ECLI:NL:RBZWB:2022:7299
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 2 december 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft op 21 januari 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een bestuursorgaan binnen zes maanden beslissen op een aanvraag, met de mogelijkheid om deze termijn eenmalig met zes maanden te verlengen. In dit geval had de Belastingdienst uiterlijk op 21 januari 2022 moeten beslissen, maar heeft dit nagelaten. Eiseres heeft de Belastingdienst op 29 april 2022 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank heeft besloten om op basis van de beschikbare stukken uitspraak te doen zonder een zitting te houden.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit door de Belastingdienst. De rechtbank draagt de Belastingdienst op om binnen twee weken na verzending van deze uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op terugbetaling van het betaalde griffierecht van € 50,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.