ECLI:NL:RBZWB:2022:692
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank inzake beroep tegen de Omgevingsvisie 2040 van de gemeente Drimmelen
Op 10 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiser, een inwoner van [plaatsnaam], beroep heeft ingesteld tegen de door de raad van de gemeente Drimmelen vastgestelde Omgevingsvisie 2040. Eiser heeft betoogd dat de wijze van voorbereiding van deze visie niet correct is geweest. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat zij kennelijk onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer zij onbevoegd is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Omgevingsvisie 2040 niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Awb, omdat het niet gericht is op extern rechtsgevolg. De visie is zelfbindend voor de gemeente Drimmelen en creëert geen rechten of verplichtingen voor derden. Hierdoor kan de rechtbank geen oordeel vellen over de voorbereiding of totstandkoming van de Omgevingsvisie.
Aangezien de rechtbank onbevoegd is, heeft zij besloten het door eiser betaalde griffierecht terug te storten en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van griffier mr. M.R. Jouvenaar, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.