ECLI:NL:RBZWB:2022:7575

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
C/02/402670/KG ZA 22-504
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot teruglevering van aandelen en ontslag van statutair bestuurder in kort geding

In deze zaak vordert Beugen B.V. in kort geding de teruglevering van een aandeel in Tilburg Tandtechniek B.V. door D.P.E. Prothétique du Eefiq B.V. en het ontslag van D.P.E. als statutair bestuurder. De procedure is gestart na een geschil over de samenwerking tussen de partijen, waarbij Beugen stelt dat D.P.E. haar verplichtingen uit een overeenkomst niet nakomt. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Beugen afgewezen, omdat niet onaannemelijk is dat het verweer van D.P.E. dat de overeenkomst nietig is wegens strijd met de wet of goede zeden, in de bodemprocedure zal slagen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de belangen van D.P.E. zwaarder wegen, vooral gezien de financiële situatie van Tilburg Tandtechniek, die mede door Beugen is veroorzaakt. Beugen wordt veroordeeld in de proceskosten van D.P.E.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Locatie Breda
Cluster II Handelszaken
zaaknummer / rolnummer: C/02/ 402670 / KG ZA 22-504
Vonnis in kort geding van 8 december 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap BEUGEN B.V.,
gevestigd te Diessen, kantoorhoudende te Hilvarenbeek,
eiseres,
advocaat mr. J.T. van Balen,
tegen
de besloten vennootschap D.P.E. PROTHÉTIQUE DU EEFIQ B.V,
gevestigd en kantoorhoudende te Tilburg,
gedaagde,
advocaat mr. T.H.J. van Beek.
Partijen zullen hierna Beugen en D.P.E. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 15 november 2022 met producties 1 t/m 18;
  • de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 7;
  • de mondelinge behandeling op 24 november 2022;
  • de pleitnota van D.P.E.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten.

  • Beugen is een financiële holding. Enig aandeelhouder en bestuurder van Beugen is de heer [aandeelhouder eiseres] (hierna: [aandeelhouder eiseres] ). [aandeelhouder eiseres] is tevens maat van de maatschap Tandartspraktijk Tilburg (hierna: Tandartspraktijk Tilburg). De andere maat van Tandartspraktijk Tilburg is mevrouw [aandeelhoudster Tandartspraktijk Tilburg] .
  • D.P.E. exploiteert een tandtechnisch bedrijf. Enig aandeelhouder en enig statutair bestuurder is de heer [aandeelhouder gedaagde] (hierna: [aandeelhouder gedaagde] ).
  • Op 20 november 2013 is door Beugen de vennootschap Tilburg Tandtechniek BV (hierna: Tilburg Tandtechniek) opgericht. Na de oprichting was Beugen enig aandeelhouder en bestuurder van Tilburg Tandtechniek. Het hele geplaatste aandelenkapitaal van Tilburg Tandtechniek bestond uit één aandeel (hierna: het Aandeel).
  • Tilburg Tandtechniek is een tandtechnisch laboratorium dat tandtechnische werkstukken (zoals kunstgebitten en implantaten) maakt en levert. Vanaf haar oprichting heeft Tilburg Tandtechniek op regelmatige basis samengewerkt met Tandartspraktijk Tilburg.
  • Beugen en D.P.E. hebben op 10 april 2018 een overeenkomst gesloten (hierna: de Overeenkomst) waarin zij (voor zover van belang) het navolgende zijn overeengekomen (waarbij Tilburg Tandtechniek wordt aangeduid als de BV):
Artikel 1. Aandelenoverdracht en directiewisseling
1. Beugen zal zo spoedig mogelijk de juridische eigendom van haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de BV door middel van een notariële akte overdragen aan D.P.E.. In de akte zal een koopsom van € 1 zijn opgenomen. De akte zal een minimum aan garanties namens verkoper bevatten.
2. In de akte van aandelenoverdracht zal voorts worden opgenomen dat Beugen aftreedt als statutair bestuurder en D.P.E. wordt benoemd tot nieuwe statutair bestuurder.
(…)
Artikel 2. Economische eigendom aandeel blijft bij Beugen
1. Partijen komen overeen dat ondanks de in artikel 1 lid 1 omschreven overdracht van de (juridische) eigendom van het aandeel in de BV Beugen in economische zin eigenaar van het aandeel blijft. D.P.E. wordt in juridische zin aandeelhouder maar de economische eigendom- dat wil zeggen het gehele financiële belang, dus alle dividenden of andersoortige vruchten uit het aandeel alsmede de waardemutaties van het aandeel, zowel gerealiseerd als ongerealiseerd - komt volledig voor rekening en risico van Beugen.
2. Het voorgaande betekent dat voor de toepassing van vennootschapsbelasting Beugen heeft te gelden als aandeelhouder in fiscale zin, dat de deelneming in de BV en het daaruit voortvloeiende deelnemingsresultaat derhalve in haar jaarrekening en aangifte vennootschapsbelasting zullen worden opgenomen en niet zullen worden opgenomen in aangifte inkomstenbelasting van D.P.E..
3. Beugen heeft te allen tijde het recht om het aandeel in de BV weer in volledige juridische eigendom te verwerven en wel tegen een koopsom van € 1 en zonder verdere verplichtingen. D.P.E. is verplicht op eerste verzoek van Beugen mee te werken aan de juridische overdracht van het aandeel door D.P.E. aan Beugen dan wel een door Beugen aan te wijzen (rechts)persoon. De akte van aandelenoverdracht zal vergelijkbare bepalingen bevatten als de akte waarbij het aandeel aan D.P.E. is geleverd; de kosten van de akte zijn voor rekening van de BV.
4. Het is D.P.E. zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van Beugen verboden om op enige wijze de juridische of economische eigendom van het aandeel geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een derde partij.
Artikel 3. Zeggenschap aandeel blijft bij Beugen
1.
D.P.E. verplicht zich om zich bij de uitoefening van het stemrecht op haar aandeel in de BV geheel te richten naar de instructies van Beugen.
Artikel 4. Directievoering BV
1. D.P.E. zal fungeren als (enige) statutair bestuurder van de BV. D.P.E. zal zich bij de uitvoering daarvan richten naar de instructies van Beugen, zowel die in algemene zin als de meer specifieke aanwijzingen. Voor het aangaan van overeenkomsten met een financieel belang groter dan € 5.000,- zal D.P.E. vooraf instemming van Beugen vragen. Zo ook bij ingrijpende beslissingen zoals het aannemen van personeel of strategische keuzes die de een belangrijke invloed kunnen hebben op de toekomst van de onderneming.
2. (…)

3. D.P.E. is verplicht op eerste verzoek van Beugen af te treden als statutair bestuurder van de BV en de directietaken over te dragen aan Beugen of een door Beugen aan te wijzen (rechts)persoon.

  • Bij akte van 12 april 2018 heeft de aandelenoverdracht van Beugen aan D.P.E. plaatsgevonden.
  • In de leveringsakte is, voor zover thans van belang, het navolgende bepaald:
“Koper aanvaardt haar gekochte aandeel heden in eigendom en oefent vanaf heden alle rechten van het geleverde aandeel uit, met dien verstande dat verkoper gerechtigd is tot alle (winst)uitkeringen die de vennootschap op het aandeel heeft gedaan of zal doen.
(…)
Verkoper en koper komen hierbij overeen dat verkoper een eerste recht van koop casu quo op levering heeft met betrekking tot het hierbij overgedragen aandeel tegen een koopprijs van één euro (€1,00). Verkoper zal bij voorgenomen vervreemding van het aandeel koper schriftelijk het aandeel ter overname aanbieden. (…).
(…)Tenslotte verklaarden de comparanten:(…)handelend als gemeld voor de koper: aan de verkoper als directeur hierbij met ingang van heden eervol ontslag te verlenen (…), onder gelijktijdige benoeming van koper tot directeur van de vennootschap.(…)”.
- De na de overdracht ontstane structuur tussen partijen en hun aandeelhouders/gelieerde vennootschappen is weergegeven in het onderstaande schema;
  • Tussen Beugen en D.P.E. is een geschil ontstaan omtrent de samenwerking.
  • Op 8 september 2022 heeft Beugen in de persoon van [aandeelhouder eiseres] aan D.P.E. [aandeelhouder gedaagde] medegedeeld de samenwerking te willen beëindigen en is D.P.E. verzocht het Aandeel aan Beugen over te dragen.
  • Bij brief van haar advocaat van 22 september 2022 heeft D.P.E. te kennen gegeven niet mee te zullen werken aan de (terug) levering van het Aandeel aan Beugen.
  • Bij e-mailbericht van 5 oktober 2022 heeft de advocaat van Beugen gereageerd op de brief van de advocaat van D.P.E. en is D.P.E. in de gelegenheid gesteld om binnen 3 dagen onvoorwaardelijk toe te zeggen dat D.P.E. op de kortst mogelijke termijn medewerking verleent aan levering van het Aandeel aan Beugen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3 van de Overeenkomst.
  • D.P.E. heeft die toezegging niet gedaan en zij weigert medewerking te verlenen aan levering van het Aandeel aan Beugen.

3.Het geschil

Beugen vordert als voorlopige voorziening:
Primair:
I D.P.E. te veroordelen tot overdracht van het Aandeel aan Beugen tegen een koopprijs van € 1,00 overeenkomstig de concept notariële akte van levering, zoals overgelegd als productie 12 bij de dagvaarding, onder de bepaling dat het in dezen te wijzen vonnis op grond van artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats treedt van de voor het opmaken en passeren van de notariële akte vereiste wilsverklaring, medewerking en/of handtekening van D.P.E. die vereist is voor de overdracht van het Aandeel door D.P.E. aan Beugen en die zonder medewerking van D.P.E. niet kan worden opgemaakt en/of gepasseerd;
II D.P.E. te ontslaan als statutair bestuurder van Tilburg Tandtechniek;
Subsidiair:
I D.P.E. te veroordelen om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis alle noodzakelijke medewerking te verlenen voor het binnen die termijn passeren van de als productie 12 overgelegde concept notariële akte van levering (waaronder het verschijnen bij de notaris en/of het verlenen van een volmacht aan de notaris alsmede het verrichten van alle andere door de notaris voor het opmaken en passeren van de notariële akte noodzakelijk geachte handelingen), voor de levering van het Aandeel door D.P.E. aan Beugen tegen een koopprijs van € 1,00, zodanig dat de notariële akte van levering binnen deze termijn van 7 dagen is gepasseerd;
II D.P.E. te veroordelen om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis alle noodzakelijke medewerking te verlenen aan het binnen die termijn aftreden als statutair bestuurder van Tilburg Tandtechniek;
III indien en voor zover D.P.E. in gebreke blijft om aan de onder I. en II. opgenomen veroordeling te voldoen, reeds nu voor alsdan te bepalen dat dit vonnis ex artikel 3:300 lid 2 BW alsnog in de plaats treedt van de voor het opmaken en passeren van de notariële akte vereiste wilsverklaring, medewerking en/of handtekening van D.P.E. die vereist is voor de overdracht van het Aandeel aan Beugen alsmede de vereiste medewerking die vereist is om te komen tot een ontslag cq. aftreden als statutair bestuurder van D.P.E. en die zonder medewerking van D.P.E. niet
kan worden opgemaakt en/of gepasseerd.
Meer subsidiair:
I D.P.E. te veroordelen om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis alle noodzakelijke medewerking te verlenen voor het binnen die termijn passeren van de als productie 12 overgelegde concept notariële akte van levering (waaronder het verschijnen bij de notaris en/of het verlenen van een volmacht aan de notaris alsmede het verrichten van alle andere door de notaris voor het opmaken en passeren van de notariële akte noodzakelijk geachte handelingen), voor de levering van het Aandeel door D.P.E. aan Beugen tegen een koopprijs van € 1,00, zodanig dat de notariële akte van levering binnen deze termijn van 7 dagen is gepasseerd;
II D.P.E. te veroordelen om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis af te treden als statutair bestuurder van Tilburg Tandtechniek, althans alle noodzakelijke medewerking te verlenen aan het binnen die termijn aftreden als statutair bestuurder van Tilburg Tandtechniek;
III D.P.E. te veroordelen om aan Beugen een dwangsom te betalen van EUR 20.000,00, althans een door uw voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de onder I en II opgenomen veroordeling voldoet;
Nog meer subsidiair:
D.P.E. te ontslaan als statutair bestuurder van Tilburg Tandtechniek onder de bepaling dat alle stem- en vergaderrechten op het Aandeel zijn/worden overgedragen aan Beugen (zodat D.P.E. geen enkel stem- of vergaderrecht op het Aandeel toekomt), dan wel ieder veroordeling in goede justitie die er toe leidt dat D.P.E. per ommegaand dan wel op de kortst mogelijke termijn het Aandeel aan Beugen overdraagt voor EUR 1,00 en aftreedt als statutair bestuurder.
Zowel primair als (meer en nog meer) subsidiair:
D.P.E te veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente .
3.2.
Beugen grondt haar vorderingen op nakoming van de verbintenissen uit de Overeenkomst. Zij stelt zich op het standpunt dat D.P.E. op grond van de artikelen 2.3. en 4.3.van de Overeenkomst verplicht was op eerste verzoek van Beugen het Aandeel aan haar terug te leveren en af te treden als bestuurder. Door dit te weigeren schiet D.P.E. toerekenbaar tekort in de nakoming van haar verplichtingen en verkeert zij in verzuim. Beugen stelt spoedeisend belang te hebben bij haar vorderingen omdat Tilburg Tandtechniek door toedoen van D.P.E. in zwaar weer verkeert. D.P.E. heeft vermogensbestanddelen van Tilburg Tandtechniek ontvreemd en gelden weggesluisd, terwijl er weinig inkomsten zijn en schuldeisers en belastingen niet worden betaald.
3.3.
D.P.E. stelt zich op het standpunt dat de vorderingen zich niet lenen voor behandeling in kort geding. Toewijzing van de vorderingen heeft ingrijpende gevolgen voor D.P.E. en betekent dat de rechtsverhouding tussen partijen wordt vastgesteld en een nieuwe materiële rechtstoestand wordt geschapen. Een dergelijke voorziening is naar zijn aard niet voorlopig, aldus D.P.E. Daarnaast betwist D.P.E. dat Beugen spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. De onderhavige vorderingen betreffen geen ordemaatregelen. Bovendien heeft D.P.E. geen vermogensbestanddelen ontvreemd en gelden weggesluisd. Dat Tilburg Tandtechniek er financieel slecht voor staat is te wijten aan Beugen doordat Tandartspraktijk Tilburg door toedoen van Beugen de betalingen jegens Tilburg Tandtechniek heeft opgeschort.
Ten slotte betwist D.P.E. dat zij gehouden is het Aandeel aan Beugen te leveren en af te treden als bestuurder, omdat de artikelen 2.3. en 4.3. van de Overeenkomst nietig zijn.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de onderhavige vorderingen niet bij voorbaat ongeschikt zijn om in kort geding te worden behandeld. De grondslag van de vorderingen is nakoming van verbintenissen uit overeenkomst. Deze grondslag kan in beginsel in kort geding worden beoordeeld en leidt niet tot een constitutief vonnis. Dat een toewijzend vonnis voor D.P.E. tot onherstelbare gevolgen zou leiden maakt dit niet anders. De rechter in kort geding kán een voorziening treffen waarvan de gevolgen in feite niet meer herstelbaar (HR 11 februari 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1262) of onomkeerbaar zijn dan wel tot onomkeerbare schade leiden (HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1036).
4.2.
Anders dan D.P.E. meent, heeft Beugen voldoende spoedeisend belang bij haar vorderingen. Beugen heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij belang heeft bij duidelijkheid met betrekking tot de levering van het Aandeel op korte termijn.
4.3.
D.P.E. stelt dat de inhoud van de Overeenkomst uiterst discutabel is en nagenoeg volledig in het belang van Beugens en/of [aandeelhouder eiseres] . Volgens haar zijn de navolgende bepalingen in de Overeenkomst nietig omdat deze in strijd zijn met de wet of de goede zeden:
- Artikel 2.3.: de verplichting om mee te werken aan de juridische overdracht van het Aandeel is in strijd met haar eigendomsrechten.
- Artikel 3: de verplichting om zich bij de uitoefening van het stemrecht op haar aandeel geheel te richten naar de instructies van Beugen zou betekenen, gelet op het feit dat de Overeenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan en Beugen ook het recht behoudt op de winstuitkering, dat D.P.E. afstand zou hebben gedaan van alle rechten die zijn verbonden aan het aandeel, waarmee het aandeelhouderschap van D.P.E. een lege huls zou worden.
- Artikel 4.1.: de verplichting om zich als statutair bestuurder te richten naar de instructies van Beugen is in strijd met de eigen verantwoordelijkheid van D.P.E. als bestuurder. De bestuurder hoeft alleen verantwoording af te leggen aan de aandeelhouder, wat Beugen niet is.
- Artikel 4.3.: uitsluitend de aandeelhouder kan het bestuur benoemen en ontslaan en Beugen is geen aandeelhouder.
Omdat voormelde bepalingen nietig zijn, zijn deze volgens D.P.E. door de notaris niet opgenomen in de notariële akte van levering van 12 april 2018 die aan de levering van het Aandeel ten grondslag ligt. Hoewel de Overeenkomst wel de titel is voor de levering van de aandelen aan D.P.E., kunnen de nietige bepalingen in de Overeenkomst geen grondslag vormen voor de verplichting tot teruglevering van het Aandeel en de verplichting om af te treden als statutair bestuurder. D.P.E. wijst erop dat de notariële akte geen verplichtingen in dat kader bevat en deze akte is volgens haar leidend.
4.4.
Voor zover sprake is van een vordering tot nakoming van een overeenkomst kan deze in kort geding slechts worden toegewezen indien en voor zover voorshands voldoende aannemelijk is geworden dat de vordering ook in de bodemprocedure zal worden toegewezen. Daarnaast dienen de belangen van partijen bij toe- dan wel afwijzing van de vordering te worden afgewogen.
4.5.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de bepalingen van de Overeenkomst niet afzonderlijk maar tezamen, in onderling verband dienen te worden bezien. Beugen heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat door de Overeenkomst en de daarop volgende levering aan D.P.E. weliswaar de juridische eigendom van het Aandeel is geleverd, maar dat de economische eigendom en zelfs ook ‘de feitelijke eigendom’ van het Aandeel bij Beugen is gebleven en dat de juridische eigendom van het Aandeel van D.P.E. ‘slechts een papieren werkelijkheid’ betreft. In de Overeenkomst is bepaald dat Beugen nagenoeg de volledige zeggenschap binnen de onderneming behoudt, dat hij het recht op de winstuitkering behoudt en dat hij te allen tijde het Aandeel voor een bedrag van € 1,00 kan terugkopen.
Dat de juridische eigendom van het Aandeel slechts een papieren werkelijkheid betrof, wordt onderstreept door de verdere verklaring van [aandeelhouder eiseres] tijdens de mondelinge behandeling. Hij heeft verklaard dat tot deze constructie is besloten om Beugen buiten beeld van de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZA) te laten blijven. Op deze manier werd op papier voldaan aan de governance-eisen die door de NZA werden gesteld (namelijk dat een tandarts geen banden mag hebben met een tandtechnisch laboratorium), terwijl in werkelijkheid alles bij het oude bleef, met als doel om “gedoe” met de NZA te voorkomen. De voorzieningenrechter constateert dat partijen op deze manier getracht hebben te verhullen dat de feitelijke situatie, waarvan het Beugen bekend was dat NZA daar niet mee akkoord zou gaan, onveranderd zou blijven..
4.6.
Het beoordelingskader in kort geding brengt met zich dat indien onvoldoende duidelijkheid bestaat over de rechtsverhouding van de partijen en dus over de vraag of er een rechtsgrond is voor het gevorderde en uit een belangenafweging niet geconcludeerd kan worden dat er grond is voor het geven van een voorlopige voorziening, de gevraagde voorlopige voorziening niet behoort te worden gegeven. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter doet die situatie zich voor. Het vorenstaande leidt namelijk tot het voorlopig oordeel dat niet onaannemelijk is dat het verweer van D.P.E., dat er sprake is van nietigheid wegens strijd met de wet of de goede zeden, in de bodemprocedure slaagt. Het kort geding kent naar zijn aard beperkingen in het debat tussen partijen en het debat over de nietigheid is ook nog niet uitgekristalliseerd. Voorlopig is echter onvoldoende zeker dat er een rechtsgrond bestaat voor toewijzing van de vorderingen. Een belangenafweging leidt voorts niet tot een ander oordeel. Zowel toewijzing als afwijzing van de vorderingen heeft ingrijpende gevolgen. Daar komt bij dat ’het zware weer’ waarin D.P.E. verkeert, grotendeels is ontstaan doordat Tandartspraktijk Tilburg op verzoek van Beugen haar betalingsverplichtingen jegens Tilburg Tandtechniek. heeft opgeschort. Namens Beugen is toegelicht dat die opschorting zijn reden had in bescherming van de belangen van Beugen in Tilburg Tandtechniek. Dat Tandartspraktijk Tilburg zelf gerechtigd was tot opschorting van haar betalingsverplichtingen jegens Tilburg Tandtechniek, is gesteld noch gebleken. Onder die omstandigheden dienen de belangen van D.P.E. zwaarder te wegen.
4.7.
Dit alles leidt ertoe dat de vorderingen van Beugen, zowel primair als (nog) (meer) subsidiair, worden afgewezen.
4.8.
Beugen zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van D.P.E worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.692,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
weigert de gevorderde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt Beugen in de proceskosten, aan de zijde van D.P.E. gevallen en tot op heden begroot op € 1.692,00;
5.3.
verklaart voormelde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. van 't Nedereind, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2022.