ECLI:NL:RBZWB:2022:7638

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 december 2022
Publicatiedatum
15 december 2022
Zaaknummer
386548_E14122022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. van Alphen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid opdrachtnemer voor schade door niet-nakoming verbintenis door opdrachtgever

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer, Automakelaarz VOF, aan de orde. De eiser, die een auto had gekocht, stelt dat hij schade heeft geleden doordat de opdrachtgever, Carefree Logistics, haar verbintenis jegens hem niet is nagekomen. De eiser heeft de koopsom van € 34.930,- betaald, maar ontving de tenaamstellingscode niet, wat leidde tot problemen met de eigendomsoverdracht van de auto. De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de zorgplicht van Automakelaarz jegens de eiser en de omstandigheden waaronder de opdrachtnemer heeft gehandeld. De rechtbank concludeert dat Automakelaarz niet onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat zij gerechtvaardigd op de mededeling van Carefree Logistics mocht vertrouwen dat de tenaamstellingscode zou worden verstrekt na aflossing van de leasetermijnen. De eiser heeft niet aangetoond dat Automakelaarz een zorgplicht heeft geschonden, en zijn vorderingen worden afgewezen. De eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van Automakelaarz, die zijn begroot op € 3.878,50. Het vonnis is uitgesproken op 14 december 2022.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/386548 / HA ZA 21-341
Vonnis van 14 december 2022
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. L.M. van Rooij-Houweling te Zeist,
tegen
1. de vennootschap onder firma
AUTOMAKELAARZ VOF,
gevestigd te Oosterhout,
en haar vennoten:
2.
[gedaagde 1],
wonende te [woonplaats 2] ,
3.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagden,
advocaat mr. M.C.J. Houben te Eindhoven.
Eiser zal hierna [eiser] worden genoemd. Gedaagden zullen hierna gezamenlijk – in vrouwelijk enkelvoud – worden aangeduid als Automakelaarz.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 24 augustus 2022 en de daarin genoemde stukken,
  • de akte aan de zijde van [eiser] ,
  • de akte aan de zijde van Automakelaarz.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Naar aanleiding van de overwegingen van de rechtbank in voornoemd tussenvonnis van 24 augustus 2022 hebben partijen elk een akte genomen en zich daarbij uitgelaten over de rechtsgrond voor de door [eiser] gevorderde schadevergoeding op grond van artikel 6:162 BW (schending van een zorgplicht).
2.2.
Het gaat hier om een opdrachtnemer (Automakelaarz) die aansprakelijk wordt gesteld door een derde ( [eiser] ) voor de schade die de derde heeft geleden doordat de opdrachtgever (Carefree Logistics) haar verbintenis jegens de derde niet nakomt (in dit geval de ongedaanmakingsverbintenis tot terugbetaling van het door [eiser] betaalde bedrag voor de auto van € 34.930,=). Aan de orde is de vraag of die schade op Automakelaarz kan worden afgewenteld.
2.3.
Een opdrachtnemer kan onder omstandigheden aansprakelijk zijn jegens een derde, hoewel hij geen contractuele relatie met die derde heeft. Deze aansprakelijkheid is dan gebaseerd op art. 6:162 BW. Het zal daarbij in de regel gaan om handelen in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid. De vraag of Automakelaarz als consignatiehouder voor Carefree Logistics jegens [eiser] maatschappelijk onzorgvuldig heeft gehandeld, moet worden beantwoord aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval.
2.4.
[eiser] beroep zich op de rechtsgevolgen van zijn stelling dat Automakelaarz jegens hem een zorgplicht heeft geschonden. Ingevolge de hoofdregel van artikel 150 Rv rust daarom op [eiser] de stelplicht en, bij voldoende gemotiveerde betwisting, de bewijslast voor de feiten en omstandigheden waarop zijn stelling is gebaseerd.
2.5.
[eiser] stelt dat Automakelaarz als handelsbedrijf jegens een consument de verplichting heeft de verkochte auto op de juiste wijze en dus met tenaamstellingscode te leveren. Voorts heeft Automakelaarz de verplichting om de consument te voorzien van de juiste informatie. [eiser] verwijt Automakelaarz dat zij hem na aankoop van de auto niet heeft geïnformeerd over het feit dat hij op dat moment nog geen eigenaar was van de auto. Daarnaast heeft Automakelaarz hem ten onrechte medegedeeld dat hij de tenaamstellingscode binnen drie dagen per post zou ontvangen en heeft zij hem niet geïnformeerd over het feit dat de auto was gefinancierd en dat eerst de financiering moest worden afbetaald voordat de tenaamstellingscode aan hem kon worden verstrekt. [eiser] verwijt Automakelaarz voorts dat zij geen maatregelen heeft getroffen om hem als consument te beschermen en ervoor te zorgen dat hij na aankoop van de auto wel zou komen te beschikken over de tenaamstellingscode.
2.6.
Bezien in het licht van de gemotiveerde betwisting door Automakelaarz is de rechtbank van oordeel dat [eiser] onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat Automakelaarz jegens hem een zorgplicht heeft geschonden. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
2.7.
Vast staat dat Carefree Logistics de contractuele wederpartij van [eiser] is en dat op Carefree Logistics de verplichting rustte om de auto op de juiste wijze, met bijbehorende documenten, aan [eiser] te leveren. Vooropgesteld wordt dat contractspartijen primair verantwoordelijk zijn voor de risico’s van hun eigen zakelijk handelen. Die risico’s kunnen niet (te snel) verschuiven naar een opdrachtnemer die uitsluitend op instructie van zijn opdrachtgever werkzaamheden heeft uitgevoerd; in dit geval bemiddelen door Automakelaarz bij de totstandkoming van de koopovereenkomst tussen Carefree Logistics en [eiser] .
2.8.
[eiser] heeft op 12 april 2021 de koopsom voor de auto betaald en geaccepteerd dat de auto aan hem werd geleverd zonder tenaamstellingscode. Weliswaar heeft [eiser] daarbij vertrouwd op de mededeling van Automakelaarz dat hij de tenaamstellingscode binnen drie dagen per post zou ontvangen, hetgeen niet is gebeurd, maar daarmee is nog niet gezegd dat Automakelaarz jegens [eiser] onzorgvuldig heeft gehandeld. Automakelaarz heeft ter zitting uiteengezet dat zij op het moment van het doen van die mededeling in de veronderstelling verkeerde dat de tenaamstellingscode ook daadwerkelijk binnen drie dagen door [eiser] kon worden ontvangen. Volgens Automakelaarz had Carefree Logistics haar na ontvangst van de verkoopopbrengst medegedeeld dat daarmee de leasetermijnen zouden worden afgelost en dat Automakelaarz daarna de tenaamstellingscode zou krijgen.
2.9.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat autohandelaren vaker auto’s uit een lopende lease verkopen en dat in een dergelijk geval de houder van de auto met de verkoopopbrengst van de auto de leasetermijnen aflost, waarna deze juridisch eigenaar wordt van de auto en de auto, met bijbehorende documenten, in eigendom kan worden overgedragen aan de nieuwe eigenaar. Onder deze omstandigheden valt zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in te zien waarom Automakelaarz er niet op mocht vertrouwen dat Carefree Logistics haar mededeling dat zij met de ontvangen verkoopopbrengst de leasetermijnen zou aflossen, waarna Automakelaarz de tenaamstelllingscode zou krijgen, zou nakomen. [eiser] heeft geen reden genoemd waarom Automakelaarz aan de juistheid van die mededeling van Carefree Logistics zou hebben moeten twijfelen. Voor zover [eiser] zich op het standpunt stelt dat Automakelaarz kan worden verweten dat zij geen contact heeft opgenomen met de leasemaatschappij om na te gaan of de financiering daadwerkelijk door Carefree Logistics was afbetaald, wordt dat verworpen. Automakelaarz stelt terecht dat dat niet van haar kan worden verlangd, omdat zij geen rechtsverhouding met de leasemaatschappij heeft. Nog daargelaten dat aannemelijk is dat de leasemaatschappij geen informatie over een financiering ten behoeve van haar klant aan derden verstrekt.
2.10.
Niet bestreden is dat Automakelaarz na aankoop van de auto [eiser] niet heeft geïnformeerd over het feit dat de auto was gefinancierd en dat eerst de financiering moest worden afbetaald voordat – zo begrijpt de rechtbank de stelling van [eiser] – de eigendom van de auto aan [eiser] kon worden overgedragen. Weliswaar was het zorgvuldiger geweest van Automakelaarz om [eiser] daarover wel te informeren, maar het voert te ver om te concluderen dat het nalaten daarvan een schending van de zorgplicht van Automakelaarz ten opzichte van [eiser] vormt. Zoals hiervoor is overwogen, mocht Automakelaarz er gerechtvaardigd op vertrouwen dat Carefree Logistics met de door haar ontvangen verkoopopbrengst van de auto de leasetermijnen zou aflossen. Voorts is niet gesteld en niet gebleken dat in het geval Automakelaarz [eiser] wel had geïnformeerd in de door [eiser] gewenste zin, [eiser] anders zou hebben gehandeld dan hij nu heeft gedaan.
2.11.
Automakelaarz heeft de verkoopopbrengst aan Carefree Logistics voldaan en Carefree Logistics verzocht om de tenaamstellingscode ten behoeve van de nieuwe eigenaar aan Automakelaarz te verstrekken. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien welke concrete maatregelen Automakelaarz nog meer had moeten treffen om ervoor te zorgen dat [eiser] na aankoop van de auto wel over de tenaamstellingscode zou komen te beschikken. Het standpunt dat Automakelaarz ter zake een verwijt valt te maken, wordt daarom als onvoldoende gemotiveerd verworpen.
2.12.
Andere feiten en omstandigheden op grond waarvan aangenomen zou kunnen worden dat Automakelaarz jegens [eiser] een zorgplicht heeft geschonden, zijn niet gesteld en daarvan is ook niet gebleken. Nu [eiser] niet aan zijn stelplicht heeft voldaan, wordt aan bewijslevering op dit punt niet toegekomen. Dit leidt tot de conclusie dat Automakelaarz jegens [eiser] niet schadeplichtig is. De vordering onder b. voor zover deze strekt tot schadevergoeding wordt daarom afgewezen.
2.13.
[eiser] zal als de geheel in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Automakelaarz. Deze worden begroot op
- griffierecht € 2.076,00
- salaris advocaat €
1.802,50(2,5 punten × tarief € 721,00)
Totaal € 3.878,50
2.14.
De door Automakelaarz verzochte uitvoerbaar bij voorraadverklaring zal als niet weersproken worden toegewezen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst de vorderingen af,
3.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten aan de zijde van Automakelaarz, tot op heden begroot op € 3.878,50,
3.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. van Alphen en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2022.