ECLI:NL:RBZWB:2022:7030

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 november 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
9968863_E23112022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling na annulering koopovereenkomst en ongerechtvaardigde verrijking

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vorderde Maison de France Den Haag B.V. betaling van € 1.740,01 van de gedaagde, na de annulering van een koopovereenkomst voor stoelen. De gedaagde had oorspronkelijk een set van 2 stoelen besteld, maar na annulering door de leverancier, Loods5, ontving hij per abuis 6 stoelen. Maison de France stelde dat de gedaagde ongerechtvaardigd was verrijkt door de stoelen te behouden, ondanks dat de koopovereenkomst was geannuleerd. De gedaagde voerde aan dat hij altijd de intentie had gehad om 6 stoelen te kopen en dat hij het bedrag van € 699,00 had teruggekregen na de annulering. De kantonrechter oordeelde dat de oorspronkelijke koopovereenkomst niet los kon worden gezien van de vordering van Maison de France. De rechter concludeerde dat Maison de France niet voldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde slechts 2 stoelen had besteld. Hierdoor werd de vordering van Maison de France afgewezen en werd zij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden vastgesteld, aangezien deze zonder gemachtigde had geprocedeerd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 9968863 CV EXPL 22-2090
vonnis d.d. 23 november 2022
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Maison de France Den Haag B.V.,
gevestigd te Zwanenburg,
eiseres,
hierna te noemen: “Maison de France”,
gemachtigde: mr. R.J. Oost, gerechtsdeurwaarder te Haarlem,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres gedaagde] ,
gedaagde,
hierna te noemen: “ [gedaagde] ”,
procederend in persoon.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
het tussenvonnis in deze zaak van 27 juli 2022 met de daarin genoemde stukken;
de op 15 september 2022 ter griffie ontvangen akte met producties zijdens Maison de France;
de aantekeningen van de griffier met betrekking tot de gehouden mondelinge behandeling van 18 oktober 2022.

2.Het geschil

2.1.
Maison de France vordert bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande verzet of hoger beroep, [gedaagde] te veroordelen om aan Maison de France te betalen:
de som van € 1.740,01 vermeerderd met de wettelijke rente sedert 21 juni 2022;
de proceskosten, daaronder begrepen een bedrag voor het gemachtigdensalaris.
2.2.
[gedaagde] voert verweer.

3.De beoordeling

3.1.
Tussen partijen staan - voor zover van belang - de volgende feiten in rechte vast:
op 6 maart 2021 heeft [gedaagde] een bestelling geplaatst voor de aankoop van stoelen via de website www.loods5.nl
.Loods5 fungeert als tussenpersoon. Voor de uitvoering van deze bestelling zou Maison de France zorg dragen;
op 15 april 2021 heeft Loods5 een e-mailbericht verstuurd naar [gedaagde] met daarin:
“Bedankt voor je bestelling bij Loods5. Helaas hebben wij minder leuk nieuws over je bestelling met ordernummer 14-614878. Wij hebben zojuist een bericht vanuit de leverancier ontvangen dat de ‘Eetkamerstoel Padova met wieltjes (set van 2) Cognac’ niet leverbaar is. (…) Bij deze zullen wij je order annuleren en het aankoopbedrag aan je crediteren.”;
[gedaagde] heeft het door hem aan Loods5 betaalde bedrag van € 699,00 van Loods5 terug ontvangen;
op 15 april 2021 heeft [gedaagde] een e-mailbericht verstuurd naar Loods5 met daarin:
“Echt jammer dat de cognac kleur niet meer leverbaar is. Graag wil ik de bestelling dan wijzigen in de donkergrijze set van 6 stoelen.”;
op 9 juni 2021 zijn er 6 stoelen in cognac-kleur bij [gedaagde] geleverd;
op 22 september 2021 heeft [gedaagde] een e-mailbericht van Maison de France ontvangen waarin onder meer het volgende staat:
“Met dank voor uw opdracht ontvangt u hierbij de factuur voor het werk. Zodra de factuur is voldaan, wordt uw opdracht verder in behandeling genomen. We starten dan direct met de productie. We verzoeken u € 1.497,00 te voldoen op ons bankrekeningnummer.”;
op 4 januari 2022 heeft [gedaagde] een e-mailbericht van Maison de France ontvangen waarin staat:
“Enkele tijd geleden heeft u van ons een factuur ontvangen met factuurnummer F1563. Ondanks een betalingsherinnering hebben wij vooralsnog het verschuldigde bedrag ter hoogte van € 1.497,00 niet ontvangen. Wij verzoeken u daarom nogmaals vriendelijk om het verschuldigde bedrag alsnog per ommegaande over te maken op onze rekening.”;
op 30 juni 2022 heeft [gedaagde] een betaling gedaan aan Maison de France bestaande uit een bedrag van € 825,87;
3.2.
Maison de France legt aan haar vordering ten grondslag dat sprake is van ongerechtvaardigde verrijking. Zij stelt dat [gedaagde] oorspronkelijk een set van 2 stoelen heeft besteld bij Loods5, hetgeen volgt uit de factuur en creditnota die Maison de France heeft ontvangen van Loods5, de annulering van de bestelling door Loods5 en het feit dat op de website van Loods5 alleen sets van 2 worden aangeboden, omdat dit de standaard verpakking is van de leverancier. Deze bestelling is vervolgens geannuleerd door Loods5, zodat deze koopovereenkomst hier verder buiten beschouwing moet worden gelaten. Ondanks de annulering zijn er per abuis 6 stoelen aan [gedaagde] geleverd en pogingen om de stoelen terug geleverd te krijgen zijn mislukt. Nu [gedaagde] de 6 stoelen heeft behouden is hij ongerechtvaardigd verrijkt. Maison de France heeft hiervoor een factuur gestuurd - voor drie maal een bedrag van € 499,00, zijnde de inkoopprijs van de set van 2 stoelen - maar deze factuur heeft [gedaagde] onbetaald gelaten. Maison de France vordert thans betaling van die factuur vermeerderd met rente en kosten.
3.3.
[gedaagde] voert aan dat hij 6 stoelen heeft besteld voor in totaal een bedrag van € 699,00, maar dat deze bestelling eenzijdig is geannuleerd door Loods5, omdat de stoelen niet meer in de gewenste (cognac)kleur leverbaar zouden zijn. Dat hij 6 stoelen heeft besteld blijkt wel uit de - ter zitting op dat punt gecorrigeerde - dagvaarding en de bevestiging van zijn bestelling die hij van Loods5 heeft ontvangen. [gedaagde] voert aan dat het altijd zijn bedoeling is geweest om 6 stoelen te kopen, hetgeen ook blijkt uit zijn reactie op de annulering door Loods5 en het feit dat hij vader is van 4 kinderen. Na de annulering heeft hij het door hem betaalde bedrag van € 699,00 terug gekregen, maar de 6 stoelen zijn vervolgens - zonder begeleidend schrijven of factuur - wel aan hem geleverd. [gedaagde] voert aan te hebben gewacht op een factuur of reactie en toen deze niet kwam heeft hij de stoelen in gebruik genomen. [gedaagde] heeft de factuur van 22 september 2021 met een bedrag van € 1.497,00 voor het eerst gezien toen hij werd aangeschreven door de gemachtigde van Maison de France, omdat hij het e-mailbericht met daarin de factuur destijds als spam heeft gezien en ongeopend in zijn postvak heeft laten staan. Verder voert hij aan inmiddels het initiële overeengekomen bedrag van € 699,00 en de door Maison de France gevorderde incassokosten te hebben betaald.
3.4.
Geoordeeld wordt als volgt. De kantonrechter volgt Maison de France niet in haar stelling dat de op 6 maart 2021 gesloten koopovereenkomst - gesloten tussen [gedaagde] en Loods5 - hier buiten beschouwing gelaten moet worden. Maison de France koppelt immers zelf deze oorspronkelijke bestelling niet los van haar vordering, nu zij stelt dat per abuis de bestelde stoelen ondanks de annulering toch zijn geleverd. De kantonrechter is van oordeel dat de situatie ook niet vergelijkbaar is met die waarin zonder enige aanleiding goederen worden geleverd en behouden. Bovendien is deze stelling van Maison de France ook niet te verenigen met het haar eigen e-mailbericht van 22 september 2021, waarin zij spreekt over een bevestiging van de opdracht en zij [gedaagde] hiervoor een factuur stuurt. Concluderend is de kantonrechter van oordeel dat de oorspronkelijke koopovereenkomst niet los kan worden gezien in deze situatie.
3.5.
Tussen partijen is voorts in geschil of de koopovereenkomst is gesloten voor in totaal 2 of 6 stoelen. De kantonrechter overweegt dat de bewijslast ten aanzien van de stelling dat er 2 stoelen zijn aangeboden bij Maison de France ligt.
3.6.
Hoewel Maison de France stelt dat [gedaagde] een set van 2 stoelen heeft besteld, hetgeen zij onderbouwt met de factuur en creditnota die zij heeft ontvangen van Loods5 en het e-mailbericht van 15 april 2021 van Loods5 aan [gedaagde] inzake de annulering, heeft Maison de France hiermee naar het oordeel van de kantonrechter nog niet aangetoond dat er een set van 2 stoelen aan [gedaagde] is aangeboden. Hetgeen waarnaar Maison de France verwijst zegt namelijk niets over het (via de website) van Loods5 aan [gedaagde] gedane aanbod. De stelling van Maison de France dat op de website van Loods5 alleen sets van 2 stoelen worden aangeboden, omdat dit de standaard verpakking is van de leverancier maakt dit niet anders, nu deze stelling verder op geen enkele wijze wordt onderbouwd. Daar staat tegenover dat [gedaagde] heeft aangevoerd dat hij 6 stoelen heeft besteld, waarbij hij verwijst naar de door hem ontvangen bevestiging van zijn bestelling en zijn reactie aan Loods5 op de annulering van de bestelling. De kantonrechter passeert hierbij het verweer van Maison de France dat de bevestiging van de bestelling, welke [gedaagde] in het geding heeft gebracht, zou zijn gefotoshopt. Hiertoe bestaat naar het oordeel van de kantonrechter geen enkele aanleiding. Daarnaast overweegt de kantonrechter dat niet valt in te zien dat [gedaagde] , er van uitgaande dat hij een bestelling had geplaatst voor 2 cognackleurige stoelen, na annulering daarvan, ineens 6 donkergrijze stoelen wilde bestellen. De kantonrechter concludeert dat - in het licht van de gemotiveerde betwisting daarvan door [gedaagde] - niet is komen vast te staan dat sprake is geweest van een koopovereenkomst voor 2 stoelen, zodat daarmee ook niet komt vast te staan dat [gedaagde] - gelet op de door hem verrichte betaling van 30 juni 2022 - voor de overige 4 stoelen ongerechtvaardigd is verrijkt.
3.7.
Nu Maison de France niet, danwel in onvoldoende mate, specifiek bewijs ter zake het aanbod van 2 stoelen heeft aangeboden, zal de kantonrechter Maison de France niet toelaten tot bewijsvoering als hier aan de orde. In dit verband wordt uitdrukkelijk overwogen dat het algemene gedane bewijsaanbod bij dagvaarding als te algemeen wordt aangemerkt en daarom zal worden gepasseerd.
3.8.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen van Maison de France worden afgewezen. Maison de France zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, met dien verstande dat deze kosten aan de kant van [gedaagde] worden vastgesteld op nihil, nu [gedaagde] zonder bijstand van een gemachtigde heeft geprocedeerd en gesteld noch gebleken is dat zij anderszins kosten heeft gemaakt in het kader van deze procedure die voor vergoeding in aanmerking komen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Maison de France in de kosten van dit geding, aan de zijde van [gedaagde] en stelt deze kosten vast op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2022.