ECLI:NL:RBZWB:2022:7916
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsrecht wegens schending van de inlichtingenplicht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 december 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de intrekking van haar recht op bijstand beoordeeld. Eiseres ontving sinds 28 mei 2001 een bijstandsuitkering, maar Baanbrekers heeft haar recht op bijstand over de periode van 12 september 2019 tot en met 6 maart 2020 ingetrokken. Dit besluit volgde op een onderzoek waaruit bleek dat eiseres gedurende deze periode twee auto's op haar naam had staan, wat leidde tot een vermogenstoename die niet was gemeld aan Baanbrekers.
Eiseres voerde aan dat zij de Mini Cooper van haar vader in bruikleen had gekregen en dat zij niet op de hoogte was van de verplichting om dit te melden. De rechtbank oordeelde echter dat het feit dat de auto's op haar naam stonden, de veronderstelling rechtvaardigde dat deze auto's deel uitmaakten van haar vermogen. De rechtbank stelde vast dat eiseres de inlichtingenplicht had geschonden door de auto's niet te melden, wat in strijd is met artikel 17 van de Participatiewet.
De rechtbank concludeerde dat Baanbrekers terecht had besloten om het recht op bijstand in te trekken, omdat eiseres niet had voldaan aan haar meldingsplicht. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.