Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 7 december 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] te [woonplaats] , eiser,
Inleiding
Overwegingen van de rechtbank
2 december 2020 dat eiser op zijn 18e in staat was ten minste 4 uur per dag en 1 uur aangesloten te werken, aangezien eiser in 2018 werkzaam was bij [naam supermarkt] , met begeleiding. Dit volgt uit de verklaring van jobcoach [naam jobcoach] . Eiser is daar een half jaar werkzaam geweest. Inzet en motivatie waren goed, hij was op tijd op zijn werk. Ook goed waren collegialiteit, opdrachten aannemen, arbeidsverhoudingen en klantbesef. Tempo was laag en er was ook steeds iemand in de buurt nodig om hem aan het werk te houden. Met deze begeleiding lukten de werkzaamheden blijkbaar wel. Een jaar later wordt bij dagbesteding gesproken van tijden van 10 tot 15 uur, zodat eiser ook tijd heeft om met vrienden door te brengen. De bij eiser vastgestelde aandoeningen zijn geen reden om een beperking in duurbelastbaarheid aan te nemen. Dit heeft de primaire verzekeringsarts gemotiveerd. De primaire verzekeringsarts geeft aan dat eiser moeite heeft zich sociaal passend te gedragen. Dit lijkt vooral gebaseerd op het gedrag wat hij heeft laten zien op werkplekken waar hij zich minder op zijn plek voelde. Tijdens de werkzaamheden bij [naam supermarkt] gaan volgens de jobcoach aspecten als collegialiteit, opdrachten aannemen, arbeidsverhoudingen en klantbesef juist wel goed. Dit past niet bij zich niet sociaal passend gedragen. Uit informatie van de jobcoach komt ook het belang van structuur en begeleiding naar voren, om hem aan de gang te houden en te controleren. Eén afdeling, één aanspreekpunt, dezelfde werktijden. Eiser is snel afgeleid. Het tempo ligt laag. In ICF-terminologie leidt dit tot beperkingen in activiteiten, geen beperking in zich sociaal passend gedragen.
Als iemand bepaalde handelingen kan verrichten die samen een taak vormen, wil dat nog niet zeggen dat hij die handelingen ook in een arbeidsorganisatie kan verrichten. Het functioneren binnen de context van een arbeidsorganisatie staat immers los van het type arbeid en het type organisatie. Er is een aantal eisen waaraan altijd moet worden voldaan. Dergelijke eisen noemen wij hier basale werknemersvaardigheden. Het gaat hierbij om andere vaardigheden dan die nodig zijn om aan de specifieke eisen van de taken uit het takenbestand te kunnen voldoen.’’
Conclusie en gevolgen
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 7 december 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.