ECLI:NL:RBZWB:2022:7689

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 december 2022
Publicatiedatum
16 december 2022
Zaaknummer
9690507_E14122022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Pooyé
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor lekkages na aanleg vloerverwarmingssysteem

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 december 2022, staat de aansprakelijkheid van Renova Vloerverwarming B.V. centraal. [Eiser], eigenaar van een stuk grond, had een overeenkomst gesloten met Renova voor de aanleg van een vloerverwarmingssysteem in een te realiseren loods. Na de aanleg op 5 januari 2021, waarbij de leidingen met water werden afgevuld, heeft [eiser] op 18 januari 2021 Renova verzocht om de leidingen met lucht af te vullen om bevriezing te voorkomen. Renova voldeed aan dit verzoek op 4 februari 2021. Enkele dagen later, na een vorstperiode, constateerde [eiser] dat de druk op de leidingen was verdwenen. Na inspectie door Renova bleek dat er lekkages waren ontstaan, maar Renova weigerde aansprakelijkheid te erkennen en voerde aan dat de lekkages niet door hun werkzaamheden waren veroorzaakt.

In de procedure vorderde [eiser] een verklaring voor recht dat Renova aansprakelijk was voor de schade, die hij begrootte op € 13.136,09, vermeerderd met rente en proceskosten. Renova voerde verweer en betwistte de aansprakelijkheid, stellende dat er geen causaal verband was tussen hun werkzaamheden en de lekkages. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] niet had aangetoond dat Renova tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De rechter concludeerde dat de vorderingen van [eiser] moesten worden afgewezen, omdat niet was komen vast te staan dat Renova verantwoordelijk was voor de lekkages. Tevens werd [eiser] veroordeeld in de proceskosten van Renova, vastgesteld op € 746,00.

Dit vonnis benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele zaken, vooral bij claims van schadevergoeding. De rechter heeft de vorderingen van [eiser] afgewezen en de proceskosten aan zijn zijde toegewezen, wat de verantwoordelijkheid van de eisende partij onderstreept in het civiele proces.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 9690507 \ CV EXPL 22-509
Vonnis van 14 december 2022
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. H.J. van Amerongen,
tegen
RENOVA VLOERVERWARMING B.V.,
statutair gevestigd te Roosendaal en kantoorhoudende te Etten-Leur,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Renova,
gemachtigde: mr. R.S. Schouten.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 mei 2022;
- de akte van [eiser] , met productie;
- de mondelinge behandeling van 1 november 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Renova is een bedrijf dat zich richt op de aanleg van vloerverwarmingssystemen. [eiser] bezit een stuk grond waarop hij een loods wilde realiseren. [eiser] heeft voor de aanleg van een vloerverwarmingssysteem in de te realiseren loods een overeenkomst gesloten met Renova.
2.2.
Op 5 januari 2021 heeft Renova de leidingen voor het vloerverwarmingssysteem aangelegd en deze vervolgens met water afgevuld. [eiser] heeft op dat moment geen lekkages waargenomen. Het systeem is getest, waarbij de pomp draaide en de vloerverwarming functioneerde.
2.3.
[eiser] heeft op 18 januari 2021 Renova verzocht om de leidingen af te vullen met lucht, omdat de betonvloer met daarin de leidingen in de buitenlucht lag, vorst werd verwacht en hij wilde voorkomen dat de leidingen zouden bevriezen. Renova heeft op 4 februari 2021 de leidingen afgevuld met lucht. Renova heeft daarbij een drukmeter geplaatst. Na het afvullen heeft [eiser] geconstateerd dat de druk op de leidingen goed bleef.
2.4.
Enkele dagen later heeft het gevroren. [eiser] heeft op 16 februari 2021 een e-mail aan Renova gezonden, waarin is opgenomen dat het systeem eerst redelijk op druk bleef met een paar tienden verschil door temperatuurverschillen, maar dat de druk inmiddels volledig weg was.
2.5.
Per e-mail van 2 maart 2021 heeft Renova aangegeven het systeem te vullen met water zodra het weer het toelaat. Per e-mail van 11 april 2021 heeft [eiser] aan Renova gevraagd wanneer het systeem met water kon worden gevuld, aangezien de loods inmiddels zo goed als gereed was. Per e-mail van 19 april 2021 gaf Renova aan dat [eiser] het systeem zelf met water kon vullen.
2.6.
[eiser] heeft op 19 april 2021 het systeem met water gevuld. Daarop is water langs de randen van de betonvloer omhoog gekomen. [eiser] heeft dit per e-mail van 19 april 2021 aan Renova kenbaar gemaakt. Renova heeft het systeem geïnspecteerd en vastgesteld dat meerdere groepen van de leidingen lek waren.
2.7.
Renova heeft geweigerd om herstel uit te voeren, omdat zij de aansprakelijkheid van de hand wijst. [eiser] heeft vervolgens een nieuw vloerverwarmingssysteem aangelegd. Ondanks herhaalde aanmaning heeft Renova de kosten voor het nieuwe systeem niet aan [eiser] betaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – een verklaring voor recht dat Renova aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden schade en veroordeling van Renova tot betaling van € 13.136,09 aan schade en buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met rente en proceskosten. [eiser] legt hieraan het volgende ten grondslag.
3.2.
[eiser] heeft een overeenkomst met Renova gesloten voor het aanleggen van een vloerverwarmingssysteem. Renova heeft de leidingen van de vloerverwarming eerst afgevuld met water. Na verzoek daartoe zijn de leidingen alsnog met lucht afgevuld. Renova is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door water in de leidingen achter te laten bij het afvullen van de leidingen met lucht. Hierdoor zijn er, nadat het streng had gevroren, lekkages aan de leidingen ontstaan. Als gevolg hiervan diende het vloerverwarmingssysteem te worden vervangen. Renova is niet tot vervanging overgegaan. De kosten voor de aanleg van een nieuw vloerverwarmingssysteem van € 12.052,50 komen daarom voor rekening van Renova. Verder maakt [eiser] aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke kosten van € 1.083,59.
3.3.
Renova voert verweer. Renova concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure. Renova voert hiertoe het volgende aan.
De werkzaamheden van Renova zijn niet de oorzaak van de lekkages aan de leidingen. Renova betwist dat water in de leidingen is achtergebleven. Voor zover al water is achtergebleven, dan kan dit niet tot schade aan de leidingen hebben geleid. Zo zal achtergebleven water bij vorst uitzetten in de richting van de minste weerstand en kunnen de leidingen tot 6 bar druk aan. Van een causaal verband tussen de door Renova uitgevoerde werkzaamheden en de lekkages is dan ook geen sprake. Van enige aansprakelijkheid van Renova is geen sprake.
Voor zover wel sprake is van aansprakelijkheid, dan beroept Renova zich op een beperking van de aansprakelijkheid in de algemene voorwaarden.
Tot slot betwist Renova de hoogte van de door [eiser] gestelde schade, nu [eiser] kosten heeft opgevoerd die [eiser] sowieso moest maken ter afwerking van de vloer. Daarnaast heeft [eiser] geen betaalbewijzen overgelegd van de facturen en offertes, waaruit blijkt dat [eiser] deze daadwerkelijk heeft betaald. Ook staan enkele facturen en offertes niet op naam van [eiser] .

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn verdeeld over de vraag of Renova de lekkages die zijn ontstaan aan de leidingen van de vloerverwarming heeft veroorzaakt en daarmee tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
4.2.
Vast staat dat er zowel nadat de leidingen met water als met lucht waren afgevuld geen lekkages zijn waargenomen. Zo werkte het systeem naar behoren nadat de leidingen met water waren gevuld en bleef het systeem in ieder geval enkele dagen op druk nadat de leidingen met lucht waren gevuld.
[eiser] stelt dat de lekkages zijn ontstaan doordat Renova water in de leidingen heeft laten staan toen zij de leidingen met lucht heeft gevuld en dit water tijdens de vorstperiode is uitgezet. Renova betwist dat er water in de leidingen is achtergebleven. Indien er mogelijk een kleine hoeveelheid water is achtergebleven in de leidingen, kan dit volgens Renova niet leiden tot lekkages. Daarbij heeft Renova naar voren gebracht dat de leidingen een hoge druk kunnen doorstaan en dat eventueel achtergebleven water uitzet in de richting van de minste weerstand (naar de zijkanten), zodat dit niet tot schade aan de leidingen kan hebben geleid. Renova voert verder aan dat de leidingen wellicht zijn beschadigd bij het storten van het beton of andere werkzaamheden. Renova heeft hiermee gemotiveerd betwist dat zij de lekkages heeft veroorzaakt.
Nu [eiser] geheel niet heeft onderbouwd dat er daadwerkelijk water is achtergebleven in de leidingen en de leidingen hierdoor kapot zijn gegaan, is niet komen vast te staan dat Renova de lekkages aan de vloerverwarming heeft veroorzaakt. Partijen hebben tijdens de zitting laten weten dat er op dit moment geen onderzoek meer kan worden gedaan aan de leidingen van de vloerverwarming, althans dat dit niet wenselijk is. Dit betekent dat niet kan worden vastgesteld dat Renova tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Het voornoemde heeft tot gevolg dat de vordering van [eiser] zal worden afgewezen.
4.3.
Wat partijen verder naar voren hebben gebracht over de omvang van de schade behoeft geen beoordeling, nu de vordering van [eiser] wordt afgewezen.
4.4.
[eiser] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Renova als volgt vastgesteld:
- salaris gemachtigde
746,00
(2 punten × € 373,00)
Totaal
746,00

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Renova tot dit vonnis vastgesteld op € 746,00,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Pooyé en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2022.