ECLI:NL:RBZWB:2022:758
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. van Oijen
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en kinderalimentatie met internationale aspecten en beoordeling van draagkracht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 februari 2022, gaat het om een echtscheiding tussen een Poolse vrouw en een Nederlandse man, die op 13 augustus 2015 in de gemeente Gilze en Rijen zijn gehuwd. De vrouw verzoekt om echtscheiding, het alleenstaande gezag over de minderjarige kinderen en een onderhoudsbijdrage van de man voor de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam ontwricht is en dat de vrouw ontvankelijk is in haar verzoek tot echtscheiding. De man heeft sinds oktober 2020 geen contact meer met de kinderen en heeft aangegeven geen gezag meer te willen uitoefenen. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van de kinderen is dat de vrouw alleen het gezag krijgt, gezien de verstoorde communicatie tussen de ouders en het gebrek aan contact van de man met de kinderen.
Daarnaast is er een geschil over de hoogte van de kinderalimentatie. De vrouw stelt dat de man voldoende draagkracht heeft om bij te dragen aan de kosten van de kinderen, terwijl de man dit betwist. De rechtbank heeft de financiële situatie van beide partijen beoordeeld, waarbij de draagkracht van de man is vastgesteld op basis van zijn huidige inkomen. De rechtbank volgt de aanbevelingen van de Expertgroep Alimentatie en komt tot de conclusie dat de man een maandelijkse bijdrage van € 272 per kind moet betalen. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw om het hoofdverblijf van de kinderen bij haar te bepalen af, omdat zij nu alleen met het gezag over de kinderen wordt belast. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank wijst het meer of anders verzochte af.