ECLI:NL:RBZWB:2022:7125
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting na tegemoetkoming door invorderingsambtenaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 november 2022, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de invorderingsambtenaar beoordeeld. De invorderingsambtenaar had het bezwaar van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond verklaard. Belanghebbende had op 11 december 2020 een auto geparkeerd zonder parkeerbelasting te betalen, wat leidde tot een naheffingsaanslag van €2,30 plus €64,50 aan kosten. Na een aanmaning op 18 januari 2021, heeft de invorderingsambtenaar op 1 november 2022 alsnog besloten om de aanmaningskosten terug te betalen en de proceskosten en griffierecht te vergoeden aan belanghebbende.
De rechtbank oordeelt dat, omdat de invorderingsambtenaar volledig tegemoet is gekomen aan de klachten van belanghebbende, er geen procesbelang meer is. Dit leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank bepaalt dat de invorderingsambtenaar de proceskosten van belanghebbende, tot een bedrag van €648,50, moet vergoeden, evenals het griffierecht van €49. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na de verzenddatum.