ECLI:NL:RBZWB:2022:7101
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 1 april 2021 voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres heeft op 8 april 2022 de Belastingdienst in gebreke gesteld, waarna de termijn voor het indienen van beroep is verstreken. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat de Belastingdienst niet binnen de wettelijk vereiste termijn heeft beslist.
De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst binnen twaalf weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het door haar betaalde griffierecht van € 50,- en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50. De rechtbank heeft de zaak als licht gekwalificeerd, wat invloed heeft op de hoogte van de proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. drs. E.J. Govaers op 24 november 2022 en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.