Uitspraak
1.Maatschap [gedaagde 1] ,
6. [gedaagde 6] ,
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
(10) Verkoper verklaart dat het paard geschikt is voor het doel waarvoor het is aangeschaft, te weten sport.”
Klinische bevindingen:
Lichte ataxie, graad 1 uit 5, verdacht van CVSM.”
Conclusie: paard heeft een ataxieklacht die neuroanatomisch gelinkt kan worden aan de cervicale halsregio. De bewegingskreupelheid kan mogelijk vanuit de plexus brachialis of uittredende zenuwen verklaard worden.”
Conclusie:
Het moge duidelijk zijn dat een paard met ataxie en/of een bewegingskreupelheid niet bereden kan worden en niet in de sport kan worden uitgebracht. Nu het Paard niet geschikt is om te berijden, laat staan om in de sport uit te brengen, beantwoordt het Paard niet aan de koopovereenkomst.
3.Het geschil
- te veroordelen tot betaling aan [eiseres] binnen 7 dagen na dit vonnis van een bedrag van € 50.000,00, zijnde restitutie van de door [eiseres] voor het [paard] betaalde koopsom, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- te gebieden om binnen een termijn van zeven dagen na restitutie van de betaalde koopsom van € 50.000,00 vermeerderd met de verschuldigde wettelijke rente, het paard bij [eiseres] op te halen en weer in bezit te nemen, zulks op straffe van een dwangsom;
- te veroordelen om aan [eiseres] binnen 7 dagen na dit vonnis een bedrag te voldoen van € 21.184,20 + PM zijnde de vergoeding van de door [eiseres] geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- te veroordelen om aan [eiseres] aan buitengerechtelijke incassokosten te voldoen een bedrag van € 1.486,84, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- te veroordelen in de proceskosten, waaronder begrepen de beslagkosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
primairdat de koopovereenkomst vernietigd is op grond van dwaling dan wel vernietigd dient te worden. Gedaagden hebben aan [eiseres] onjuiste mededelingen gedaan als bedoeld in artikel 6:228 lid 1 sub a BW. Ook hebben gedaagden ten onrechte relevante informatie onthouden als bedoeld in artikel 6:228 lid 1 sub b BW. Indien [eiseres] een juiste voorstelling van zaken zou hebben gehad en van de gebreken op de hoogte zou zijn geweest, zou zij de koopovereenkomst niet hebben gesloten. Voor zover gedaagden betogen van de gebreken niet op de hoogte te zijn geweest, doet [eiseres] een beroep op wederzijdse dwaling ex artikel 6:228 lid 1 sub c BW. Het beroep op dwaling heeft zij ook gedaan in de brief van 9 december 2021 waarin zij de vernietiging van de koopovereenkomst heeft ingeroepen. De koopsom is hierdoor onverschuldigd aan gedaagden betaald en dient aan [eiseres] te worden terugbetaald. Ook is sprake van ongerechtvaardigde verrijking in de zin van artikel 6:212 BW als gevolg waarvan gedaagden de door [eiseres] geleden schade dienen te vergoeden.
4.De beoordeling
kanveroorzaken, doet hier – gelet op hetgeen [dokter 1] en [dokter 2] hebben geconcludeerd en de klachten die [dokter 3] heeft omschreven – niet aan af.
- Vervoer paard € 150,00
- Dierenarts € 68,85
- Hoefbeslag (5x) € 550,00