ECLI:NL:RBZWB:2022:7301
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake Wajong-uitkering
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 2 december 2022, wordt het beroep van eiser behandeld tegen het niet tijdig beslissen door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op zijn bezwaar. Eiser had op 20 december 2021 bezwaar gemaakt tegen een besluit van 14 december 2021, waarin zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering was afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de verweerder de beslistermijn heeft overschreden, aangezien de termijn voor het nemen van een besluit op het bezwaar op 5 juli 2022 verstreken was. Eiser heeft verweerder op 18 juli 2022 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk gegrond is.
De rechtbank bepaalt dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit op het bezwaar moet nemen. Tevens wordt verweerder verplicht een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft ook recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 50,- en proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit en draagt verweerder op om binnen de gestelde termijn alsnog een besluit bekend te maken.