ECLI:NL:RBZWB:2022:7745

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
19 december 2022
Zaaknummer
AWB- 22_4683
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank in bestuursrechtelijke zaak betreffende e-mail van niet-bestuursorgaan

Op 15 december 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. M.P.A. Oogjen, beroep heeft ingesteld tegen een e-mail van 20 september 2022 van [naam bedrijf]. Eiser heeft zijn beroep ingediend op 3 oktober 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank legt uit dat een belanghebbende alleen beroep kan instellen tegen besluiten van bestuursorganen. In dit geval is [naam bedrijf] geen bestuursorgaan in de zin van de Awb, omdat het niet is ingesteld krachtens publiekrecht en geen overheidstaken of publiekrechtelijke bevoegdheden heeft gekregen. Hierdoor is de e-mail van [naam bedrijf] geen besluit in de zin van de Awb, en kan er geen beroep worden ingediend bij de bestuursrechter. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft zich onbevoegd verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/4683

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 december 2022 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser

(gemachtigde: mr. M.P.A. Oogjen).

Procesverloop

Eiser heeft bij brief van 3 oktober 2022 beroep ingesteld tegen een e-mail van 20 september 2022 van [naam bedrijf] .

Overwegingen

Omdat de rechtbank kennelijk onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom zij onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen.
Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank. [1] Een besluit is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. [2]
Onder een bestuursorgaan wordt verstaan een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed [3] .
Eiser heeft bij zijn beroepschrift een kopie bijgevoegd van een e-mail van 20 september 2022 van [naam bedrijf] . Eiser heeft hiertegen, voor het geval de e-mail als beslissing op bezwaar moet worden beschouwd, beroep ingesteld.
[naam bedrijf] is geen orgaan die krachtens publiekrecht is ingesteld als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder a, van de Awb. Hiermee worden, organen van – onder meer – de staat, provincies, gemeenten en waterschappen bedoeld.
Van een orgaan, als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder b, van de Awb, is sprake bij organen van privaatrechtelijke rechtspersonen die niet tot de overheid kunnen worden gerekend, maar die wel met openbaar gezag zijn bekleed. In de rechtspraak wordt 'bekleed zijn met enig openbaar gezag' aangenomen als sprake is van een op de wet steunende bevoegdheid om de rechtspositie van de bestuurde (de burger) eenzijdig te bepalen. Bepalend daarvoor is of aan hen een of meer overheidstaken zijn opgedragen en daarvoor benodigde publiekrechtelijke bevoegdheden zijn toegekend. Hierbij geldt dat zij slechts zijn aan te merken als een bestuursorgaan voor zover zij hun publiekrechtelijke bevoegdheden uitoefenen. Voor het overige handelen zij volgens het civiele recht.
Aan [naam bedrijf] zijn geen overheidstaken opgedragen en geen publiekrechtelijke bevoegdheden toegekend, zodat [naam bedrijf] ook niet kan worden aangemerkt als een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, onder b, van de Awb.
Nu [naam bedrijf] geen bestuursorgaan is, is de e-mail van 20 september 2022 geen besluit in de zin van de Awb. Dat betekent dat daartegen niet op grond van artikel 8:1 van de Awb beroep kan worden ingediend bij de bestuursrechter.
Het feit dat [naam bedrijf] eigen risico drager in het kader van de Ziektewet zou zijn, maakt evenmin dat voornoemde e-mail een besluit is waartegen beroep mogelijk is bij de bestuursrechter, nu de bevoegdheden van de eigen risico drager zich daartoe niet uitstrekken (artikel 63a van de Ziektewet).
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, op 15 december 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:1 van de Awb
2.Artikel 1:3, eerste lid, van de Awb
3.Artikel 1:1, eerste lid, van de Awb