ECLI:NL:RBZWB:2022:6894
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. de Kroon
- mr. de Vos
- mr. de Bruijn
- Rechtspraak.nl
Afkondiging afkoelingsperiode ex artikel 376 Faillissementswet in het kader van een openbare akkoordprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 april 2022 een beschikking gegeven in het kader van een rekestprocedure, waarin een afkoelingsperiode werd afgekondigd op verzoek van de verzoekster. De verzoekster, handelend onder een handelsnaam, had op 24 maart 2022 een verklaring ter griffie gedeponeerd en verzocht om een afkoelingsperiode van vier maanden, omdat zij trachtte een minnelijk akkoord te bereiken met haar schuldeisers. Tijdens de behandeling in raadkamer op 7 april 2022 zijn zowel de verzoekster als haar advocaat, mr. D.W.L. Cloots, en de schuldeisers gehoord. De rechtbank heeft de verzoekster in de gelegenheid gesteld om financiële stukken aan te leveren, waarop de schuldeisers konden reageren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster aannemelijk heeft gemaakt dat zij in een toestand verkeert waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat zij haar schulden niet kan betalen. De rechtbank oordeelde dat de afkoelingsperiode noodzakelijk is voor het kunnen voortzetten van de onderneming en dat de belangen van de schuldeisers niet wezenlijk worden geschaad. De rechtbank heeft het verzoek tot afkondiging van de afkoelingsperiode toegewezen, waarbij de bevoegdheid van derden tot verhaal op goederen van de verzoekster gedurende deze periode werd geschorst. De afkoelingsperiode is ingegaan op 25 april 2022 en duurt tot 1 juli 2022.