Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
woonplaats kiezende ten kantore van mr. F.L.C. Schoolderman, Stationsweg 14, 5211 TW ’s-Hertogenbosch
1.De procedure
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 300,00, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 16 augustus 2021;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een zogenaamd beleidssepot. Verzoeker heeft de verdenking aan zichzelf te wijten gehad. Verbalisanten hebben verzoeker zien rijden in een personenauto terwijl hij in het bezit was van een ongeldig verklaard rijbewijs. De zaak is geseponeerd onder de sepotcode oud feit. Gelet op het voorgaande vindt de officier van justitie dat er geen gronden van billijkheid aanwezig zijn om de kosten van rechtsbijstand te vergoeden. De forfaitaire vergoeding dient tevens afgewezen te worden.
2.De beoordeling
€ 300,00is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank niet onbillijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 980,00, bestaande uit:
€ 980,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Kuijpers & Nillesen Advocaten te ’s-Hertogenbosch onder vermelding van “ [betalingskenmerk] ”.