In de hoofdzaak vordert de curator, uit hoofde van een gelegd beslag ten laste van de heer [naam] op grond van bestuurdersaansprakelijkheid, waar mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat Rechtsburg een onjuiste verklaring ex artikel 477a lid 2 Rv heeft afgelegd;
Primair:
II. Rechtsburg te veroordelen tot het afleggen van een aanvullende gerechtelijke verklaring met volledige inachtneming van hetgeen de curator in deze dagvaarding heeft gesteld omtrent hetgeen zij als redelijke vergoeding aan bestuurder [naam] verschuldigd is en nog verschuldigd zal worden;
III. Rechtsburg te veroordelen tot betaling aan de curator, althans de met de executie belaste gerechtsdeurwaarder, van het bedrag dat zal volgen uit de onder sub 2 genoemde verklaring (€ 3.916,66 bruto per maand), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de datum van het te wijzen vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
Subsidiair:
IV. Voor zover Rechtsburg niet alsnog een gerechtelijk verklaring aflegt dan wel een gerechtelijk verklaring aflegt die ten opzichte van de afgelegde buitengerechtelijke verklaring ongewijzigd en niet met bewijsstukken gestaafd wordt (en dus niet voldoet aan de eisen uit artikel 476a lid 2 Rv en artikel 476b Rv), Rechtsburg op de voet van artikel 477a lid 1 Rv te veroordelen tot betaling van het bedrag waarvoor beslag werd gelegd (€ 210.066,10), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de datum van het te wijzen vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
Meer subsidiair:
V. Voor zover gedaagde alsnog een gerechtelijk verklaring aflegt die niet voldoet aan het hiervoor door de curator gestelde omtrent de redelijke vergoeding ex artikel 479a Rv, op voet van artikel 477a lid 2 Rv jo. artikel 479a Rv vast te stellen dat Rechtsburg gelet op de functie en ervaring van [naam] als redelijke vergoeding € 7.500,00 bruto per maand aan hem verschuldigd zal worden, althans een bedrag per maand door de rechtbank in goede justitie te bepalen;
Zowel primair als subsidiair:
VI. Een en ander met veroordeling van Rechtsburg in de kosten van deze procedure, waaronder de nakosten.