ECLI:NL:RBZWB:2022:7626
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Zander
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming van een woning en betaling van huurachterstand in kort geding
In deze zaak heeft de kantonrechter in kort geding geoordeeld over een vordering van [eiseres] tot ontruiming van een woning door [gedaagde] en betaling van huurachterstand. [eiseres] heeft sinds 20 november 2020 een huurovereenkomst met Courtyard Residential Coöperatief U.A. voor de woning, maar is in december 2021 verhuisd naar Rotterdam. [gedaagde], de zoon van [eiseres], is in de woning gebleven en heeft afgesproken de huur en lasten te betalen. Echter, [gedaagde] heeft een aanzienlijke huurachterstand opgebouwd, wat heeft geleid tot de vordering van [eiseres] om de woning te ontruimen en de achterstallige betalingen te voldoen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de afspraken tussen partijen te kwalificeren zijn als een (onder-)huurovereenkomst, ondanks dat [gedaagde] geen huur aan [eiseres] betaalt, maar aan de verhuurder. De rechter oordeelt dat [gedaagde] zonder recht of titel in de woning verblijft en dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen aan zijn zijde. De vordering van [eiseres] is toegewezen, waarbij [gedaagde] wordt veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen en een bedrag van € 10.889,48 aan huur en vaste lasten te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.
De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van [eiseres] toegewezen en de vordering tot schadevergoeding afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [gedaagde] onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ook al kan hij in hoger beroep gaan.