Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 april 2022 met de daarin genoemde processtukken;
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 18 oktober 2022 en de spreekaantekeningen van het Waterschap.
2.De feiten
(…) Bij hoge waterstanden, kan water door zandlagen, die aanwezig zijn onder de basis van de dijk, onder de dijk doorstromen. Dit gebeurt veelal na het opbarsten van de deklaag (door waterdruk) op een binnendijkse plek/locatie. Wanneer zanddeeltjes meegevoerd worden, kan door terugschrijdende erosie een holle ruimte, ook wel ‘pipe’ genoemd, onder de dijk ontstaan (…), waardoor de dijk ondermijnd wordt en kan bezwijken. Dit bezwijkmechanisme noemen we piping. (…) Alle dijkvakken worden afgekeurd op opbarsten en piping. Piping is te verhelpen door ervoor te zorgen dat de weg die het water moet afleggen, de kwelweg, zodanig lang is dat de grondwaterdruk afneemt en geen zand meer kan uitspoelen. Andere mogelijkheid is een voorziening te treffen dat, ondanks de hoge waterdruk, toch geen zand kan uitspoelen. (…)”.
(…) Vraag 1: Wordt met de term piping hetzelfde bedoeld als onderloopsheid? Antwoord: Daar wordt inderdaad hetzelfde mee bedoeld. Bij dit mechanisme gaat het erom dat hoge waterstanden kunnen zorgen voor waterstromen onder de dijk (1). Dit noemen we ‘kwelstromen’. Deze kwelstromen nemen het zand uit de ondergrond mee. Dit kan zorgen voor een “tunnel” onder de dijk (2). Als deze tunnel groot genoeg is kan de dijk afschuiven of inzakken (3). (…)”.
3.Het geschil
- voor recht verklaart dat het Waterschap op grond van artikel 6:174 BW, althans artikel 6:162 BW, jegens [eiseres] aansprakelijk is voor alle schade die zij heeft geleden en in de toekomst nog zal lijden als gevolg van de overmatige vernatting van haar 48 hectare landbouwpercelen, gelegen ten oosten van de Amertak in de deelgebieden oost-noord, oost-midden en oost-zuid, welke vernatting haar oorzaak vindt in het kwelwater dat onder de dijk langs de Amertak doorsijpelt;
- het Waterschap veroordeelt tot vergoeding van alle schade die [eiseres] heeft geleden en in de toekomst nog zal lijden als gevolg van voornoemde vernatting van voornoemde 48 hectare landbouwpercelen, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- het Waterschap veroordeelt tot vergoeding van de buitengerechtelijke deskundigenkosten ten bedrage van € 4.050,00 althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
- het Waterschap veroordeelt tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met de nakosten à € 131,00 (zonder betekening) respectievelijk € 199,00 (met betekening) en vermeerderd met de wettelijke rente over de proces- en nakosten als zij deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze zaak te wijzen vonnis heeft betaald.