In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 mei 2022 uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van klager, die zijn recht op teruggave van een in beslag genomen Volkswagen Golf claimt. De inbeslagname vond plaats op 12 juli 2021, en het klaagschrift werd op 29 oktober 2021 ingediend. De rechtbank heeft de procedure behandeld in raadkamer op 15 maart 2022, waarna de behandeling werd aangehouden tot 10 mei 2022. De officier van justitie heeft schriftelijk aangegeven dat er geen reden is om het beslag langer te laten voortduren, wat de rechtbank heeft meegenomen in haar beoordeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het klaagschrift tijdig is ingediend en dat klager ontvankelijk is. Bij de beoordeling van het klaagschrift heeft de rechtbank opgemerkt dat het onderzoek in raadkamer een summier karakter heeft. De rechtbank heeft zich gebaseerd op de jurisprudentie van de Hoge Raad, die stelt dat het Openbaar Ministerie de inbeslaggenomen voorwerpen moet teruggeven zodra het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet. Aangezien de zaaksofficier van justitie heeft aangegeven dat er geen strafvorderlijk belang meer is bij het voortduren van het beslag, heeft de rechtbank besloten het klaagschrift gegrond te verklaren en de teruggave van het voertuig aan klager te gelasten.
De beslissing is genomen door mr. J.C.A.M. Los, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van Grinsven, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep in cassatie worden ingesteld door het Openbaar Ministerie of door klager, afhankelijk van de betekening van de beslissing.