ECLI:NL:RBZWB:2022:7100
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag tot invordering van dwangsom
In deze zaak heeft verzoeker op 8 september 2022 beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg, omdat verweerder volgens verzoeker niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 5 april 2022 om over te gaan tot invordering van een door een derde verbeurde dwangsom. Verweerder heeft op 4 augustus 2022 op de aanvraag beslist, maar verzoeker heeft dit besluit niet ontvangen. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en heeft de proceskostenveroordeling beoordeeld. De rechtbank overweegt dat, indien een geadresseerde stelt een niet-aangetekend verzonden besluit niet te hebben ontvangen, het aan het bestuursorgaan is om aannemelijk te maken dat het besluit wel is ontvangen. In dit geval heeft verweerder niet kunnen aantonen dat het besluit op de juiste wijze is verzonden, omdat er geen deugdelijke verzendadministratie is overgelegd. Hierdoor heeft verweerder niet voldaan aan de bekendmakingsverplichting van artikel 3:41 van de Awb. De rechtbank concludeert dat verzoeker terecht beroep heeft ingesteld wegens het niet tijdig beslissen door verweerder. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en stelt deze vast op € 379,50. Tevens wordt verweerder verplicht het griffierecht van € 184,- te vergoeden aan verzoeker.