ECLI:NL:RBZWB:2022:7003
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda beoordeeld. De zaak betreft een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan de belanghebbende was opgelegd. De rechtbank heeft de zitting op 17 november 2022 gehouden, waarbij zowel de belanghebbende als vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar aanwezig waren.
Tijdens de zitting heeft de heffingsambtenaar toegezegd dat de naheffingsaanslag zal worden vernietigd. De rechtbank heeft deze toezegging in haar beslissing meegenomen. In de uitspraak van 23 november 2022 verklaart de rechtbank het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en vernietigt de naheffingsaanslag. Tevens wordt bepaald dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 49 aan de belanghebbende moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Dondorp-Loopstra, rechter, in aanwezigheid van mr. R.J.M. de Fouw, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.