ECLI:NL:RBZWB:2022:692

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 februari 2022
Publicatiedatum
11 februari 2022
Zaaknummer
AWB- 21_5781
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank inzake beroep tegen de Omgevingsvisie 2040 van de gemeente Drimmelen

Op 10 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiser, een inwoner van [plaatsnaam], beroep heeft ingesteld tegen de door de raad van de gemeente Drimmelen vastgestelde Omgevingsvisie 2040. Eiser heeft betoogd dat de wijze van voorbereiding van deze visie niet correct is geweest. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat zij kennelijk onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer zij onbevoegd is.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de Omgevingsvisie 2040 niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Awb, omdat het niet gericht is op extern rechtsgevolg. De visie is zelfbindend voor de gemeente Drimmelen en creëert geen rechten of verplichtingen voor derden. Hierdoor kan de rechtbank geen oordeel vellen over de voorbereiding of totstandkoming van de Omgevingsvisie.

Aangezien de rechtbank onbevoegd is, heeft zij besloten het door eiser betaalde griffierecht terug te storten en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van griffier mr. M.R. Jouvenaar, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/5781

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 februari 2022 in de zaak tussen

[naam eiser] in [plaatsnaam] , uit [plaatsnaam] , eiser

(gemachtigde: [naam gemachtigde] ),
en

de raad van de gemeente Drimmelen, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft tegen de wijze van voorbereiding van de op 18 november 2021 door verweerder vastgestelde Omgevingsvisie 2040 beroep ingesteld.

Overwegingen

Omdat de rechtbank kennelijk onbevoegd is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom de rechtbank kennelijk onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen.
Op grond van artikel 8:1 Awb kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter. De Omgevingsvisie 2040 kan niet gezien worden als een besluit in de zin van (artikel 1:3, eerste lid van) de Awb omdat er geen sprake is van een rechtshandeling. De Omgevingsvisie 2040 is namelijk niet gericht op (extern) rechtsgevolg. De Omgevingsvisie 2040 is zelfbindend voor (de raad van) de gemeente Drimmelen en heeft niet tot gevolg dat rechten, plichten, aanspraken, verplichtingen, een bevoegdheid en/of een juridische status worden gecreëerd of teniet gedaan.
Nu de Omgevingsvisie 2040 geen besluit is in de zin van de Awb kan de rechtbank ook geen oordeel geven over de juistheid van de voorbereiding/totstandkoming hiervan.
Dat afdeling 3.4 van de Awb is toegepast op de voorbereiding/totstandkoming van de Omgevingsvisie 2040, maakt dit niet anders, aangezien de voorbereidingsprocedure niet los gezien kan worden van de Omgevingsvisie 2040.
De rechtbank is daarom kennelijk onbevoegd om van het beroepschrift kennis te nemen.
Omdat de rechtbank onbevoegd is om kennis te nemen van het ingestelde beroep, zal het door eiser betaalde griffierecht worden teruggestort. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, op 10 februari 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.