Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 november 2022 met producties 1 t/m 18;
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 7;
- de mondelinge behandeling op 24 november 2022;
- de pleitnota van D.P.E.
2.De feiten.
- Beugen is een financiële holding. Enig aandeelhouder en bestuurder van Beugen is de heer [aandeelhouder eiseres] (hierna: [aandeelhouder eiseres] ). [aandeelhouder eiseres] is tevens maat van de maatschap Tandartspraktijk Tilburg (hierna: Tandartspraktijk Tilburg). De andere maat van Tandartspraktijk Tilburg is mevrouw [aandeelhoudster Tandartspraktijk Tilburg] .
- D.P.E. exploiteert een tandtechnisch bedrijf. Enig aandeelhouder en enig statutair bestuurder is de heer [aandeelhouder gedaagde] (hierna: [aandeelhouder gedaagde] ).
- Op 20 november 2013 is door Beugen de vennootschap Tilburg Tandtechniek BV (hierna: Tilburg Tandtechniek) opgericht. Na de oprichting was Beugen enig aandeelhouder en bestuurder van Tilburg Tandtechniek. Het hele geplaatste aandelenkapitaal van Tilburg Tandtechniek bestond uit één aandeel (hierna: het Aandeel).
- Tilburg Tandtechniek is een tandtechnisch laboratorium dat tandtechnische werkstukken (zoals kunstgebitten en implantaten) maakt en levert. Vanaf haar oprichting heeft Tilburg Tandtechniek op regelmatige basis samengewerkt met Tandartspraktijk Tilburg.
- Beugen en D.P.E. hebben op 10 april 2018 een overeenkomst gesloten (hierna: de Overeenkomst) waarin zij (voor zover van belang) het navolgende zijn overeengekomen (waarbij Tilburg Tandtechniek wordt aangeduid als de BV):
D.P.E. verplicht zich om zich bij de uitoefening van het stemrecht op haar aandeel in de BV geheel te richten naar de instructies van Beugen.
3. D.P.E. is verplicht op eerste verzoek van Beugen af te treden als statutair bestuurder van de BV en de directietaken over te dragen aan Beugen of een door Beugen aan te wijzen (rechts)persoon.
- Bij akte van 12 april 2018 heeft de aandelenoverdracht van Beugen aan D.P.E. plaatsgevonden.
- In de leveringsakte is, voor zover thans van belang, het navolgende bepaald:
- Tussen Beugen en D.P.E. is een geschil ontstaan omtrent de samenwerking.
- Op 8 september 2022 heeft Beugen in de persoon van [aandeelhouder eiseres] aan D.P.E. [aandeelhouder gedaagde] medegedeeld de samenwerking te willen beëindigen en is D.P.E. verzocht het Aandeel aan Beugen over te dragen.
- Bij brief van haar advocaat van 22 september 2022 heeft D.P.E. te kennen gegeven niet mee te zullen werken aan de (terug) levering van het Aandeel aan Beugen.
- Bij e-mailbericht van 5 oktober 2022 heeft de advocaat van Beugen gereageerd op de brief van de advocaat van D.P.E. en is D.P.E. in de gelegenheid gesteld om binnen 3 dagen onvoorwaardelijk toe te zeggen dat D.P.E. op de kortst mogelijke termijn medewerking verleent aan levering van het Aandeel aan Beugen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3 van de Overeenkomst.
- D.P.E. heeft die toezegging niet gedaan en zij weigert medewerking te verlenen aan levering van het Aandeel aan Beugen.
3.Het geschil
Zowel primair als (meer en nog meer) subsidiair:
4.De beoordeling
1.016,00