Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 en artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv)], waaruit blijkt dat op 8 maart 2022 onder klager in het strafvorderlijk onderzoek tegen hem in beslag zijn genomen: een personenauto van het merk Volkswagen, type Polo met [kenteken] , een bankpas, een geldbedrag van € 3.910,00 en een iPhone XR.
- het klaagschrift, ingediend op 23 maart 2022 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv dat ziet op voornoemde bankpas, het geldbedrag en de iPhone XR.;
- het klaagschrift, ingediend op 21 april 2022 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv dat ziet op voornoemde auto;
- het verweerschrift van de officier van justitie; en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
de vierde(in het geval van conservatoir beslag tot bewaring van het recht tot verhaal voor een schadevergoedingsmaatregel, artikel 94a lid 3 Sv)
of vijfde categorie(in het geval van conservatoir beslag tot bewaring van het recht tot verhaal voor een geldboete of ontnemingsmaatregel, respectievelijk artikel 94a lid 1 en 2 Sv) kan worden opgelegd; en
3.De beslissing
beslag ex artikel 94 Sv:
beslag ex artikel 94a Sv:
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).