ECLI:NL:RBZWB:2022:7160
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 29 november 2022, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had op 1 april 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een bestuursorgaan binnen zes maanden beslissen, met de mogelijkheid tot een eenmalige verlenging van zes maanden. De rechtbank stelt vast dat de termijn voor het nemen van een besluit op 1 april 2022 verstreken was, en dat eiseres op 20 oktober 2022 de Belastingdienst in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft besloten dat de Belastingdienst alsnog binnen elf weken na de uitspraak een besluit moet nemen, en dat er een dwangsom van € 100,- per dag moet worden betaald voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de Belastingdienst het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden en de proceskosten van € 379,50 betalen. De rechtbank heeft de zaak als licht gekwalificeerd, wat invloed heeft op de hoogte van de proceskostenvergoeding.