ECLI:NL:RBZWB:2022:7633
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Wraking
- mr. Peters
- mr. Van der Weide
- mr. Hertsig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in civiele procedure met echtscheiding en nevenverzoeken
Op 15 december 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A. Koop-van Vliet. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. Meyboom, die als rechter optrad in de hoofdzaak, een echtscheidingsprocedure met nevenverzoeken. Verzoekster stelde dat er een schijn van partijdigheid bestond door de wijze waarop de rechter beslissingen nam, die volgens haar onbegrijpelijk en niet gemotiveerd waren. Tijdens de zitting van 29 november 2022 had verzoekster de wraking ingediend, nadat er onduidelijkheid was ontstaan over de behandeling van processtukken en verzoeken ter zake verdeling en verrekening.
De wrakingskamer heeft de gronden van verzoekster beoordeeld en geconcludeerd dat de rechter niet in het wrakingsverzoek berustte. De rechter had eerder aan verzoekster en de wederpartij gevraagd om hun verzoeken nader te onderbouwen, maar hierop was geen reactie gekomen. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissingen van de rechter procesbeslissingen betroffen, waarover geen oordeel kan worden gegeven door de wrakingskamer, tenzij er sprake is van vooringenomenheid. De wrakingskamer vond geen aanwijzingen voor vooringenomenheid en oordeelde dat het wrakingsverzoek ongegrond was.
De rechtbank heeft vervolgens bepaald dat de behandeling van de hoofdzaak, met zaaknummer C/02/389508 FA RK 21-4218, zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing door het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.