ECLI:NL:RBZWB:2022:7571

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
C/02/403946 / KG ZA 22-572
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van gekraakte panden

Op 15 december 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een vonnis in kort geding uitgesproken in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Molecaten Holding BV tegen gedaagden die niet verschenen. Eiseres, Molecaten Holding BV, heeft de panden gelegen aan [adres 1] en [adres 2] te Hoeven, gemeente Halderberge, in eigendom. Deze panden zijn op 13 juli 2022 verkocht aan een derde, met een leveringsdatum uiterlijk op 31 december 2022. Gedaagden hebben de panden op of omstreeks 22 november 2022 gekraakt en zijn op 2 en 5 december 2022 gesommeerd om de panden te verlaten, maar hebben hieraan geen gehoor gegeven. Eiseres vorderde in kort geding de ontruiming van de panden, omdat zij een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming om aan haar leveringsplicht te voldoen en boetes te voorkomen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagden zonder recht of titel in de panden verblijven, wat onrechtmatig is. De vordering van eiseres is toegewezen, en gedaagden zijn veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de panden te ontruimen. Tevens zijn gedaagden in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Locatie Breda
Cluster II Handelszaken
zaaknummer / rolnummer: C/02/403946 / KG ZA 22-572
Vonnis in kort geding van 15 december 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MOLECATEN HOLDING BV,
gevestigd te Hattem,
eiseres,
advocaat mr. D. Warnink te Kampen,
tegen
HEN DIE VERBLIJVEN IN HET PAND [adres 1], dan wel
HEN DIE VERBLIJVEN IN EEN GEDEELTE VAN GENOEMDE ONROERENDE ZAKEN AAN HET [adres 1] , GEMEENTE HALDERBERGE,
HEN DIE VERBLIJVEN IN HET PAND [adres 2] ,dan wel
HEN DIE VERBLIJVEN IN EEN GEDEELTE VAN GENOEMDE ONROERENDE ZAKEN AAN HET [adres 2] , GEMEENTE HALDERBERGE,
gedaagden
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
De wettelijke termijn voor dagvaarden is overeenkomstig het bepaalde in artikel 117 Rv op mondelinge last van de voorzieningenrechter verkort.
1.2.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 5 december 2022;
  • de brief van mr. Warnink van 7 december 2012 met producties 1 t/m 13;
  • de brief van mr. Warnink van 8 december 2022 met 3 bijlagen;
  • de door mr. Warnink overgelegde verklaring namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge van 9 december 2022;
  • de mondelinge behandeling op 12 december 2022.
1.3.
Mr. [naam] heeft bij e-mailbericht van 12 december 2022 de voorzieningenrechter bericht dat hij zich stelt voor gedaagden en dat zij niet zullen verschijnen. Gedaagden zijn tijdens de mondelinge behandeling niet verschenen.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
- Eiseres heeft in eigendom de panden [adres 1] en [adres 2] te Hoeven, gemeente Halderberge.
- Eiseres heeft de panden op 13 juli 2022 verkocht aan een derde (hierna: de koper). In de koopovereenkomst is bepaald dat de levering zal plaatsvinden uiterlijk op 31 december 2022 of zoveel eerder of later als partijen nader mochten overeenkomen. In de koopovereenkomst is in artikel 13 opgenomen dat een boete wordt verbeurd van 10% van de koopsom indien een partij in verzuim is met betrekking tot de levering en dat een in verzuim verkerende partij daarnaast schadeplichtig is.
- Op of omstreeks 22 november 2022 zijn de panden gekraakt door gedaagden. Zij hebben daarvan melding gedaan bij de politie.
- Aan gedaagden is op 2 december, herhaald op 5 december 2022, namens eiseres een sommatiebrief betekend, waarin zij zijn gesommeerd de panden te verlaten. Gedaagden hebben niet aan deze sommatie voldaan.

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert als voorlopige voorziening:
I gedaagden te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de panden gelegen aan de [adres 1] en [adres 2] , gemeente Halderberge, te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van eiseres zijn;
II te bepalen dat deze veroordeling binnen de in artikel 557a lid 3 Rv genoemde termijn van 6 maanden ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen eenieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging daar bevindt of daar binnen treedt en telkens wanneer zich dat voordoet;
III en/of zodanige maatregelen te treffen welke de voorzieningenrechter in goede justitie meent juist te zijn;
IV met veroordeling van gedaagden in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten.
.
3.2.
Eiseres legt aan haar vorderingen -kort gezegd- ten grondslag dat gedaagden zonder recht of titel in de panden verblijven en dat zij daardoor inbreuk maken op haar eigendomsrecht, wat jegens haar onrechtmatig is. Eiseres heeft een spoedeisend belang bij de door haar gevorderde ontruiming. Zij moet de panden uiterlijk 31 december 2022 aan de koper leveren en verbeurt een boete indien zij niet aan haar leveringsplicht kan voldoen. Daarnaast is zij schadeplichtig voor de door koper te lijden schade.

4.De beoordeling

4.1.
Mr. [naam] heeft bericht zich te stellen voor gedaagden, maar zowel gedaagden als mr. [naam] zijn niet op de mondelinge behandeling verschenen, zodat gedaagden niet rechtsgeldig in het geding zijn verschenen. Omdat bij de dagvaarding de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, zal verstek worden verleend.
4.2.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat het eigendomsrecht ex artikel 5:1 BW het meest omvattende recht is dat een persoon op een zaak kan hebben. Het staat de eigenaar met uitsluiting van eenieder vrij om van de zaak gebruik te maken, mits dit gebruik niet in strijd is met rechten van anderen. Het bepaalde in artikel 5:2 BW geeft de eigenaar van een zaak de bevoegdheid om zijn eigendom op te eisen van eenieder die haar zonder recht of titel onder zich houdt. Dit betekent dat de eigenaar zijn eigendomsrecht kan handhaven tegenover eenieder die daar inbreuk op maakt.
4.3.
Als niet weersproken staat vast dat gedaagden zonder recht of titel in de panden van eiseres verblijven en daarmee inbreuk maken op haar eigendomsrecht. Daarmee handelen zij in beginsel onrechtmatig jegens eiseres en is eiseres bevoegd de onroerende zaken van gedaagden op te eisen. Dit is slechts anders
indien eiseres onvoldoende (spoedeisend) belang heeft bij haar vordering.
4.4.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat eiseres voldoende heeft aangetoond een spoedeisend belang te hebben bij haar vordering.
4.5.
Met inachtneming van het vorenstaande komt het gevorderde de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat dit zal worden toegewezen als na te melden.
4.6.
De voorzieningenrechter ziet, mede gelet op de overgelegde verklaring van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge, geen aanleiding om een langere ontruimingstermijn te bepalen dan gevorderd. De voorzieningenrechter neemt daarbij in aanmerking dat de panden pas recent zijn gekraakt. Bovendien is door mr. Warnink tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat gedaagden na overleg hebben toegezegd de panden uiterlijk donderdag 15 december 2022 om 10.00 uur te zullen hebben verlaten.
4.7.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 107,29
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat
€ 656,00
Totaal € 1.439,29
4.8.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verleent verstek tegen gedaagden;
5.2.
veroordeelt gedaagden om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de panden gelegen aan de [adres 1] en [adres 2] , gemeente Halderberge, te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van eiseres zijn;
5.3.
bepaalt dat voormelde veroordeling binnen de in artikel 557a lid 3 Rv genoemde termijn van 6 maanden na dit vonnis ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen eenieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging daar bevindt of daar binnen treedt en telkens wanneer zich dat voordoet;
5.4.
veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eiseres gevallen tot op heden begroot op € 1.439,29;
5.5.
veroordeelt gedaagden in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagden niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van 't Nedereind en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2022.