Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek met een productie;
De feiten
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. M. Leung, een vordering ingesteld tegen gedaagde voor betaling van een openstaand factuurbedrag van € 409,55, voortvloeiend uit een aannemingsovereenkomst. De overeenkomst was gebaseerd op een offerte van 18 februari 2021, waarin werkzaamheden werden beschreven die door eiseres zouden worden uitgevoerd. Eiseres heeft op 12 november 2021 een factuur verzonden ter hoogte van € 1.609,55, waarvan gedaagde op 16 december 2021 een deelbedrag van € 1.200,00 heeft betaald. Eiseres heeft gedaagde gesommeerd het resterende bedrag te voldoen, maar gedaagde heeft dit nagelaten.
Gedaagde heeft als verweer aangevoerd dat eiseres niet alle werkzaamheden heeft uitgevoerd en dat zij hierdoor schade heeft geleden, die zij wil verrekenen met het openstaande factuurbedrag. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat eiseres tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde zich bij het sluiten van de overeenkomst heeft verbonden tot betaling van het volledige factuurbedrag en dat de enkele stelling van niet-deugdelijke prestatie gedaagde niet ontslaat van haar betalingsverplichting.
De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van € 483,88, vermeerderd met wettelijke rente over het openstaande bedrag, en heeft gedaagde ook in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken op 14 december 2022.