ECLI:NL:RBZWB:2022:7132

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 november 2022
Publicatiedatum
28 november 2022
Zaaknummer
401380_T25112022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Hermans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking voorlopig deskundigenonderzoek in civiele procedure over urinevervuiling in woning

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 november 2022 een tussenbeschikking gegeven in een civiele procedure tussen verzoekers en verweerders. Verzoekers hebben een voorlopig deskundigenonderzoek aangevraagd naar aanleiding van een koopovereenkomst voor een woning, waarbij na oplevering ernstige urinevervuiling is geconstateerd. Verzoekers hebben verweerders aansprakelijk gesteld voor de schade, maar verweerders hebben deze aansprakelijkheid afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verzet is van verweerders tegen het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek, maar dat zij zich verzetten tegen de benoeming van de door verzoekers voorgestelde deskundige, omdat deze eerder door verzoekers is ingeschakeld en niet onafhankelijk zou zijn. De rechtbank heeft daarom zelf een deskundige aangezocht en het voorschot voor het onderzoek vastgesteld op € 4.673,02. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de voorgestelde deskundige en het voorschot. De rechtbank heeft ook de vragen vastgesteld die de deskundige moet beantwoorden, waaronder de oorzaak van de urinevervuiling en de gevolgen daarvan voor de woning. De beschikking is openbaar uitgesproken op 25 november 2022.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Locatie Breda
Cluster II Handelszaken
zaaknummer / rekestnummer: C/02/401380 / HA RK 22-181
Beschikking van 25 november 2022
in de zaak van

1.[verzoeker 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[verzoeker 2],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekers,
advocaat mr. M.F. Breedveld te Breda,
tegen

1.[verweerder 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[verweerder 2],
wonende te [woonplaats] ,
verweerders,
advocaat mr. L.H.H. Verhoeven te Tilburg.
Partijen worden hierna [verzoekers] en [verweerders] genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift voorlopig deskundigenbericht, ingekomen ter griffie op
14 september 2022, met producties genummerd 1 tot en met 7,
  • de brief (verzonden per e-mail) van 27 september 2022 van mr. Breedveld,
  • de brief (verzonden per e-mail) van 29 september 2022 van mr. Verhoeven,
  • de brief (verzonden per e-mail) van 13 oktober 2022 van mr. Verhoeven.

2.Het verzoek

2.1.
[verzoekers] verzoekt de rechtbank om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, een voorlopig deskundigenbericht te bevelen en hiervoor, voor zover vereist dag en uur voor behandeling van het verzoekschrift te bepalen.
2.2.
[verzoekers] legt aan het verzoek ten grondslag dat zij met [verweerders] op 25 november 2021 een koopovereenkomst heeft gesloten, waarbij [verzoekers] een woning heeft gekocht van [verweerders] Op 18 januari 2022 is de woning geleverd. Na oplevering is gebleken dat in een van de kamers sprake is van ernstige urinevervuiling, die mogelijk ook is doorgetrokken in de muren, de vloeren en de spouw. [verzoekers] heeft [verweerders] aansprakelijk gesteld voor de uit de vervuiling voortkomende schade, maar [verweerders] heeft deze aansprakelijkheid van de hand gewezen. Om een goed beeld te krijgen van de exacte omvang van de vervuiling en welke delen van de muren, spouwmuren en vloer zijn aangepast, is nader onderzoek nodig. [verweerders] heeft afwijzend gereageerd op het verzoek van [verzoekers] tot een gezamenlijk onderzoek, zodat [verzoekers] zich genoodzaakt ziet een voorlopig deskundigenonderzoek te verzoeken. [verzoekers] doet een voorstel voor een deskundige.

3.Het standpunt van verweerders

Naar aanleiding van het verzoek zijn partijen in overleg getreden. [verweerders] verzet zich niet tegen het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek en partijen hebben overeenstemming bereikt over de vraagstelling. [verweerders] verzet zich echter tegen benoeming van de door [verzoekers] voorgestelde deskundige, omdat deze deskundige eerder door [verzoekers] is ingeschakeld en al een deskundigenonderzoek heeft verricht. [verweerders] acht deze deskundige dan ook niet onafhankelijk.

4.De beoordeling

4.1.
Een voorlopig deskundigenonderzoek dient ertoe een partij de mogelijkheid te geven aan de hand van het uit te brengen deskundigenbericht zekerheid te verkrijgen omtrent de voor de beslissing van het geschil relevante feiten en omstandigheden en aldus beter te kunnen beoordelen of het raadzaam is een procedure te beginnen of voort te zetten. Aan de rechter die heeft te oordelen over een verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek komt geen discretionaire bevoegdheid toe. Een verzoek om een voorlopig deskundigenonderzoek dient, indien het verzoek voldoende concreet en ter zake dienend is en feiten betreft die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden, in beginsel te worden toegewezen. Afwijzing van een verzoek om een voorlopig deskundigenonderzoek is slechts mogelijk indien zich feiten en omstandigheden voordoen die duiden op strijd met de goede procesorde, misbruik van bevoegdheid dan wel een ander door de rechter geoordeeld zwaarwichtig belang (HR 19 december 2003, NJ 2004, 584).
4.2.
Omdat [verweerders] zich niet tegen het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek verzet en er zich ook geen gronden voordoen die tot afwijzing van het verzoek moeten leiden, wordt het verzoek toegewezen.
4.3.
Ten aanzien van de door [verzoekers] voorgestelde deskundige is de rechtbank met [verweerders] van oordeel dat deze deskundige niet meer als onafhankelijk kan worden gezien, omdat hij reeds eerder op verzoek van [verzoekers] een rapport heeft uitgebracht. Gelet daarop heeft de rechtbank zelf een deskundige aangezocht. Zij heeft EXP bouwadvisering / schadebegeleiding, in de persoon van de heer [naam deskundige] , bereid gevonden om als deskundige op te treden. Het voorschot voor het onderzoek wordt door de deskundige begroot op € 4.673,02 (inclusief btw, bij een uurtarief van € 132,00 exclusief btw). Partijen worden in de gelegenheid gesteld zich over de voorgestelde deskundige en het voorschot uit te laten.
4.4.
De heer [naam deskundige] heeft, gelet op zijn volle agenda en een spoedige voortgang van het onderzoek, op voorhand een datum voor het onderzoek ingepland en wel 6 januari 2023 om 11.00 uur. De rechtbank verzoekt partijen zich, in het geval zij met de deskundige instemmen, zich hierover eveneens uit te laten.
4.5.
Ten aanzien van de vragen hebben partijen overeenstemming bereikt. De rechtbank zal de vragen zoals voorgesteld door partijen vaststellen.
4.6.
Met betrekking tot het voorschot overweegt de rechtbank dat het wettelijk uitgangspunt is dat dit door verzoekers wordt voldaan. De rechtbank ziet geen aanleiding om hiervan af te wijken, zodat [verzoekers] de kosten van het voorlopig deskundigenonderzoek moet voldoen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
a. Wat is uw ervaring en deskundigheid op het gebied van vervuilingen van woonruimten met lichaamsvloeistoffen, specifiek urine?
b. Welke urinevervuilingen/aantastingen constateert u aan de hand van objectieve metingen en/of detecties in de woning en meer specifiek de betreffende kamer en belendende ruimten en concreet welke wanden, spouwmuren, kozijnen, vensterbanken, vloeren en andere delen zijn objectief gezien aangetast door urine?
c. Wat is naar uw oordeel de oorzaak van de geconstateerde urinevervuiling/aantasting?
d. In of gedurende welke periode is de geconstateerde urinevervuiling/aantasting naar uw oordeel ontstaan, gelet op uw bevindingen?
e. Acht u het in dat verband wel of niet aannemelijk dat de geconstateerde urinevervuiling/aantasting zich reeds vóór 8 november 2021 (datum bezichtiging en rondgang) heeft voorgedaan?
f. Hebben de uitgevoerde schoonmaak-, schilder- en renovatiewerkzaamheden in het huis door de familie [verzoekers] volgens u in positieve dan wel negatieve zin invloed gehad op het door u in antwoord op vraag b. geconstateerde? Kan de geconstateerde urinevervuiling/aantasting door andere factoren verergerd zijn, welke factoren te wijten zijn aan de familie [verzoekers] van de woning?
g. Wat zijn volgens u de gevolgen van de geconstateerde urinevervuiling/aantasting voor de bouwkundige situatie en/of voor het dagelijks gebruik en/of het leefklimaat in de woning en meer specifiek de betreffende kamer en belendende ruimten?
h. Is de ruimte in het woonhuis waar de urinevervuiling/aantasting is aangetroffen mede gelet op de door u gedane constateringen naar uw oordeel geschikt voor normaal gebruik, in het licht van de aard, duur en omvang van de urinevervuiling/aantasting, en waarom?
i. Welke herstelmaatregelen acht u in redelijkheid aangewezen om de gevolgen van de geconstateerde urinevervuiling/aantasting voor de bouwkundige situatie en/of voor het dagelijks gebruik en/of het leefklimaat in de woning en meer specifiek de betreffende kamer en belendende ruimten deugdelijk en permanent te herstellen en wat zijn de geraamde kosten van die maatregelen?
j. Wat zijn volgens u mogelijk blijvende gevolgen van de geconstateerde urinevervuiling/aantasting die niet via de door u aanbevolen herstelmaatregelen kan worden verholpen voor de bouwkundige situatie en/of het dagelijks gebruik en/of het leefklimaat in de woning en meer specifiek de betreffende kamer en belendende ruimten?
k. Wat is volgens u een redelijke waardevermindering indien herstel onmogelijk is?
l. Zijn er nog periodieke herstelmaatregelen nodig, en zo ja welke, om de gevolgen van de urinevervuiling/aantasting voor de bouwkundige situatie en/of voor het dagelijks gebruik en/of het leefklimaat in de woning en meer specifiek de betreffende kamer en belendende ruimten blijvend te bestrijden en hoeverre kunt u garanderen dat de door u aanbevolen herstelmaatregelen het probleem blijvend verhelpen?
m. Heeft u verder nog opmerkingen om die voor de beoordeling van de zaak van belang kunnen zijn?
5.2.
stelt voor tot deskundige te benoemen:
de heer [naam deskundige] , verbonden aan EXP bouwadvisering / schadebegeleiding,
[gegevens vestiging]
5.3.
stelt het voorschot voorlopig vast op een bedrag van € 4.673,02,
5.4.
stelt partijen in de gelegenheid zich schriftelijk uit te laten over de deskundige, het voorschot en de voorgestelde datum voor het onderzoek, en wel binnen 2 weken na dagtekening van deze beschikking,
5.5.
houdt de beslissing voor het overige aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. Hermans en in het openbaar uitgesproken op 25 november 2022. [1]

Voetnoten

1.type: mvda