4.10 overwogen op grond van artikel 706 Rv toewijsbaar zijn. De beslagkosten worden begroot op € 2.129,78 voor verschotten en € 563,00 voor salaris advocaat (1 punt x tarief € 563,00), in totaal een bedrag van € 2.692,78. Cosunpark Development stelt dat de beslagkosten circa € 3.000,00 hebben bedragen. De rechtbank kan dit bedrag niet herleiden op basis van de in het geding gebrachte stukken, en heeft het bedrag van de verschotten gebaseerd op de kostenopgave in de uitgebrachte exploten. Het had op de weg van Cosunpark Development gelegen om haar vordering duidelijker te specificeren. De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar zoals in het dictum bepaald.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Cosunpark Development van een bedrag van € 69.000,00 wegens verschuldigde boete, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag met ingang van de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 2.692,78, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Cosunpark Development tot op heden begroot op € 9.182,33, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.7.
wijst de vorderingen af,
5.8.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot op heden begroot op € 563,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.9.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. van der Weide en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2022. [1]

Voetnoten

1.type: MVH