ECLI:NL:RBZWB:2022:7184

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
30 november 2022
Zaaknummer
9817023_E30112022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Hindriks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en opschorting van betaling in het kader van een overeenkomst voor zonnepanelen

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Zonnepanelen op het dak B.V. (eiseres) en Loonbedrijf [gedaagde] B.V. (gedaagde). Eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 6.050,00, dat zij nog te vorderen had op basis van verzonden facturen voor werkzaamheden die zij voor gedaagde had verricht. Gedaagde had een deel van de facturen onbetaald gelaten en deed een beroep op opschorting van betaling vanwege vermeende schade die zij had geleden door het handelen van Zonnepanelen. De rechtbank oordeelde dat de opschorting gedeeltelijk toewijsbaar was, omdat Zonnepanelen aansprakelijk was voor schade aan een spant en boeiboord, veroorzaakt door een onderaannemer. De rechtbank kende gedaagde een schadevergoeding toe van € 2.585,00, exclusief btw, en oordeelde dat de vordering van Zonnepanelen in conventie voor het overige toewijsbaar was, met inachtneming van de gedeeltelijke opschorting. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. Hindriks.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 9817023 CV EXPL 22-1192
vonnis d.d. 30 november 2022
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Zonnepanelen op het dak B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Barneveld,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna te noemen: Zonnepanelen,
gemachtigde: mr. J.J.H. Post, advocaat te Barneveld,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Loonbedrijf [gedaagde] B.V.,
gevestigd te [adres gedaagde] ,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. E.M.J. Keijzer, werkzaam bij DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V. te Amsterdam.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De verdere procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis van 29 juni 2022 met de daarin vermelde stukken, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
b. de conclusie van antwoord in reconventie met één productie van de zijde van Zonnepanelen, ontvangen op 30 september 2022;
c. de aanvullende productie 3 van de zijde van [gedaagde] , ontvangen op
11 oktober 2022;
d. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling gehouden op
14 oktober 2022 (hierna: de zitting).
1.2.
Tijdens de zitting zijn de oorspronkelijk ook tegen en door [gedaagde] in privé ingestelde vorderingen ingetrokken en is door beide partijen verzocht de procedure voort te zetten tussen Zonnepanelen op het dak B.V. en Loonbedrijf [gedaagde] B.V.
1.3.
Vervolgens heeft de kantonrechter vonnis bepaald.

2.De feiten in conventie en in reconventie

Tussen partijen staan de volgende relevante feiten – in conventie en in reconventie – vast:
tussen partijen is een overeenkomst gesloten voor het leggen van zonnepanelen inclusief toebehoren op de daken van [adres 1] , inclusief montage en inbedrijfstelling daarvan;
op 26 mei 2020 is een opdrachtbevestiging door Zonnepanelen aan [gedaagde] gestuurd. Hierin is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)Voorwaarden
5 Op de met u te sluiten overeenkomst zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Deze zijn op 6 december 2018 gedeponeerd bij de rechtbank Gelderland onder nummer 67/2018. Een kopie vindt u in de bijlage en is aan u ter hand gesteld. U hebt daarvan vooraf kennis kunnen nemen.”;
de opdrachtbevestiging is ondertekend door [gedaagde] en [medewerker] (medewerker van Zonnepanelen; hierna te noemen; [medewerker] ). Met pen is bij de handtekeningen geschreven:
“inc sterkteberekeningen”;
Zonnepanelen had tot en met 5 februari 2021 een bedrag van € 36.519,11 te vorderen volgens haar eigen betaaloverzicht. Conform dit betaaloverzicht zijn verschillende facturen aan [gedaagde] verzonden;
[gedaagde] heeft op 22 februari 2022 een betaling gedaan aan Zonnepanelen van € 30.469,11 met als omschrijving:
“Totale betaling o.v.v. FACTUUR 20200710 20200713 20210048 21710453 21710451 21710452 21710449 21710450 volgens afspraak EUR 5.000,- excl. BTW”;
[gedaagde] heeft een bedrag van € 6.050,00 incl. btw onbetaald gelaten.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

In conventie
3.1.
Zonnepanelen vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
[gedaagde] te veroordelen om aan Zonnepanelen te betalen:
a. de restant hoofdsom terzake de facturen van € 6.050,00 plus de tot en met 21 maart 2022 verschenen contractuele rente van 1% per kalendermaand van € 815,51, totaal € 6.865,51;
b. de contractuele rente van 1% per kalendermaand, subsidiair: de wettelijke handelsrente vanaf 22 maart 2022 over € 6.050,00 tot aan de dag der algehele voldoening;
c. de contractueel overeengekomen buitengerechtelijke kosten conform algemene leveringsvoorwaarden van € 677,50 exclusief btw, althans het bedrag dat de kantonrechter redelijk acht;
d. de proceskosten en de nakosten, alles steeds vermeerderd met de wettelijke rente daarover indien na veertien dagen deze niet betaald zijn.
3.2.
Zonnepanelen legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van een betalingsverplichting voortvloeiend uit de tussen partijen bestaande overeenkomst. Zonnepanelen stelt dat op de tussen partijen gesloten overeenkomst haar algemene voorwaarden van toepassing zijn. Immers heeft [gedaagde] de opdrachtbevestiging ondertekend waarin onder nummer 5 is vermeld dat de algemene voorwaarden ter hand zijn gesteld. Zonnepanelen stelt verder dat op grond van haar algemene voorwaarden verrekening en opschorting zijn uitgesloten. Bovendien schrijven de algemene voorwaarden een schriftelijkheidsvereiste voor bij wijziging van het contract of bij aanvullende afspraken en binden afspraken met ondergeschikten niet tenzij dit schriftelijk is
bevestigd door Zonnepanelen. Het voorgaande is neergelegd in de artikelen 1.3, 5.5, 12.1 en 12.3 van haar algemene voorwaarden.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en doet in dat kader een beroep op opschorting vanwege geleden schade die is ontstaan door het handelen van Zonnepanelen. [gedaagde] voert verder aan dat zij op basis van een toezegging van [medewerker] een bedrag mocht inhouden vanwege deze geleden schade. Daarnaast betwist zij dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn omdat ze niet aan haar zijn verstrekt. Om die reden moeten de algemene voorwaarden vernietigd worden, zo voert [gedaagde] aan.
In reconventie
3.4.
[gedaagde] vordert bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, na wijziging ter zitting, Zonnepanelen te veroordelen om aan [gedaagde] te betalen:
a. een bedrag van € 6.050,00 (inclusief btw) aan hoofdsom, althans een door de kantonrechter in goede justitie nader te bepalen bedrag;
b. de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf datum dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
c. buitengerechtelijke kosten van € 529,72, althans een door de kantonrechter in goede justitie nader te bepalen bedrag, op grond van artikel 6:96 BW;
d. de wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten vanaf de datum van de dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
e. de proceskosten.
3.5.
[gedaagde] legt aan haar vordering ten grondslag dat door Zonnepanelen schade is veroorzaakt tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden. Zij vordert daarom schadevergoeding vanwege geleden schade. Zo is schade ontstaan aan een spant en boeiboord op het adres [adres 2] doordat een medewerker van (een onderaannemer) Zonnepanelen een onrechtmatige daad jegens [gedaagde] heeft begaan Uit een opgemaakte offerte door de firma [bedrijf] B.V. volgt dat deze schade € 2.585,00 excl. btw bedraagt. Daarnaast is sprake van gevolgschade, doordat een hertenbok in bronstijd is overleden en dat overlijden is veroorzaakt door nalatigheid van een medewerker (van een onderaannemer) van Zonnepanelen. De inkomsterderving bestaat uit twintig kalfjes x € 35,00 = € 700,00. Tot slot heeft Zonnepanelen niet tijdig, voor het plaatsen van de zonnepanelen, de constructieberekeningen verstrekt aan [gedaagde] . Zonnepanelen heeft (in deze zin) haar werk niet goed gedaan, waardoor [gedaagde] achteraf extra kosten heeft moeten maken om de constructie te versterken. Omdat Zonnepanelen dit heeft veroorzaakt is zij voor deze kosten aansprakelijk. Als Zonnepanelen tijdig de constructieberekeningen had aangeleverd aan [gedaagde] dan had zij de constructie vóór het plaatsen van de zonnepanelen kunnen (laten) verstevigen en dat was goedkoper geweest. [gedaagde] stelt dat zij met [medewerker] een afspraak had gemaakt voor een totaalbedrag om voornoemde schade te vergoeden.
3.6.
Zonnepanelen voert verweer. Zonnepanelen erkent dat tijdens de werkzaamheden door een onderaannemer schade is ontstaan aan een spant en boeiboord. Echter heeft zij geen informatie van [gedaagde] ontvangen over de hoogte van de schade en daarom is zij niet tot vergoeding van de schade overgegaan. Bovendien is het voor haar twee jaar later ook niet meer mogelijk om deze schade te verhalen op de onderaannemer die deze schade heeft veroorzaakt. Zonnepanelen betwist dat zij de gevolgschade van het overlijden van een hertenbok door nalatigheid van een medewerker zou vergoeden. Zij is niet bekend met deze
vermeende afspraak. Zij voert aan niet aansprakelijk te zijn voor gevolgschade op grond van artikel 13.4 van haar algemene voorwaarden. Zonnepanelen betwist vervolgens aansprakelijk te zijn voor de vermeende geleden schade bestaande uit (hogere) kosten voor het verstevigen van de constructie doordat zij niet tijdig constructieberekeningen heeft aangeleverd. Het is aan [gedaagde] om zorg te dragen dat de draagkracht van de constructie in orde is conform artikel 7.3 van haar algemene voorwaarden. Zij voert aan dat door [gedaagde] geen ingebrekestelling is gestuurd voor het leveren van de constructieberekeningen met een redelijke termijn tot nakoming. Zij heeft dus geen gelegenheid gehad om tot herstel over te kunnen gaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vorderingen in conventie en de vorderingen in reconventie zullen gezamenlijk worden behandeld.
Algemene voorwaarden
4.2.
Vanwege een beroep door Zonnepanelen op diverse artikelen uit haar algemene voorwaarden dient de kantonrechter eerst te beslissen over de vraag of de algemene voorwaarden gelden tussen partijen.
4.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard. [gedaagde] betwist echter dat de algemene voorwaarden ter hand zijn gesteld en doet om die reden een beroep op vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden. De bewijslast of de algemene voorwaarden ter hand zijn gesteld ligt bij Zonnepanelen. De kantonrechter stelt vast, zoals Zonnepanelen ook heeft betoogd, dat op de opdrachtbevestiging door [gedaagde] een handtekening is geplaatst voor ontvangst en kennisname van de algemene voorwaarden. De kantonrechter oordeelt dat het document waarop Zonnepanelen zich beroept een onderhandse akte is als bedoeld in artikel 156 lid 3 Rv. Een onderhandse akte levert op grond van artikel 157 lid 2 Rv ten aanzien van de verklaring van een partij omtrent hetgeen de akte bestemd is ten behoeve van de wederpartij te bewijzen, tussen partijen dwingend bewijs op van de waarheid van die verklaring. Een door een partij ( [gedaagde] ) ondertekende verklaring, in dit geval de opdrachtbevestiging, inhoudende dat zij de algemene voorwaarden heeft ontvangen van de andere partij, (Zonnepanelen), kan meebrengen dat deze voor waar wordt aangenomen (vgl. HR 21 september 2007, NJ 2009/50 en HR 11 juli 2008, NJ 2008/416). Door [gedaagde] zijn geen andere feiten gesteld die het voorgaande anders maken. De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat – nu [gedaagde] heeft getekend voor de ontvangst van de algemene voorwaarden - die algemene voorwaarden van Zonnepanelen ter hand zijn gesteld en daarmee op de tussen partijen gesloten overeenkomst van toepassing zijn.
In conventie
4.4.
In conventie staat de verschuldigdheid van de facturen niet ter discussie, maar is door [gedaagde] een beroep op opschorting gedaan vanwege geleden schade. Hoewel Zonnepanelen in dat kader een beroep doet op artikel 12.3 van de algemene voorwaarden en daarbij stelt dat opschorting ook onder het voorgaande artikel valt en dus uitgesloten is, is de kantonrechter van oordeel dat de door Zonnepanelen aangehaalde bepaling uit de algemene voorwaarden daaraan niet in de weg staat. Daarin is immers bepaald:
“De opdrachtgever is niet gerechtigd korting of compensatie toe te passen, behoudens voorafgaand schriftelijk akkoord van of namens opdrachtnemer”. Opschorting valt naar het oordeel van de
kantonrechter niet onder de uitsluiting in voornoemd artikel. Het artikel ziet slechts op korting of compensatie, hetgeen niet een opschorting behelst. De gegrondheid van de opschorting zal daarom hierna beoordeeld worden aan de hand van de in reconventie ingestelde vordering.
In reconventie
4.5.
[gedaagde] vordert in reconventie een bedrag aan geleden schade. Dit bedrag is onderbouwd met diverse schadeposten. De schadeposten bestaan uit een bedrag aan schadevergoeding voor geleden schade aan het spant en boeiboord welke is ontstaan uit een onrechtmatige daad van Zonnepanelen jegens [gedaagde] (2.585,00 excl. btw), het verlies van inkomsten vanwege het overlijden van het hertenbok (€ 700,00) en de extra kosten voor het achteraf, dus na het plaatsen van de zonnepanelen, moeten versterken van de constructie (€ 3.000,00).
Vertegenwoordigingsbevoegdheid [medewerker]
4.6.
Voor zover [gedaagde] de grondslag van haar vordering in reconventie heeft gebaseerd op de toezegging die door [medewerker] is gedaan, inhoudende dat een bedrag in mindering mocht strekken op de factuur vanwege de geleden schades oordeelt de kantonrechter als volgt. De kantonrechter is met Zonnepanelen van oordeel dat uit artikel 5.5 van de algemene voorwaarden volgt dat Zonnepanelen niet is gebonden aan een mogelijk door [medewerker] gedane toezegging. In artikel 5.5 is namelijk het volgende vermeld:
“Afspraken, toezeggingen of overeenkomsten met (ondergeschikte) leden van het personeel van opdrachtnemer binden opdrachtnemer niet, voor zover dit door opdrachtnemer niet schriftelijk is bevestigd. Als ondergeschikt personeel zijn in dit verband te beschouwen alle werknemers of medewerkers die blijkens in het handelsregister geen procuratie hebben.”Vast is komen te staan dat [medewerker] valt onder “
(ondergeschikte) leden van het personeel”. Ook is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van gewekte schijn van vertegenwoordigingsbevoegd door Zonnepanelen. Tijdens de zitting is immers door [gedaagde] verklaard dat hij wist dat [medewerker] zijn voorstel met de directie moest afstemmen en dat er ten tijde van het gesprek dus nog geen akkoord was bereikt over een bedrag dat [gedaagde] mocht inhouden. Gelet op het voorgaande behoeven de overige door Zonnepanelen aangevoerde artikelen uit haar algemene voorwaarden op dit punt geen nadere bespreking meer.
Schade uit onrechtmatige daad
4.7.
[gedaagde] stelt dat Zonnepanelen aansprakelijk is voor de geleden schade aan het spant uit hoofde van een onrechtmatige daad en vordert een bedrag van € 2.585,00.
Op grond van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek is hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, die aan hem kan worden toegerekend, verplicht die schade die de ander dientengevolge leidt, te vergoeden. Voor aansprakelijkheid op grond van artikel 6:162 BW dient voldaan te zijn aan een vijftal vereisten, te weten: onrechtmatige daad, toerekenbaarheid van de daad aan de dader, schade, causaal verband tussen daad en schade en relativiteit. De kantonrechter is van oordeel dat onweersproken is komen vast te staan dat de schade aan het spant is veroorzaakt door een door Zonnepanelen ingeschakelde onderaannemer. Uit haar eigen verklaring ter zitting volgt dat Zonnepanelen bekend was met de ontstane schade ten tijde van het uitvoeren van de werkzaamheden, maar dat zij niet bekend was met de schadehoogte. Op haar vraag wat de hoogte van de schade was, heeft zij geen reactie ontvangen van [gedaagde] . Het verweer van Zonnepanelen dat zij niet bekend was met de hoogte van de schade en daarom niet gehouden is om deze schade te vergoeden, honoreert de kantonrechter niet. Dat Zonnepanelen deze schade inmiddels niet meer kan verhalen op de onderaannemer doet er niet aan af dat zij (als erkend) aansprakelijk is voor deze geleden schade jegens [gedaagde] . De bewijslast van de schadehoogte rust echter wel op [gedaagde] .
Voor toewijzing van de geleden schade bij een onrechtmatige daad is een abstracte schadeberekening voldoende. Herstel en betaling zijn daartoe niet vereist. De kantonrechter is van oordeel dat de door [gedaagde] overgelegde offerte van [bedrijf] B.V. (productie 1 bij conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie) voldoende concreet is. Door Zonnepanelen is nog aangevoerd dat bij vaststelling van de hoogte van de schade rekening gehouden dient te worden met nieuw voor oud. De kantonrechter oordeelt dat de enkele (niet onderbouwde) stelling van Zonnepanelen daartoe onvoldoende is. Met [gedaagde] is de kantonrechter van oordeel dat rekening houden met nieuw voor oud niet opgaat als het schade aan een stalen constructief deel betreft, zoals in dit geval een spant. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat door Zonnepanelen een onrechtmatige daad jegens [gedaagde] is begaan en daarom is Zonnepanelen gehouden tot betaling van een bedrag van € 2.585,00 excl. btw aan geleden schade door [gedaagde] .
Gevolgschade overlijden hertenbok
4.8.
[gedaagde] stelt dat Zonnepanelen aansprakelijk is voor de gevolgschade bestaande uit inkomstenderving van twintig kalfjes x € 35,00 = € 700,00, door het overlijden van een hertenbok in de bronstijd door nalatigheid van een medewerker van (een onderaannemer van) Zonnepanelen. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] de gestelde financiële schade onvoldoende heeft onderbouwd. De vordering is, nog afgezien van het overige door Zonnepanelen gevoerde verweer op dit punt, alleen al om die reden niet toewijsbaar.
Aansprakelijkheid voor extra kosten voor het achteraf versterken van de constructie
4.9.
[gedaagde] stelt dat in de opdrachtbevestiging is opgenomen dat Zonnepanelen de constructieberekeningen levert. Zij heeft deze constructieberekeningen pas na het plaatsen van de zonnepanelen ontvangen van Zonnepanelen. [gedaagde] stelt dat zij daardoor extra kosten moeten maken voor het achteraf verstevigen van de constructie. Bij tijdige ontvangst van de door Zonnepanelen gemaakte constructieberekeningen had zij de panden immers voor het plaatsen van de zonnepanelen kunnen (laten) verstevigen. Nu dat achteraf pas mogelijk was, zijn de kosten hiervan hoger. Het verweer van Zonnepanelen dat voor het leveren van de constructieberekeningen een ingebrekestelling nodig was geweest, slaagt naar het oordeel van de kantonrechter. Door [gedaagde] is nu immers geen termijn gesteld waarbinnen Zonnepanelen alsnog de constructieberekeningen moest leveren. Daarom is het niet mogelijk voor [gedaagde] om Zonnepanelen nu aan te spreken voor de meerkosten die zij heeft gemaakt voor het achteraf, na het plaatsen van de zonnepanelen, verstevigen van de constructies van de panden. De kantonrechter wijst de vordering op dit punt dan ook af.
Conclusie in de vordering in reconventie
4.10.
Gelet op al het voorgaande is vast komen te staan dat [gedaagde] een bedrag van € 2.585,00 excl. btw aan geleden schade door Zonnepanelen terecht heeft opgeschort en Zonnepanelen deze schade aan hem moet vergoeden.
4.11.
De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen over het toe te wijzen bedrag van € 2.585,00 excl. btw vanaf de datum van het instellen van de eis in reconventie, aldus
15 juni 2022.
4.12.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen, nu geen werkzaamheden ter incasso van de schadebedragen zijn gesteld en gebleken.
Conclusie in de vordering in conventie
4.13.
De vordering in conventie van € 6.050,00 incl. btw is gelet op al het voorgaande toewijsbaar.
4.14.
Zonnepanelen vordert primair contractuele rente van 1% per kalendermaand op grond van artikel 12.4 van haar algemene voorwaarden. Zij vordert deze rente vanaf
5 februari 2021, de dag na de verzuimdatum van de laatste factuur van 28 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening. De kantonrechter is van oordeel dat de primair gevorderde contractuele rente toewijsbaar is nu vast is komen te staan dat de algemene voorwaarden tussen partijen van toepassing zijn. Echter zal de gevorderde rente slechts toewijsbaar zijn over een bedrag van (€ 5.000,00 – 2.585,00 =) € 2.415,00 exclusief btw, hetgeen overeenkomt met een bedrag van € 2.922,15 inclusief btw. Geoordeeld is immers dat [gedaagde] een bedrag van € 2.585,00 exclusief btw terecht heeft opgeschort. Omdat door [gedaagde] nadrukkelijk geen beroep is gedaan op verrekening, wordt de hele vordering in conventie toegewezen, behoudens hetgeen hiervoor is vermeld.
4.15.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn eveneens slechts toewijsbaar over een bedrag van € 2.922,14, vanwege de gedeeltelijk terechte opschorting door [gedaagde] . Dit betekent dat een bedrag van € 417,21 aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen.
Proceskosten in conventie en in reconventie
4.16.
De kantonrechter ziet aanleiding om de proceskosten zowel in conventie als in reconventie te compenseren nu partijen over en weer deels in het (on)gelijk zijn gesteld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
veroordeelt [gedaagde] om aan Zonnepanelen te betalen:
  • een bedrag van € 6.050,00 incl. btw, vermeerderd met de contractuele rente van 1% per kalendermaand over een bedrag van € 2.922,14 vanaf 5 februari 2021 tot aan de betaling;
  • een bedrag van € 417,21 aan buitengerechtelijke incassokosten;
in reconventie:
veroordeelt Zonnepanelen om aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 2.585,00 incl. btw, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 juni 2022 tot aan de betaling;
in conventie en in reconventie:
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Hindriks en is in het openbaar uitgesproken op
30 november 2022.