ECLI:NL:RBZWB:2022:7489
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag op grond van de Wet open overheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 8 december 2022, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de minister van Algemene Zaken. Eiser heeft een aanvraag ingediend op 27 mei 2022, maar de minister heeft niet tijdig beslist, wat volgens eiser in strijd is met artikel 4.1 van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank oordeelt dat de minister inderdaad niet binnen de wettelijk vereiste termijn van vier weken heeft beslist, aangezien de deadline op 24 juni 2022 verstreken was. Eiser heeft de minister op 3 augustus 2022 in gebreke gesteld, waarna de termijn voor het indienen van beroep is ingegaan.
De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is, omdat de zaak op basis van de ingediende stukken kan worden beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit door de minister. De rechtbank draagt de minister op om binnen twee weken na verzending van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op terugbetaling van het griffierecht van € 184,-, aangezien het beroep gegrond is verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.