Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 september 2020
- het deskundigenbericht van 2 juli 2021
- de brief van 30 november 2021 van mr. De Groot met bijlage
- de brief van 6 december 2021 van mr. Bijkerk met twee bijlagen
- de brief van 14 december 2021 van mr. Bijkerk met kostenopgave
- de brief van 16 december 2021 van mr. Ten Kate met kostenopgave
- de brief van 20 december 2021 van mr. De Groot met akte uitlaten kosten
- de brief van 29 december 2021 van mr. Bijkerk met onderwerp ‘reactie commentaar kostenopgave’.
Op 7 september 2020 heeft de vervroegde descente plaatsgevonden in het bijzijn van partijen, hun raadslieden/adviseurs, de deskundigen en de rechter-commissaris.
De zaak is bepleit op 7 december 2021, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
2.De verdere beoordeling
2.2. In het onteigeningsvonnis is het aan [gedaagde] te betalen voorschot op de schadeloosstelling bepaald op € 2.065.715,00.
Van belang is dat in 2005 tussen de gemeente en AM Zeeland B.V. voor geheel Othene-Zuid een exploitatieovereenkomst is afgesloten dat voorziet in het kostenverhaal van de openbare voorzieningen. Per fase wordt een verrekening toegepast. Omdat niet alle gronden in eigendom zijn van de gemeente of van AM Zeeland B.V. is gekeken of één van bovenstaande punten speelt over de gronden waar met de eigenaar geen overeenkomst is gesloten. AM Zeeland B.V. vergoedt alle door de gemeente te verhalen kosten. Dus ook die over de gronden waarover geen contract gesloten is. Dat betekent dat het kostenverhaal voor de gemeente anderszins is verzekerd.
Bij de waardering van het onteigende dienen overigens de voorschriften van de artikelen 40b tot en met 40f Ow in acht te worden genomen.
2.13. Vast staat, zoals ook blijkt uit de hiervoor onder 2.9. cursief aangehaalde passage, dat de bestemming zal worden gerealiseerd door en voor rekening en risico van AM Zeeland. Het betreft daarmee geen overheidswerk, zodat het bestemmingsplan ‘Othene Oost’ bij de vaststelling van de schadeloosstelling niet met toepassing van art. 40c Ow wordt geëlimineerd. Tussen partijen is niet in geschil dat voor de vaststelling van de schadeloosstelling uitgangspunt is dat het onteigende ruwe bouwgrond betreft met een woonbestemming.
1.067.809 m2. Dit is de oppervlakte van het bestemmingsplan ‘Othene Zuid’.
Deze rente zal worden berekend over het totaalbedrag van de aan [gedaagde] verschuldigde schadeloosstelling minus het totaalbedrag van het aan hem betaalde voorschot ad
€ 2.065.715,00. De rechtbank acht deze wijze van berekening redelijk, gelet op de door de deskundigen gehanteerde - en door partijen niet weersproken - wijze van berekening van de schadeloosstelling.
mr. Bijkerk en LandRaad B.V. verstrekte kostenopgaven van respectievelijk € 67.467,51 inclusief btw en € 98.401,79 inclusief btw, de dubbele redelijkheidstoets kunnen doorstaan. Zij zal de gemeente veroordelen tot betaling van deze bedragen.
3.De beslissing
3.3. wijst aan als nieuwsblad waarin door de griffier van deze rechtbank dit vonnis bij uittreksel zal worden geplaatst: de Provinciale Zeeuwse Courant,
€ 304,00 ter zake van griffierechten,